width and height should be displayed here dynamically

Angela Bulloch

In de uitgestrekte industriële ruimte van De Pont in Tilburg bekleefde de Amerikaanse kunstenares Angela Bulloch telkens één volledige wand van de tentoonstellingsdozen met een print van reusachtige, abstracte pixelpatronen. De titels van de prints, respectievelijk Beiijng, 21st century Kanazawa en Lanzarote (2006), geven aan dat het om fragmenten van reële beelden van steden gaat. De beelden werden echter zodanig opgeblazen dat ze tot een kleurrijk grid herleid zijn. De pixel, de basiseenheid van het digitale beeld, is Bullochs geprefereerde ‘materiaal’. Ze vertrekt van televisiebeelden of van beelden uit haar eigen filmarchief en vergroot die uit. Een beeld waarvan de pixels groot en zichtbaar zijn, wordt vaak als van slechte kwaliteit ervaren of afgedaan. Bij Bulloch staan de pixels niet langer voor visuele ruis of noise, maar voor visuele en sculpturale precisie. Bulloch vergroot de pixels immers niet enkel in de 2de dimensie, maar geeft ze ook volume en plaatst ze in de ruimte. Sinds enkele jaren hanteert ze de zogenaamde Pixel Boxes. Elke Pixel Box – ook wel DMX-module genaamd als verwijzing naar de gebruikte lichttechnologie – bestaat uit een houten of aluminium kubus met één zijde uit opaak glas, waarachter zich een rode, groene en blauwe TL-buis bevindt. Aan de hand van een programma – dat samen met de ‘computer-kunstenaar’ Holger Friese werd ontwikkeld – kunnen deze modules meer dan 16 miljoen verschillende kleurvlakken genereren.

In het werk Gang of Four (2004) worden 16 van deze kubussen gestapeld tot een vierkant beeldscherm. In 6 Chains Permutation B worden ze geschakeld tot een serie van zes rijen. De eerste rij bestaat uit twee kubussen: een gesloten of black box-module en een DMX-module. De volgende rijen groeien telkens met één gekleurde Pixel Box aan. Terwijl Gang of Four zich aandient als een gedigitaliseerd en geparceleerd monochroom, refereert 6 Chains Permutation B duidelijk aan minimalistische sculpturen en de series van Donald Judd in het bijzonder. Binnen het werk van Bulloch spelen ‘kunsthistorische beelden’ trouwens een primordiale rol. Ze worden tot hun meest elementaire digitale vorm herleid, en vervolgens gesampled en geremixt tot een persoonlijk visueel en sculpturaal algoritme. Zo ontleent RGB Spheres (2005), een installatie van vier wanden waarop rode, groene en blauwe bollen van allerlei maten voortdurend van lichtsterkte wisselen, de schikking van de lampen aan een schilderij van Bridget Riley. De dynamiek in het werk van Bulloch is evenwel geen product of effect van optische effecten en illusies maar van technologische animatie. Het kunstwerk zélf verandert voortdurend van visuele aanblik en ontzegt zo de toeschouwer elke vorm van controle. Dit optisch spel leidt niet tot duizeligheid of hoofdpijn, maar tot meditatieve rust of trance. De voortdurende lichtpulsaties en de kleurveranderingen worden getemperd door een minimalistische ingetogenheid. In Macroworld (2002) kiest Bulloch dan weer voor een theatrale enscering. Een wand opgebouwd uit vijf rijen van zeven DMX-modules staat in een ruimte met een verhoogde vloer en een spiegelend plafond. De kubussen wisselen van kleur op het ritme van een kort muziekfragment. Wanneer er geen muziek speelt, worden de kleursequenties rustiger en contrasterender. Als toeschouwer lijk je plots een disco te betreden en op een scène te stappen.

In het werk Daniel: Group Of Seven (One Absent Friend) (2005) is één pixel zelfs zodanig opgeblazen dat je de box als toeschouwer kan betreden. Zo krijg je niet enkel het mysterieuze ‘binnen’ van de minimalistische sculptuur te zien, maar tevens de materiële structuur, de installatie van neonbuizen en het opake glas. Op de binnenwand hangen echter ook foto’s van Spatiodynamique 16, een sculptuur van de architect-kunstenaar Nicolas Schöffer uit 1953. Een andere foto toont een architectonisch raamwerk met een balletdanser. Schöffer was geobsedeerd door beweging en tijd in relatie tot de plastische ruimte. Hij bouwde in 1973 zelfs eensculpture-automobile: een sculpturale fusie tussen een wagen en een stalen lichttorenconstructie. Schöffer verkoos skeletstructuren omdat gesloten volumes geen ruimtelijke dynamiek vertonen. Angela Bulloch daarentegen werkt wél met minimalistische, hermetische volumes. De dans, de kleur en het geluid die Schöffers ‘spatiodynamische’ structuren completeerden, maken bij Bulloch integraal deel uit van het werk. Zo wordt de losse constellatie van in grootte variërende Pixel Boxes in Daniel: Group Of Seven versterkt met twee projecties van een danser of van zijn schaduw. De beelden worden echter op zo’n manier op de wand geprojecteerd dat de bezoeker via zijn of haar schaduw een synchrone tegenspeler voor de danser wordt. Onopvallend lopen de tweede en de derde dimensie, stilstand en beweging in elkaar over.

Bullochs werk bewijst dat het ruimtelijk engagement van nieuwe technologieën de grenzen van het beeldscherm ver kan overschrijden. Moeiteloos voorziet ze haar technologische perceptiemachines van een ruimtelijke impact. Terwijl de lichtschermen enerzijds door hun ruimtelijke opbouw een sculpturaal karakter verkrijgen, laten ze de ruimtelijke setting anderzijds voortdurend veranderen door de wisselingen in kleur, snelheid en lichtintensiteit. In het brandpunt van deze dynamiek staat de toeschouwer. Die krijgt de kans om de gepixelde filmscènes en fotofragmenten op een abstracte en tegelijk zeer fysieke manier te beleven.

 

• Angela Bulloch ism Modern Art Oxford, The Power Plant, Toronto en Secession, Wenen, van 14 januari tot 7 mei 2006, De Pont museum voor hedendaagse kunst, Wilhelminapark 1, 5041 EA Tilburg (013/543.83.00; info@depont.nl; www.depont.nl).