width and height should be displayed here dynamically

Duncan Campbell

Duncan Campbell is geboren en opgegroeid in Ierland. Thema’s als de nationale identiteit en de perceptie van de ander beheersen zijn werk. In WIELS toont hij drie films, aangevuld met activistische posters van de onafhankelijkheidsstrijd in Ierland. De films zijn opgebouwd uit een combinatie van archiefmateriaal, nieuwe documentaire opnames en geënsceneerd, fictioneel materiaal.

De eerste en tevens centrale film, It for Others (2013), bestaat uit drie episodes of korte filmessays. Het eerste deel is opgevat als een kritische documentaire over de westerse gewoonte om Afrikaanse religieuze voorwerpen als kunstobjecten te exposeren, alsof ze ter wille van het esthetische genot zijn gemaakt. Campbell grijpt terug op Les Statues Meurent Aussi van Alain Resnais, Chris Marker en Ghislain Cloquet, een documentaire uit 1953 over Afrikaanse kunst en het effect van het kolonialisme op de perceptie ervan. Hij formuleert een hedendaags antwoord op deze film door dezelfde ‘kunstvoorwerpen’ als geïsoleerde objecten op een diepzwarte achtergrond in beeld te brengen. Omdat Campbell geen toelating kreeg van het British Museum om de originelen te filmen, werkte hij met commerciële reproducties. Zo zet hij – na het religieuze en artistieke stadium — een derde stap in de geschiedenis van de perceptie van deze objecten.

Het tweede deel van It for Others is een van bovenaf gefilmde dansperformance die Duncan Campbell maakte in samenwerking met de Michael Clark Company. De zeer gestileerde, minimale scène is eerst gestructureerd rond één centraal punt, net zoals Quad I + II (1981) van Samuel Beckett, een referentie die vaak opduikt in verband met Campbells experimenten met taal en geluiden in film. Alle acties van de dansers worden ingezet op bevel van een onbekende stem. Het centrale punt van de scène kan als een nulpunt of oorsprong worden gezien – de dansers bewegen ernaartoe of dansen eromheen. Na een tijdje komt dat middelpunt in beweging – het blijkt een ronde spiegel te zijn die wordt opgetild en tussen de dansers wordt uitgewisseld. De dansers voeren grote witte doeken aan waarmee ze de vloer van de scène bedekken en leggen de ronde spiegels er vervolgens op een uitgekiende plaats neer. De doeken zijn bedrukt met enkele lijnen en woorden, die samen met de ronde spiegels marxistische schema’s uitbeelden, zoals de equatie commodity-money-commodity (C-M-C) en de logica’s van waarde, uitwisseling en reproductie die daaruit kunnen worden afgeleid.

In het derde deel worden de losse beeldfragmenten aaneengeregen door een voice-over die dagboeknotities voorleest, en die ze op die wijze in verband brengt met onder meer fetisjisme, kapitaal, voedseltekort en overproductie. Tussendoor komen ook gedachten over de totstandkoming van deze film ter sprake. Eerst worden — geïsoleerd, zoals de maskers in het eerste deel — alledaagse commerciële objecten getoond, waaronder een blik Campbell’s Tomato Soup, en laat de film zien hoe zij door hun vormgeving de consument verleiden. Vervolgens worden banale, huiselijke tafelcomposities geënsceneerd, waarin een vrouw een verdunde soep kookt voor haar man. Campbell lijkt hier te alluderen op de positie van een documentairemaker, die nooit de volledige versie van de feiten kan tonen en dus steeds een eigen selectie eruit of een afkooksel ervan serveert.

Aan het einde van de film It for Others houden twee handen een stapel foto’s vast. Een ervan is een beeld van IRA-lid Joe McCann dat door de massamedia werd opgepikt en intussen zelfs prijkt op t-shirts. De activist werd in 1971 in Belfast door Britse soldaten doodgeschoten terwijl hij ongewapend was. De begeleidende voice-over legt uit dat archiefmateriaal geen transparante blik op de geschiedenis biedt, maar een uiterst gekleurd verhaal vol gaten oplevert.

De foto van Joe McCann op het einde van It for Others leidt naadloos naar de tweede film, Bernadette (2008). Het gaat om een documentaire over de Ierse activiste Bernadette Devlin, een jonge vrouw die in de jaren zestig en vroege jaren zeventig tot een icoon uitgroeide van de Republikeinse beweging in Noord-Ierland. Campbell zet diverse bronnen (zoals archiefbeelden) en middelen (abstracte visuele scènes, foto’s met voice-overs) in, en maakt veelvuldige allusies (onder meer op flicker films). Hij toont een uiterst genuanceerd beeld van de activiste. Door de kijker met verschillende perspectieven op het personage te confronteren, stelt hij de mogelijkheid om een consistente visie te ontwikkelen in vraag. De film eindigt met een reeks foto’s die door een vrouwenstem met persoonlijke ervaringen worden verbonden, wat opnieuw een andere blik op het personage Bernadette oplevert.

o Joan, no… (2006), de derde film, is een abstract beelddocument waarin de kunstenaar experimenteert met filmische middelen als licht en geluid. Campbell nam voor deze film non-verbale klanken op, van gegrom tot gelach, uitgebracht door een vrouwenstem. De geluiden roepen associaties op met emoties, die echter helemaal losstaan van de beelden, waarin verschillende vormen van licht worden verkend: heel banaal licht, zoals dat van een straatlantaarn, maar ook theaterlicht en gekleurde lichten volgen elkaar op in een intense sequentie.

De laatste film doet de toeschouwer terugdenken aan momenten in de eerste twee films waarin geluiden eveneens nét niet met de getoonde acties overeenkwamen. Zowel inhoudelijk als vormelijk wordt de kijker daardoor voortdurend bewust gemaakt van het spel tussen archiefbeelden en geregisseerde scènes, tussen het objectieve en het subjectieve. Duncan legt hiermee op een zeer secure wijze bloot hoe de beleving van een (nationale) identiteit kan worden beïnvloed door berichtgeving, maar zeker ook door de al dan niet bewuste selectie van feitelijke informatie verspreid over de tijd. Duncan Campbell wendt in zijn films de manipulatieve kracht van het medium ten volle aan, maar illustreert en thematiseert ze meteen ook. Hij toont hoe het medium film bepalend kan zijn voor de perceptie van de ander, en hoe het daarmee een – beslissende – invloed kan hebben op de eigen subjectiviteit.

 

• Duncan Campbell, tot 26 maart in WIELS, Van Volxemlaan 354, 1190 Brussel (02/340.00.53; wiels.org).