width and height should be displayed here dynamically

Andreas Feininger

Zo maken ze ze (gelukkig) niet meer. Zelfs al blijven veel van zijn foto’s ongetwijfeld nog steeds de natte droom van menig academieleraar of fundamentalistisch vakfotograaf. Deze Amerikaan werd in 1906 in Parijs geboren, als zoon van de schilder en latere Bauhausleraar Lyonel Feininger. Andreas volgde aanvankelijk in Weimar en Dessau een opleiding tot meubelontwerper en architect, maar besloot in 1928 zijn constructie-activiteiten tot het optrekken van een donkere kamer te beperken. Dit eerste Europese retrospectief Andreas Feininger. Photographs 1928-1988 brengt in zekere zin ruim een halve eeuw fotogeschiedenis door één lens. Andreas Feininger bleek altijd wel ergens in de buurt wanneer er iets aan het bewegen was. Zo fotografeert hij eerst in een (soms over)rijpe Bauhausstijl architectuur, naakten, portretten en blijft ook later geen enkel experiment uit de weg gaan: fotogram, solarisatie, reticulatie, micro, macro, enzovoort. De wereldoorlog drijft ook hem naar New York. Hij wordt er in 1943 beeldredacteur van het magazine Life, waarvoor hij twintig jaar lang een van de vliegende fotoreporters blijft. Merkwaardig is het portret dat hij in 1951 van zijn collega fotojournalist Dennis Stock maakt en dat hij vier jaar later in een gereduceerde cadrering herneemt waar hij dan sec de titel Fotojournalisme opkleeft. Een blanke achtergrond drukt het zwarte silhouet van een man naar voor, zijn hele lichaamshouding verraadt een camera in aanslag. En die krijgen we ook te zien in de lichtvlek die enkel zijn gelaat uit de schaduw haalt. De lens van het toestel en de flits bevinden zich ter hoogte van zijn ogen. Deze fotograaf kijkt alvast niet door zijn zoeker. Of Feininger met dit beeld van een soort robot-fotograaf een kritische noot bij zijn professie wilde plaatsen of gewoon een zoveelste spielerei vastlegde, blijft onduidelijk. In het boek bij dit retrospectief krijgen we zeker geen antwoord, de foto staat er zelfs niet eens in. Warum ich fotografiere is de titel die het meekreeg en het bevat dé 63 lievelingsbeelden, uitgekozen en van retrospectief commentaar (annex nostalgisch geneuzel) voorzien door de meester zelf. Natuurlijk zit tussen die beelden af en toe nog een voltreffer. Maar toch, iemand zou deze kwetsbare dinosaurussen tegen zichzelf in bescherming moeten nemen.

 

• Andreas Feininger: van 11 maart tot 1 juni in het Bauhaus-Archiv, Museum für Gestaltung, Klingelhöferstrasse 14, 10785 Berlin, daarna in Die Neue Sammlung, Staatliches Museum für Angewandte Kunst, Prinzregentenstrasse 3, 80538 München. Info via het Institut für Kulturaustausch, Reutlinger Strasse 9/1, 72072 Tübingen (07071/93450).