width and height should be displayed here dynamically

Albert van Westing

Vijf video’s toont Albert van Westing in zijn tentoonstelling Handheld in Stedelijk Museum Bureau Amsterdam. De beelden worden groot op de muur geprojecteerd en laten, gedurende enkele minuten tot een half uur lang, mensen zien in alledaagse situaties. Er gebeurt weinig. In Weg zitten twee jongens op kampeerstoeltjes te picknicken achter hun auto, aan de kant van een weg die naar bergen op de achtergrond voert. Bijna een half uur lang volg je hoe de twee vrienden, die Van Westing vanuit de hand filmde, tegenover elkaar zitten, af en toe wat zeggen of een grapje maken, weer stil zijn, wat eten. Lessen toont drie mannen in zwarte pakken die in een onstuimige grijze zee staan, en vruchteloze pogingen ondernemen om één van hen mee te laten surfen aan een vlieger die buiten beeld is.

Als je je erbij neerlegt dat er zich in deze video’s geen plot zal ontwikkelen, en je de rust neemt om alles te bekijken, krijg je al snel aandacht voor de details, de achtergrond en de wijze waarop de situaties zijn vastgelegd. De beelden zijn sober, ze hebben een evenwichtige compositie en kadrering, waardoor de aandacht als vanzelf op de figuren gericht wordt. De achtergrond speelt tevens een belangrijke rol. De bergen, het strand en de zee brengen onmiskenbaar een romantische symboliek met zich mee. De drie mannen in zee lijken in strijd met de elementen, en wellicht met zichzelf of het leven, terwijl de tijd vervaarlijk doorraast. De jongens die rustig picknicken, gaan zonder het zelf te beseffen een tocht vol ontberingen tegemoet. Deze associaties verdwijnen echter even snel als ze opkwamen. De concentratie wordt verbroken; de jongens pakken hun spullen in, en de video stopt plotseling; de surfers lopen naar de wal, en de camera draait weg van de eindeloze zee, naar het strand waar wat spullen rondslingeren en een strandpaviljoen te zien is. In Terwijl Maxime rust ligt een jongen languit op zijn rug te slapen, terwijl op de achtergrond kindjes in zee spelen en er af en toe iemand voorbijloopt. De slapende jongen straalt een grote rust en stilte uit. In het beeld wordt hij gescheiden van het strandleven door de vloedlijn, en omdat hij vanaf een laag en statisch standpunt is gefilmd en op een verhoging in het zand ligt, lijkt hij boven alles verheven, voor een moment zelfs ‘opgebaard’. Deze indruk verdwijnt echter direct weer als er een duif langsloopt. Dergelijke details, kleine verstoringen van de rust en het evenwicht, zorgen ervoor dat je dicht bij het gewone en alledaagse van het (overigens niet gemanipuleerde) tafereel blijft.

Uit elke video spreekt eenzelfde rustige stemming. Het is aangenaam om ernaar te kijken, en dat heeft ook met de context van de getoonde activiteiten te maken: je ziet de mensen altijd in hun vrije tijd. Ze trekken er alleen of samen op uit, ze rusten of ze spelen. Hun isolement tegen een achtergrond van woeste natuur maakt ze kwetsbaar en eenzaam, wat  sympathie opwekt, en toch wordt de natuur niet als een onheilspellend of bedreigend contrast tegen de kwetsbaarheid van de mens uitgespeeld. In Drie keer omlaag staat een man bovenop een steile heuvel, om vervolgens af te dalen, tegen de harde wind in. De schokkende camera en de ziedende wind in het gras op de helling geven de scène iets dramatisch, maar voor de man lijkt de wind gewoon een uitnodiging om wat te spelen. Alvorens hij met luchtige maar voorzichtige sprongetjes afdaalt, gooit hij iets in de lucht om te zien hoe snel het wegwaait, en spreidt hij zijn armen om tegen de wind in te leunen. De mensen in Van Westings werk lijken op hun gemak, ze doen wat ze doen, onverstoorbaar en ongehinderd door de kunstenaar die hen – na gekregen toestemming – is gaan filmen.

Van Westing, die bekend staat als fotograaf en pas kort geleden de videocamera ter hand nam, exposeert momenteel tevens recente foto’s in galerie De Praktijk. Hij gaat er op een vergelijkbare manier te werk, maar dit keer toont hij mensen tijdens hun pauze op kantoor. Door de wat saaie achtergrond verschuift de aandacht naar de houding en gezichtsuitdrukking van de personages. Vertellen toont een man die een verhaal vertelt aan zijn collega, en daarbij bijzonder expressieve houdingen aanneemt, alsof hij een dramatische scène speelt. In Pauze zien we een klein groepje mensen in een kantoor. Ze hangen een beetje rond, kletsen wat, en beginnen hevig te discussiëren. Doordat de spotjes in het plafond soms gezichten uitlichten, krijgt het gebeuren iets theatraals, en worden de mensen acteurs in een decor. Het gaat Van Westing echter niet om een spel met enscenering en fictie. Hij is geboeid door de onverhoedse dramatische schoonheid die houdingen en gebaren kunnen aannemen tijdens een ontspannen moment op de werkvloer.

Naast deze nieuwe series hangt er het tweeluik Gesprek, gemaakt in dezelfde periode als de video’s van Handheld. Een jongen en een meisje zitten aan het meer van Genève en voeren een ontspannen gesprek. De foto drukt rust en sereniteit uit, met het water op de achtergrond, de elegante houdingen, de paar spullen die als een stilleven tussen hen in op de steiger liggen. Doordat Van Westing in zijn foto’s voor series met meerdere momentopnames kiest, blijven de nuances van de alledaagse situatie bestaan (het ene moment is dramatisch, het volgende rustig…). Toch heerst in de foto’s een voorname sfeer van drama of schoonheid. In de video’s zijn er meer schakeringen tussen het beschouwende van het beeld, dat allerlei associaties en overpeinzingen stimuleert, en de concreetheid van details of van kleine en ‘alledaagse’ veranderingen. Zelf zegt Van Westing geboeid te zijn door mensen in alledaagse situaties, en door het punt waarop iemand echt zichzelf lijkt, en er een oprechte intimiteit verschijnt in de interactie tussen mensen. Door te bemiddelen tussen het weglaten en het toelaten, tussen abstractie en anekdote, vindt hij – vooral in de video’s – een vorm om dit voelbaar te maken.

 

• Handheld loopt tot 26 januari in Stedelijk Museum Bureau Amsterdam, Rozenstraat 59, Amsterdam (020/422.04.71; www.smba.nl). Vertellen loopt tot 5 februari in De Praktijk, Lauriergracht 96, Amsterdam (020/422.17.27; www.depraktijk.nl).