width and height should be displayed here dynamically

Art brut, Collection de l’Aracine

In 1995 toonde het Palais des Beaux-Arts in Charleroi reeds de historische collectie van Hans Prinzhorn, de eerste systematische onderzoeker van Art Brut. Onder meer naar aanleiding van de definitieve verhuis van de vermaarde collectie van Jean Dubuffet van Parijs naar Lausanne, wat als een groot verlies ervaren werd in Frankrijk, beslisten Madeleine Lommel, Michel Nedjar en Claire Teller in 1982 om een internationale en retrospectieve verzameling Art Brut (plastisch werk van mentaal gestoorden) uit te bouwen. De collectie van dit Belgisch-Franse verzamelaarscollectief kreeg de naam Collection de l’Aracine mee. In het Musée d’Art Moderne van Villeneuve d’Ascq is een omvangrijke selectie uit deze collectie vreemdsoortige artefacten te zien. In het kader van deze tentoonstelling benadrukt het museum trouwens dat het al langer schilderijen van Augustin Lesage (1876-1954) in de collectie heeft. Lesage was een mijnwerker die in 1912, tijdens het labeur in een mijnschacht, stemmen hoorde. Schilder zou hij worden. En inderdaad, Lesage schilderde tot zijn dood. Aanvankelijk werd hij gedicteerd door onder andere zijn dode zuster, Leonardo da Vinci en Apollonius van Thyane. Later beschouwde hij zichzelf als de reïncarnatie van een Egyptische schilder uit de tijd van de farao’s. In die laatste hoedanigheid produceerde hij ruim 800 doeken. Lesage bouwde zijn schilderijen streng symmetrisch op vanuit een verticale middellijn. De doeken zijn zeer verfijnd uitgewerkt aan de hand van decoratieve schema’s. Op de keeper beschouwd is dit geen Art Brut pur sang, maar wel spiritistisch werk. Toch onthult dit oeuvre dat de stemmen Lesage een slag van de molen bezorgden. Uit de catalogus blijkt trouwens dat de regio Nord-Pas de Calais wat dat betreft nog meer uitzonderlijke individuen in petto heeft. Deze tentoonstelling toont de meest uiteenlopende uitingen van Art Brut, met uitschieters als een muurwand vol fantasierijke geweren, in mekaar geknutseld door André Robillard. Ook zijn er uit ijzerdraad, elektriciteitskabels en allerlei klein afval in mekaar gedraaide proppen te zien van de Philadelphia Wireman, een onbekende wiens doodles toevallig in vuilnisbakken werden ontdekt. De catalogustekst bij deze grote tentoonstelling valt wat tegen, met uitzondering van de uitgebreide chronologie en vooral bibliografie rond dit toch wel intrigerend fenomeen.

 

• Verlengd tot 27 augustus in het Musée d’Art Moderne, Allée du Musée 1, 59650 Villeneuve d’Ascq (03.20.19.68.68). Tot 6 oktober toont dit museum ook de recente cyclus Les 4 saisons van Eugène Leroy, enige tijd geleden te zien in het Stedelijk Museum. Dit naar aanleiding van een ruime presentatie van zijn werk, samengesteld door Denys Zacharopoulos in het naburige Musée des Beaux-Arts, Rue Paul Doumer 2 in 59200 Tourcoing (03.20.28.91.60).