width and height should be displayed here dynamically

Nan Goldin

Tegen het werk van Nan Goldin kan men inbrengen dat zij het kunstpubliek een geromantiseerd beeld van het bohémien-bestaan en de ellende van de zelfkant van de samenleving zou geven. Goldin zelf benadrukt dat de mensen die zij vastlegt haar familie zijn – the family of Nan – en dat haar werk niet uit een artistieke keuze maar uit haar leven voortvloeit. Goldin gelooft dat het leven kan worden geregistreerd zoals het is, zonder tussenkomst van poststructuralistische theorievorming. De levens die zij in haar werk vastlegt, zijn die van de travestieten, junkies en andere randfiguren waartussen Goldin sinds de jaren ’70 vertoeft. Vaak worden haar foto’s door een intimiteit gekenmerkt die obsceen moet worden genoemd – een obsceniteit die overigens geprononceerder is in het geval van een close-up van een snikkende vrouw (Suzanne crying, 1985) dan bij Bobby masturbating (1989). In de jaren ’80 komt aids op: de gevolgen van deze ziekte voor de familie van Goldin worden onder meer vastgelegd in de Cookie portfolio, waarin leven en sterven van Goldins vriendin Cookie Mueller centraal staan. De Goldin-critici hebben weliswaar niet helemaal ongelijk als zij kanttekeningen plaatsen bij de wijze waarop deze werken binnen de kunstwereld functioneren als fetisjen van oorspronkelijkheid, als symbolen van het échte leven op het scherp van de snede, maar het blijft de vraag of dit een reden mag zijn om Goldins werk terzijde te schuiven. Misschien is het vruchtbaar om de aandacht juist eens te richten op de artificialiteit die bepaalde foto’s van Goldin tekent, zoals Gina at Bruce’s dinner party (1991) met de onwerkelijk felle kleuren en de verwijzing naar Caravaggio. Goldins werk ontvouwt zijn werking juist in de strijd tussen schone schijn (die natuurlijk inherent is aan de travestieten-subcultuur die zo vaak in de foto’s figureert) en de momenten van ellende en aftakeling waarop de schijn geen soelaas meer kan bieden.

 

• Tot 17 augustus in het Stedelijk Museum, Paulus Potterstraat 13, 1071 CX Amsterdam (020/573.29.11).