width and height should be displayed here dynamically

Art In The Age Of… Planetary Computation

In zijn boek over Wagner verwijt Adorno de Gesamtkünstler dat zijn muzikale drama’s fantasmagorisch zijn; doordat het orkest verborgen blijft en omwille van allerlei manipulaties in de mise-en-scène, verhullen ze hun eigen productieproces. Wagners werk vervalt op die manier in een illusionisme vergelijkbaar met het fetisjisme van de koopwaar, dat eveneens steunt op het uitwissen van het sociale en materiële productieproces. In navolging van Adorno kun je beweren dat ook het internet een fantasmagorie is: de immense materiële infrastructuur die de beleving van de zogenaamd immateriële of virtuele onlinesfeer mogelijk maakt, blijft namelijk steevast verborgen; de gigantische hoeveelheden menselijke arbeid die in het internet kruipen zijn onzichtbaar of lijken een vanzelfsprekendheid.

De tentoonstelling Art In The Age Of… Planetary Computation in Witte de With wil hedendaagse communicatiemedia zoals het internet van die vanzelfsprekendheid beroven. De expositie vormt het tweede deel in een drieluik Art In The Age Of… rond onderwerpen die belangrijk zijn of zullen worden voor de kunstproductie van de 21e eeuw. Volgens de samenstellers Defne Ayas, Adam Kleinman en Samuel Saelemakers gaat dit tweede luik over ‘de manier waarop kwantificering, telecommunicatie en andere immer groeiende informatiemiddelen de hedendaagse kunstproductie beïnvloeden’ en over ‘hoe de hedendaagse kunst deze processen een spiegel voor kan houden’. Opmerkelijk voor een tentoonstelling over eigentijdse informatica is dat slechts een relatief klein deel van het getoonde werk ook echt gebruikmaakt van recente communicatie- en informatiemiddelen. Opvallend veel kunstenaars bedienen zich van ‘ouderwetse’ media. Antonia Hirsch stelt de sculptuur Solaris Panel tentoon waarvoor ze weliswaar gebruikmaakt van het zwarte plexiglas dat terug te vinden is op smartphones en tablets. Stephan Tillmans toont foto’s die de laatste flikkering bij het uitzetten van analoge televisies zichtbaar maken, en Navine G. Khan-Dossos ontwikkelt gedurende de loop van de tentoonstelling een tweedelige muurschildering in gouache, waarbij ze laag op laag aanbrengt.

Door zo nadrukkelijk vast te houden aan oudere media lijken de makers van Art In The Age Of… Planetary Computing te suggereren dat deze nog niet zo gauw uit de artistieke productie zullen verdwijnen – en wellicht zal hun gelijk bewezen worden. Traditionelere media en materialen bieden de mogelijkheid om een soort kunsthistorisch continuüm te schetsen, om urgente vraagstukken te historiseren. Het is in dit opzicht opmerkelijk dat Rossella Biscotti in drie werken met de titel Other gebruikmaakt van monumentale, met Jacquard-weefgetouwen geweven stukken textiel om demografische data afkomstig uit volkstellingen in Brussel in 2001 en 2006 (die dus digitaal verzameld en opgeslagen zijn) voor te stellen. Biscotti lijkt aandachtig het ondertussen klassiek geworden The Language of New Media (2001) van Lev Manovich te hebben gelezen. In zijn introductie beschrijft Manovich immers uitvoerig hoe Charles Babbages ontwerp voor de eerste rekenmachine (ca. 1830) gebaseerd was op Jacquard-getouwen die met ponskaarten ‘geprogrammeerd’ werden, en hoe primitieve computers op basis van dezelfde ponskaarten de verwerking van demografische gegevens vergemakkelijkten. Other verbindt recente dataverwerkingstechnieken met het weefgetouw en aldus met een van de eerste functies waarvoor computation werd ingezet.

Toch blijkt dat ook een direct en materieel engagement met recentere technologieën interessant werk kan opleveren. Een goed voorbeeld hiervan is Owen Mundy’s website iknowwhereyourcatlives.com, waarop de exacte locatie van een miljoen publiek gedeelde kattenplaatjes zichtbaar is gemaakt. De focus op katten geeft het project weliswaar een lichtvoetige toets, maar de achterliggende logica is duidelijk: de mogelijkheid om grote hoeveelheden beschikbare data te analyseren en te doorzoeken leidt wel erg makkelijk tot inbreuk op de privacy. Tot dezelfde familie behoort de Autonomy Cube van Trevor Paglen, bestaande uit een reeks computers die samen een sculpturale vorm aannemen, maar ook een wifihotspot vormen die al het internetverkeer in Witte de With via Tor leidt, een netwerk dat gegevens anonimiseert. Een ander project dat zich voornamelijk online afspeelt is After, About, With, waarin Julia Weist de onlinezoekresultaten voor kunstenaar Haim Steinbach probeerde te manipuleren via het aanmaken van blogs, het gebruik van Twitter, en het samenspannen met allerlei critici en kunsttijdschriften. Weist probeerde één specifieke interpretatie van Steinbachs werk dominant te maken en zo de receptie ervan te sturen; After, About, With toont hoe afhankelijk de kunstwereld is van de aandachtseconomie die het internetverkeer beheerst.

Sommige van de interessantste werken op de tentoonstelling Art In The Age Of… Planetary Computation beogen expliciet – haast à la Adorno – de fantasmagorische werking van het internet te doorprikken. Een van die werken is Nina Canells Thin Vowels, dat de glasvezelkabels en metalen communicatiekabels die normaliter ondergronds blijven in al hun brute materialiteit de tentoonstellingsruimte binnenbrengt. Thin Vowels was overigens ook al te zien op het eerste luik van Art In The Age Of…, dat over energiekwesties en de ontginning van schaarse grondstoffen ging. Hand moving at a walking pace van Lucy Raven reveleert een productieproces uit ons digitale tijdperk: de lenticulaire fotoprint brengt de bewegende hand in beeld van een arbeider in een nabewerkingsstudio in India, waar tegen een hongerloon gewerkt wordt om buitenlandse blockbusters naar 3D te converteren.

Net als de gehele reeks Art In The Age Of… – die zal eindigen met een tentoonstelling over asymmetrical warfare –  is ook Planetary Computation ambitieus opgezet. Het spreekt voor zich dat de invloed van communicatie- en informatietechnologieën op de hedendaagse kunstproductie immens is, en wellicht alleen nog maar zal toenemen. Toch verslikt de tentoonstelling zich niet in haar onderwerp. De reden hiervoor is dat Planetary Computation geen echte afgeronde overzichtstentoonstelling is, maar eerder een interessante dwarsdoorsnede biedt van een artistiek discours dat al bij al nog in de kinderschoenen staat. Dat uit de tentoonstelling geen finale conclusies getrokken kunnen worden is dus geen zwaktebod, maar eerder een aanwijzing dat de uitkomst van deze 21e-eeuwse vraagstukken voorlopig niet te voorzien is. Het blijft zoeken naar kritische, antifantasmagorische gebaren die tegen algoritmes en automatisering opgewassen zijn, naar artistieke ingrepen die daadwerkelijk interfereren met de vectoren van alomtegenwoordige datastromen; Planetary Computation is een eerste stap in die richting. Wordt vervolgd.

 

Art In The Age Of… Planetary Computing, tot 16 augustus in Witte de With, Witte de Withstraat 50, 3012 BR Rotterdam (010/411.01.44; www.wdw.nl).