width and height should be displayed here dynamically

A Tale of Hidden Histories

De tentoonstellingstekst van A Tale of Hidden Histories opent met een vraag die ondertussen klinkt als een cliché: ‘Waarheid, feiten, herinneringen, werkelijkheid: zijn het allemaal constructies?’ Aan de hand van werken van Omer Fast, Chia-Wei Hsu, Meiro Koizumi en het duo Broomberg & Chanarin tracht de tentoonstelling inzicht te bieden in de manieren waarop geschiedenissen worden vormgegeven. In tegenstelling tot wat de titel van de tentoonstelling suggereert is de gemene deler niet zozeer dat de geselecteerde werken verborgen of vergeten historische episodes uitdelven. De nadruk ligt op hoe de kunstenaars via verschillende media inzichtelijk proberen te maken dat verhalen over het verleden noodzakelijkerwijs uitgaan van een particulier perspectief, en daarom onvermijdelijk subjectief, partijdig en onvolledig zijn. Alle werken in A Tale of Hidden Histories behandelen oorlogssituaties en conflicten waarin volgens de tentoonstellingsmakers ‘waarheid en fictie op scherp worden gezet’.

Het argument dat geschiedschrijving gebonden is aan particuliere perspectieven doet beroep op een bijzonder krachtige en breed gedragen metafoor: zicht fungeert als zintuiglijke concretisering van kennis over het verleden – als inzicht. Meiro Koizumi’s video-installatie Defect in Vision (2011) drijft die metafoor op de spits. In een huiselijk en ietwat melodramatisch tafereel zien we een kamikazepiloot en zijn vrouw samen eten. Het tafereel speelt zich af in 1945, de piloot neemt afscheid om te gaan vechten in de slag om Okinawa, waarin uiteindelijk 110.000 Japanse soldaten zullen omkomen. De piloot is echter naïef optimistisch en overtuigd van zijn terugkeer. Koizumi herhaalt hetzelfde afscheidstafereel verschillende keren, telkens met kleine variaties. Na verloop van tijd wordt duidelijk dat de acteurs in Defect in Vision blind zijn, en bij uitbreiding dat hun blindheid het naïeve geloof in de oorlogsideologie van het keizerrijk symboliseert. Verderop in de tentoonstelling wordt ook Koizumi’s Portrait of a Young Samurai (2009) getoond. Hier krijgen we een monoloog te zien van een kamikazepiloot die afscheid neemt van zijn familie. Opnieuw wordt dezelfde scène meermaals gespeeld. Koizumi’s in toenemende mate agressieve regie-instructies drijven de acteur tot het uiterste.

In een volgende cluster aan werken maken de kamikazepiloten plaats voor beelden gemaakt door drones. Chia-Wei Hsu’s Drones, Frosted Bats and the Testimony of the Deceased (2017) toont vier videokanalen met beelden van een verlaten brandstoffabriek in Taiwan. Over die beelden heen krijgen we verhalen te horen, herinneringen aan de fabriek, verteld door arbeiders die er werkten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hsu’s werk staat in dialoog met Omer Fasts Her Face Was Covered (2011). Fast combineert de audio van een getuigenis van een Amerikaanse militaire dronepiloot die vertelt over zijn beslissing een konvooi te bombarderen met realistisch in scène gezette beelden van een vergelijkbare droneaanval. In een tweede videokanaal toont Fast zinsneden uit de transcriptie van dezelfde getuigenis, gealterneerd met schijnbaar willekeurige afbeeldingen. Deze afbeeldingen blijken zoekresultaten uit Google Images, overeenkomstig met deze zinsneden die als query ingevoerd werden. Van Fast wordt overigens ook de bekende film Continuity (2012) getoond, nog een werk dat speelt met herhaling en verschil. In Continuity onthullen verschillende variaties op de thuiskomst van een jonge Duitse soldaat geleidelijk aan iets macabers.

Broomberg & Chanarins multimedia-installatie Dodo (2014) combineert ongebruikte beelden, geproduceerd voor de verfilming van Catch-22, met archeologische vondsten gedaan door de kunstenaars op het Mexicaanse eiland San Carlos, een locatie voor de Hollywoodinterpretatie van Joseph Hellers roman. Broomberg & Chanarin zochten met name naar de restanten van een begraven bommenwerper, die echter onvindbaar bleek – net als de overblijfselen van de dodo, een uitgestorven vogelsoort. Het duo verwijst op een nogal pompeuze manier naar de ontbrekende B-25, namelijk door een enorme propeller in de installatie op te nemen, die aangesloten is op een motor en roteert. Tot slot is ook Broomberg & Chanarins The Day That Nobody Died (2008) opgenomen. Voor dit project stelden de kunstenaars een zes meter lange fotografische print twintig seconden lang bloot aan de zon. Dit deden ze tijdens een ‘residency’ als fotografen bij het Britse leger in Afghanistan. Broomberg & Chanarins bezoek aan in Afghanistan vond plaats in juni 2008, de maand waarin er bij de Britse bezetters een recordaantal dodelijke slachtoffers viel. De abstracte kleurprint is op geen enkele manier een representatie van het militaire conflict. De conventionele, indexicale band tussen fotografie en de realiteit is nadrukkelijk gebroken. Een ander onderdeel van The Day That Nobody Died is een film die het transport van die print, uitgevoerd door Britse soldaten in Afghanistan, documenteert.

A Tale of Hidden Histories toont een sterke en consistente selectie, met interessante resonanties tussen de werken onderling. Je kan je echter afvragen in hoeverre de discursieve omkadering van de tentoonstelling, die een soort postmodern relativisme lijkt te omarmen, hier wel passend is. Bepaalde ’traditionele’ cinematografische en documentaire conventies en technieken worden weliswaar geproblematiseerd, maar dat betekent gelukkig niet dat de kunstenaars in de tentoonstelling blijven steken in een uitsluitend deconstructieve modus, in epistemologische twijfel. Neem de werken van Hsu of Fast: uiteindelijk zijn hun video’s en installaties relevant juist omdat er wél werkelijkheidsclaims gemaakt worden – werkelijkheidsclaims waaraan politieke consequenties verbonden zijn. Deze kritiek op de duiding bij de tentoonstelling lijkt misschien sikkeneurig, maar is niettemin cruciaal. Want het klopt inderdaad dat conflictsituaties de grenzen tussen werkelijkheid en fictie op scherp zetten, maar dan in die zin dat er op de verpletterende realiteit van geweld simpelweg niet af te dingen valt. De kunstenaars in A Tale of Hidden Histories lijken dit veelal begrepen te hebben. Daarom is het enigszins wrang dat hun werk hier gelieerd wordt aan het soort ongebreideld constructionisme dat in tijden van post-truth politics, fake news en alternative facts alle schijn van politieke radicaliteit verloren heeft. Postmodern relativisme is verworden tot het hedendaags propagandamiddel par excellence. De – al dan niet retorisch gestelde – vraag of waarheid, feiten, herinneringen en werkelijkheid constructies zijn, is dan ook geen onschuldige platitude, maar letterlijk een dooddoener.

 

• A Tale of Hidden Histories, tot 19 mei in Eye Filmmuseum, IJpromenade 1, 1031 KT Amsterdam.