width and height should be displayed here dynamically

Alvin Langdon Coburn

Aristocratisch symbolist en avant-gardist van het eerste uur. Vrijmetselaar, Rozekruiser en druïde. Rond de eeuwwisseling reist Coburn (1882-1966) van Amerika naar Londen. Het wordt de eerste van een reeks Atlantische overtochten, die hij tot 1912 met regelmaat onderneemt. Zo kent hij zowel Alfred Stieglitz als F. Holland Day, Henry James, George Bernard Shaw als Ezra Pound en bevindt hij zich middenin het intense proces van uitwisseling van ideeën tussen Europa en Amerika. Traditie en vernieuwing. Alvin Langdon Coburn maakt deel uit van fotobewegingen als de Londense Linked Ring Brotherhood of de Photo-Secession in New York, maar ook bij de Vorticists sluit hij zich aan, een groep Britse ‘kubisten’ rond Ezra Pound en Wyndham Lewis. Hij maakt er in 1917 zijn ‘Vortografieën’, foto’s waarin hij met behulp van een spiegelprisma een bijna kaleidoscopische, (min of meer) kubistische vormversplintering suggereert. Tegelijk blijft hij zich rigoureus op het métier concentreren, maakt zich zowat alle mogelijke druktechnieken eigen. Hij neemt deel aan talloze tentoonstellingen, publiceert tal van beelden in tijdschriften, onder meer in Stieglitz’Camera Work, of illustreert in 1907 The Intelligence of the Flowers van Maeterlinck of The Cloud van Shelley in 1912. Vanaf 1909 geeft hij ook een aantal eigenhandig gedrukte boeken met zijn foto’s uit. Vooral Stieglitz zal Coburns beeldtaal rond 1912-13 een meer besliste richting uitsturen. Hij concentreert zich op meer abstracte structuren en vormen en experimenteert met extreme perspectieven. In Octopus uit 1912, bijvoorbeeld, kijkt hij vanop grote hoogte neer op de sneeuwvrij gemaakte paden van een Newyorks park. De schaduw van het torengebouw waarop Coburn stond, vult vrijwel het halve kader. Inmiddels ontbreekt dit onverslijtbare beeld in geen enkel boek over modernistische fotografie. Maar de invloed ervan was al eerder naspeurbaar en reikte soms ver. In 1930 bijvoorbeeld maakte de Brusselse fotograaf Willy Kessels er zelfs zo’n beetje een eigen versie van. Al stond hij wel een stuk lager om ons een inkijk te bieden op het parkje van de Brusselse Kleine Zavel, met de povere schaduw van een van de hek-sculptuurtjes die aarzelend, schraal de voorgrond penetreert… Typisch voor Coburn lijkt wel dat hij zijn eigen (of de hem toegeschreven) modernistische ambities in toom wilde houden door deze foto in de titel een uitgesproken symbolistische lading mee te geven. Zo las hij dit beeld ook. Als een web van referenties, een complexe kosmologie, waarin de ‘octopus’ voor hem eenzelfde status kreeg als de universele ‘leeuw’, ‘draak’ of ‘arend’… Die schijnbare tegenstrijdigheid, de onmogelijkheid uiteindelijk, om zijn oeuvre afgemeten te ‘plaatsen’, maakt Alvin Langdon Coburn tot een intrigerende figuur. Daar ging het hem net om: “Waarom zou de fotografie niet de kluisters van de conventionele representatie afgooien en iets fris en onvermoeds uitproberen?” schreef hij. “Stel je het genot voor om iets te doen dat onmogelijk kan geklasseerd worden, waarvan je niet kan zeggen wat onder en wat boven hoort…” In Keulen is naar aanleiding van de Photokina een selectie van Coburns vroege werk te zien, afkomstig uit het International Museum of Photography in het George Eastman House, New York.

 

• Van 12 september tot 25 oktober in het Römisch-Germanisches Museum, Roncalliplatz 4, 50667 Köln (0221/221.44.38).