width and height should be displayed here dynamically

Alexis Destoop – Four Directions Of Heaven

De overzichtstentoonstelling van het werk dat Alexis Destoop de voorbije jaren heeft gemaakt, biedt een divers geheel waarin één audiovisuele installatie, Phantom Sun (2017), centraal lijkt te staan. Niet alleen resoneert de titel met die van de tentoonstelling, door zijn fysieke dimensies en de begeleidende soundtrack trekt het werk ook meteen de aandacht. Eromheen worden foto’s en objecten getoond. In een apart vertrek is ook Kairos (2009-2012) te zien, een voor de gelegenheid ingekorte versie van een film die in samenwerking met Aaron Schuster tot stand kwam.

Four Directions Of Heaven is een Bijbelse uitdrukking – zie bijvoorbeeld het gelijknamige boek van de profeet Zacharia, hoofdstuk 6 – en verwijst naar de vier windstreken, maar de titel heeft ook andere connotaties: bijvoorbeeld globalisering, of de impact van menselijke activiteit op het gehele ecosysteem. Daarnaast suggereert het getal vier weinig goeds, want het mag spatiaal nog een soort neutraal ‘overal’ aanduiden, temporeel verwijst het naar de eindtijd – denk hierbij aan de vier ruiters van de Apocalyps of aan de visioenen van Zacharia waardoor Johannes zich liet inspireren.

De ervaring van Phantom Sun is in eerste instantie die van een teveel. Het scherm is net iets te breed (8 meter) om het in één onbeweeglijke blik te vatten, en de waarneming ervan wordt doorkruist door het geluidsspoor van Laszlo Umbreit (bewerkte field recordings), alsook afgeleid naar de trage maar continue projectie van tekstfragmenten op het vloeroppervlak van de tentoonstellingsruimte. Desalniettemin vertoont het werk een duidelijke structuur, namelijk die van een tweeluik.

In het eerste deel worden traag bewegende, panoramische beelden getoond van het havengebied tussen het uiterste noorden van Noorwegen en Rusland, opdoemend uit de mist. Een voice-over gewaagt van modellen voor de toekomst waardoor kansen tot ontwikkeling, in samenspraak met belanghebbenden, benut kunnen worden. Dat die economische exploitatie mede door het smelten van ijs en het ontdooien van bevroren gronden mogelijk wordt gemaakt, is een ongemakkelijk gegeven dat de gladde stem niet vermeldt.

Het als pendant geprojecteerde tekstfragment is een citaat uit Mary Shelleys Frankenstein, namelijk de eerste brief waarin Robert Walton, onderweg naar de Noordpool, zich voorstelt dat ‘de zon er altijd zichtbaar is met zijn brede schijf vlak boven de horizon, een voortdurende pracht verspreidend. Daar zijn sneeuw en vorst verbannen; en over een kalme zee varend zullen we misschien naar een land worden gevoerd dat wat wonderen en schoonheid aangaat iedere streek die tot nu toe op de bewoonbare aardbol is ontdekt overtreft. Wat kan men al niet verwachten in een land van eeuwig licht?’

Hierdoor lijkt de zon aanleiding te vormen voor een narratief dat begint met de fantasie over een eeuwig licht waarin natuurlijke rijkdommen baden, en dat aankomt bij een meer hedendaagse smog die zowel de zon als de producten van menselijk vernuft – schepen, havens, fabrieken… – verduistert. Sinds onheuglijke tijden, of toch minstens sinds de Grieken zich een Hyperborea verbeeldden, vervlecht de wens tot het verleggen van grenzen (geografisch, technisch, economisch…) zich met beloftes van geluk en voorspoed, om vervolgens te resulteren in het tegendeel daarvan. Niet een slapende, maar een door eeuwig licht tot slapeloosheid veroordeelde rede creëert monsters.

Het tweede deel bestaat uit foto’s van dezelfde regio, die de historische gelaagdheid ervan blootleggen. Men krijgt beelden te zien van verlaten industriële sites en stadsgedeeltes, en van relicten die herinneren aan geostrategische conflicten die draaiden om ertsen, olie en vaarroutes. Deze conflicten maken deel uit van de hedendaagse geschiedenis en toch lijken ze in het werk tot een ver en voorbij verleden te behoren.

In het eerste, ‘actuele’ deel is er sprake van economische ontwikkeling en een nog vorm te geven toekomst met welvaart als doel, maar de beelden van havenindustrie – waarin overigens geen mens te ontwaren is – zijn sinister en roepen de vraag op over welke welvaart het gaat, wie die zal toekomen en wat de eventuele prijs ervan zal zijn. In het tweede, ‘historische’ deel van Phantom Sun verschijnt de (koude) oorlog tussen naties, tekstueel ondersteund door fragmenten van een persoonlijke getuigenis over het leven in die tijd. Deze particuliere, gesitueerde echo’s, deze ‘verre’ geluiden – van het opbod tussen naties tot oorlog toe, van ideologische botsingen, van door politiek gevoede architecturale plannen… – werden, zo blijkt in het eerste deel, ondertussen afgelost door een verondersteld postideologisch, abstract en algemeen geldend, want op wetenschappelijke inzichten gebaseerd verhaal over groei en welvaart. Dat verhaal slaagt er evenwel niet in te verbergen waar het om gaat: kapitaal dat zich een weg baant naar waar geen mens eerder is gegaan.

De didactische opdeling in een ideologisch-politiek verleden (deel twee) en een abstract, postideologisch-economisch heden (deel één) wordt echter geproblematiseerd doordat het werk als een continue loop wordt gepresenteerd. Zo evoceren de gasmaskers waarmee deel twee eindigt zowel de oude vijand en diens chemische wapens, als de nieuwe, alomtegenwoordige luchtvervuiling waarop deel één alludeert. Ook het oude, ooit tot het restafval van de negentiende eeuw gerekende nationalisme (deel twee) is opnieuw een politieke factor van belang (deel één).

De kracht van Phantom Sun schuilt niet alleen in zijn visuele poëzie, in de raadselachtige, want betekenisvolle associaties die het weet op te roepen, maar ook in de kloof die het werk uiteindelijk tot een diptiek maakt. De opdeling in een gewelddadig verleden en de mogelijk nog destructievere toekomst wordt weliswaar geproblematiseerd, maar ook na het onderuithalen van die ‘didactische’ tweedeling rest er een cesuur die de kijker treft waar hij is: hier en nu, verdeeld tussen een onvoltooid verleden en een toekomst die in haar onafwendbaarheid reeds voorbij lijkt te zijn.

 

Alexis Destoop – Four Directions Of Heaven, tot 30 april bij Argos, Werfstraat 13, 1000 Brussel (02/229.00.03; argosarts.org).