Bodypoliticx exhibition
In 2006 stelde curator Florian Waldvogel aan Witte de With (Rotterdam) een tentoonstelling voor rond het brede thema van ‘lichaamspolitiek’. Datzelfde jaar gingen twee verwante exposities door – Das achte Feld in Keulen (Museum Ludwig) en INTO ME/OUT ME in Berlijn (Kunst-Werke) – die volgens Waldvogel te weinig licht wierpen op de pornografie, “een voorbeeld van lichaamspolitiek”. Daarop besloot hij samen met cocurator Thomas Edlinger resoluut om pornografie als invalshoek te nemen. Onder de titel Bodypoliticx werden films, beeldende kunstwerken, foto’s en video-installaties samengebracht die gaan over wat heet ‘de pornografische omwenteling’, over de hedendaagse maatschappelijke implicaties ervan, over de innige verstrengeling dan wel de eerlijke ruilhandel tussen kunst en porno: I show you mine if you show me yours. Kunst gebruikt pornografische elementen als een ideologische strategie, terwijl porno een esthetisering ondergaat door elementen uit de beeldtaal van art-housecineasten te ontlenen. Hoe snel de grenzen tussen beide kunnen vervagen, zien we inSpiritual America (1983) van Richard Prince, een werk waar Florian Waldvogel al onderzoek naar verrichtte in de jaren ’70. Richard Prince bewerkte een naaktfoto van de toen tienjarige Brooke Shields die werd genomen door de commerciële fotograaf Gary Gross en gepubliceerd werd door Playboy Press. Spiritual America is een rechtstreekse omwerking van pornografie door kunst en toont de toen heersende dubbele moraal.
De tentoonstelling toont niet enkel de kunstwerken en films die de thematiek van pornografie overnemen om een maatschappijkritische agenda naar voor te schuiven, ze maakt door ‘visuele nevenschikking’ bovendien de wisselwerking met de wereld van de pornografie aanschouwelijk. Zo krijgen we naast een stokoude editie van Hustler Magazine de fotocollages te zien van lesbische activisten die knipsels uit gelijkaardige erotische magazines verwerken.
Bij momenten heeft Bodypoliticx een hoog tongue-in-cheekgehalte en een aantal werken, vooral films, zijn zonder meer humoristisch en parodistisch, zoals het zichzelf weglachende Le fabuleux destin d’Amélie Putain (2005) van Panik Qulture en de hilarische gaypornofilms-met-een boodschap van Bruce LaBruce (1999). Toch is het veelal bittere ernst. Freud leerde ons dat seksualiteit dicht ligt bij de dood en veel werken hebben dan ook een uitgesproken (zelf)destructief en gewelddadig karakter. Zo zijn er de fascinerende forensische foto’s van Fritz Ostermayer (1994) of, een van de boeiendste werken, Alone. Life Wastes Andy Hardy (1998) van Martin Arnold. Hier is het geweld niet expliciet, maar wordt de verdoken gewelddadige structuur van een niet-erotische scène uit een klassieke Hollywoodfilm zichtbaar gemaakt. De decoupage leidt tot een huiveringwekkende remake met dierlijke, primitieve geluiden. Wanneer het bewegende beeld gestript wordt tot op zijn kleinste betekenisdragend element, komen de onbewuste drijfveren naar boven. Het gewelddadige karakter van een pornofilm ligt immers niet uitsluitend in de handelingen, maar ook in de onderliggende structuur, een geheel van repetitieve, afstompende sequenties. De aanwezigheid van het lichaam blijkt daarin niet altijd essentieel te zijn.
Opvallend is de grote aandacht voor tools en protheses, zielloze objecten die tussen ons en het genot instaan, maar anderzijds in dienst ervan zijn ontworpen. Joep Van Lieshout creëerde Sadistopia (2007), een groteske polyvalente fitnesszaal met folterinstrumenten die het lichaam trainen, mutileren en bevredigen, in een volgorde naar keuze en indien gewenst met fatale afloop. Hoog in een hoek speelt op een monitor Fingered (1986), de beruchte film waarin Lydia Lunch gepenetreerd wordt met een revolver, van regisseur en fotograaf Richard Kern, de man die in The Evil Cameraman de moeite niet nam om zijn model helemaal uit te kleden maar dat werkje overliet aan een grijpgrage machine die haar ondergoed aan flarden trok. Jammer dat deze kortfilm niet in comfortabelere omstandigheden kan worden bekeken. Her en der is voor video’s een gerieflijk bankje met hoofdtelefoon voorzien, maar enkele films moeten het zonder stellen, zoals Scorpio Rising (1964) van Kenneth Anger. De opstelling weet verder echter wel met enkele geslaagde visuele knipogen de inhoud te expliciteren.Video’s van William E. Jones (1962) en Fernando Arias (2004) over bewakingscamera’s in toiletten waar homoseksuele mannen elkaar ontmoeten, worden samen getoond op een monitor die boven ons hoofd ronddraait zoals een bewakingscamera. Als we een glimp willen opvangen van de glossy seksgodinnen in de pornofilmPossessions van Andrew Blake (1997) moeten we door de kier van een deur gluren. Bodypoliticx stelt immers ook vragen over verantwoordelijkheid. We zijn allemaal mededaders, peeping tom’s die beweren pornografie verwerpelijk of gewoon ‘oninteressant’ te vinden, maar het wel gretig consumeren zolang het maar ‘kunst’ is.
Naast bekende meesterwerken zijn ook minder voor de hand liggende keuzes gemaakt. Van Wiener Aktionist Otto Mühl verwachtten we zijn bekende scatologische riten, niet de zeldzame erotische schilderijen die refereren aan Paul Gauguin. Een van de grootste verrassingen is toch wel Duchamps Bicycle Wheel (1913), meteen ook het oudste werk op de tentoonstelling. “Het eenzame hunkeren strompelt – nu al bijna een eeuw lang – door zijnBicycle Wheel in de hoop dat eens de cirkel vierkant wordt”, lezen we. Als we dan toch in metaforen denken, dan is de porno-industrie voor de producenten in de eerste plaats een wheel of fortune, terwijl anderen gevangen zitten in een looprad van uitzichtloze lust. Bodypoliticx weet de vele nuances bloot te leggen van de wijze waarop deze machinerie maatschappelijk verankerd is. Door haar diversiteit slaagt de tentoonstelling erin de ambiguïteit van pornografische kunst te illustreren. Bovendien construeert ze een subversieve canon van pornografische kunst. En het valt daarbij op dat de geselecteerde hedendaagse kunstenaars de wapens niet langer opnemen in een ideologische strijd, in tegenstelling tot hun avant-gardistische voorgangers. Eerder deconstrueren ze hun eigen politieke geladenheid, als ware kamikazes.
• Bodypoliticx tot 16 december in Witte de With, Witte de Withstraat 50, Rotterdam (010/411.01.44; www.wdw.nl).