width and height should be displayed here dynamically

Abstrakte Bilder van Gerhard Richter

De tentoonstelling Gerhard Richter – Abstrakte Bilder toont een selectie van schilderijen die Richter heeft gemaakt tussen 1986 en 2008. Het zijn een veertigtal werken die in de kelder van Museum Ludwig zijn ondergebracht. De meeste schilderijen overweldigen de toeschouwer door hun grote formaat. Het nieuwste werk, Sindbad (2008), wijkt daar echter van af. Sindbad is een reeks van honderd schilderingen in lak achter glas die in Keulen voor het eerst te zien is. Hoewel Richter al eerder met lak werkte, toont de serie dat de schilder zich blijft ontwikkelen en vernieuwen. Maar de toevoeging van Sindbad is ook om een andere reden zinvol. Door de wisselwerking met de abstracte reeksen krijgen we een goede kijk op de manier waarop Richter zich verhoudt tot zijn werk.

In de Abstrakte Bilder staan de actoren toeval en kleur centraal. Kleur dringt zich al gauw aan de toeschouwer op omdat de schilderijen polychroom, non-figuratief en… groot zijn. Richter beperkt zich bovendien niet tot een bepaald kleurenpalet; hij varieert van donker tot licht en van somber tot fel. Het toeval heeft een belangrijke rol in Richters werkproces. Hij laat het lot beslissen over de uitwerking van zijn ideeën.

Doordat Richter in de voormalige DDR zowel het naziregime als het communistische bewind meemaakte, ontwikkelde hij een afkeer van elke vorm van ideologie. In zijn kunst vertaalde hij deze afkeer onder meer door het kiezen van onderwerpen te vermijden en door afstand te bewaren tot hetgeen hij schilderde, bijvoorbeeld door het gebruik van de kleur grijs. In de Abstrakte Bilder is er een andere manier waarop Richter afstand neemt van het doek: hij geeft het toeval een grote rol. Hij ‘bouwt de schilderijen op’ uit vele laagjes verf, die hij vervolgens afschraapt met een spatel of rakel. Hoewel het toeval bepaalt in hoeverre de verf uiteindelijk wordt uitgeveegd of verwijderd, is het natuurlijk aan Richter om het juiste moment te kiezen waarop hij de rakel over de verf trekt. Wanneer hij het snel na het aanbrengen van de verschillende lagen doet, ontstaat kleurmenging; wanneer hij eerst de onderlaag laat drogen blijft deze menging uit en blijven de afzonderlijke lagen beter herkenbaar. De richting waarin de rakel is getrokken en de afgesplinterde stukjes ontbrekende verf getuigen van dit werkproces en verwijzen direct naar Richters hand. Het is de rol van het toeval om deze persoonlijke verwijzingen te neutraliseren.

Het proces van aanbrengen en verwijderen past Richter in de Abstrakte Bilder steeds opnieuw toe. Elk schilderij is het eindresultaat van meerdere composities, die uiteindelijk door een intensief arbeidsproces met elkaar worden verbonden tot één geheel. De gelaagdheid die van deze werkmethode het resultaat is, heeft steeds een ander karakter.

Zo komt in schilderijen van het type Fels de gelaagdheid vooral tot uiting in de dynamische verhouding tussen gemengde en ongemengde, pure kleuren. In deze schilderijen is een spanningsveld zichtbaar tussen een onderlaag en bovenliggende lagen. De onderliggende laag wordt bedekt door verschillende kleuren. Sommige kleuren mengen met elkaar, andere liggen als het ware ‘op’ de eerdere verflagen. Het resultaat is dan een regen van talloze stipjes en veegjes verf over een polychrome ondergrond. In sommige schilderijen kun je goed zien hoe de rakel verschillende laagjes verf van het doek af heeft getrokken, alsof het een opzettelijke ‘beschadiging’ betreft. Richter bouwt zo een interne spanning op die bijzonder materieel van aard is.

In andere Abstrakte Bilder krijgt de gelaagdheid een ruimtelijker karakter. In Claudius bijvoorbeeld, vormt het vlakke blauw een achtergrond waar andere kleuren boven lijken te zweven, wat het werk een ruimtelijk karakter geeft. Ook bevat het schilderij vormen die naar ruimtelijke objecten verwijzen, zoals de grijs-witte verticale en diagonale strepen. Het driedimensionale karakter wordt radicaal doorbroken door het zwart, dat als gedeeltelijk dekkende en gedeeltelijk transparante vlek met de zorgvuldig opgebouwde laagjes kleur contrasteert. Dat kan geen toeval zijn. Doordat hij speelt met het idee van het schildersproces als verbeelding van illusie, treedt Richter hier even op de voorgrond.

In Sindbad – het museum heeft de serie uit een privécollectie in bruikleen – treedt Richter als schilder op de achtergrond. In tegenstelling tot de hierboven besproken schilderijen, zijn deze composities niet gelaagd, maar vlak van aard. Sindbad bestaat uit kleine glasplaten waarachter zich verschillende kleuren lak bevinden. In elk werkje doemt een spanningsveld op tussen egale, scherp begrensde kleurvlakken en gebieden van gemengde kleur. Het spanningsveld is hier niet materieel, zoals in de abstracte schilderijen, maar wordt louter door de kleuren zelf veroorzaakt. De pure kleurvlakken doen wel wat denken aan Kandinsky’s vroege periode; de gestreepte kleurvlakken lijken in sommige gevallen erg op de dwarsdoorsnede van een mineraal, wat de werken een natuurlijke uitstraling bezorgt. In Sindbad is Richter er goed in geslaagd om afstand te nemen. De schijnnatuurlijkheid van de composities plaatst hem als scheppende kracht op de achtergrond van zijn werk. De fysieke sporen die te zien zijn in de verf van de abstracte schilderijen, zijn hier afwezig. Geen toets, geen materiaal, geen enkel spoor van bewerking of vormgeving is hier zichtbaar; alleen de kleuren zelf. Het is de samenstelling van deze kleurenmelanges die leidt naar de maker.

Waar Richter in de abstracte schilderijen slechts door de rol van het toeval afstand kan nemen van hetgeen hij maakt, wordt in de lakwerken elk persoonlijk spoor uitgewist door de glasplaat. Legt Richter in de abstracte schilderijen zijn werkproces bloot, in de lakwerken is hiervan niets terug te vinden. De tentoonstelling vestigt daarmee impliciet niet alleen de aandacht op de diversiteit van de werken, maar ook op Richters persoonlijke ontwikkeling als kunstenaar.

 

• Gerhard Richter – Abstrakte Bilder tot 1 februari 2009 in Museum Ludwig, Heinrich-Böll-Platz, 50667 Köln (0221/221.261.65; www.museenkoeln.de/museum-ludwig).