width and height should be displayed here dynamically

Chapter 5IVE. Samir Bantal & Rem Koolhaas

De Onkruidenier, Relearning Aquatic Evolution, 2022, Chapter 5IVE. Samir Bantal & Rem Koolhaas, Het Hem, Zaandam, foto Cassander Eeftinck Schattenkerk

Tien jaar lang verdiepten het architectenbureau OMA en zijn onderzoekstak AMO zich in hedendaagse plattelandsontwikkelingen. Rem Koolhaas en zijn compagnon Samir Bantal keerden zich naar het platteland, omdat volgens hen de grote veranderingen in de manier waarop we leven allang niet meer in de stad plaatsvinden, maar daarbuiten. Dit leidde tot de tentoonstelling Countryside, The Future in Guggenheim New York in 2020 (zie Laura Herman, De Witte Raaf nr. 205), waarop de kritiek onder meer luidde dat Koolhaas, de stedelijke architect bij uitstek, zich het platteland toe-eigende als een soort terra incognita, een nog te veroveren land waar ‘niemand tot op heden naar omkeek’.

Curator Rieke Vos besloot om het project van Koolhaas en Bantal als basis te nemen voor een tentoonstelling over de inherente conflicten van onze westerse, kapitalistische levensstijl. (Een actueel voorbeeld van buiten het museum: boeren die snelwegen blokkeren vanwege het nieuwe stikstofbeleid.) Aan de hand van beeldende kunst wordt getoond hoe we ons zouden kunnen verhouden tot de grootste uitdaging van onze tijd: radicale klimaatverandering. Vos koos voor werk van over de hele wereld dat voortkomt uit een diepe, andere ervaring van tijd, uit een lokaal bewustzijn en een voorouderlijke verbinding met de aarde. Tegelijk is de invloed van technologie en innovatie op het landschap niet te missen. Er liggen hier kansen, aldus Vos, maar het blijft noodzakelijk om een stap terug te doen en onze levensstijl aan te passen aan de natuur. Wat dit zou kunnen inhouden, wordt jammer genoeg niet toegelicht.

De eerste blikvangers van de tentoonstelling zijn twee wapperende lakens van Agnes Waruguru (The Sea was Too Cold and Not Blue en Water Memories and Blooms, 2022), midden in de industriële open ruimte op de eerste verdieping. Samen vormen de doeken een meditatie op de Keniaanse geboortestreek van de kunstenaar en die van haar voorouders, honderd kilometer ten noorden van Nairobi in het rurale midden van het Afrikaanse land. De doeken zijn onregelmatig gekleurd in pasteltinten, bedekt met verschillende vlekken en uitlopers. Waruguru won het meeste pigment voor de verf zelf uit lokale planten, bloemen en aarde, om daarmee een verbintenis aan te gaan met het land. Met hun fysieke gronding en emotionele gelaagdheid roepen de lakens een gevoel van nostalgie op: alsof je oma de was buiten heeft gehangen en die vervolgens na een hevige windvlaag van de waslijn af gevallen is in het verwilderde gedeelte van de tuin.

Het indrukwekkendste werk is echter het project Tree Mountain – A Living Time Capsule – 11.000 Trees, 11.000 People, 400 Years (1982, 1992-96) van Agnes Denes, een conceptuele en ecologische kunstenaar die in de jaren tachtig een immens project initieerde waarbij duizenden zilversparren door duizenden mensen in een elliptische vorm op een grindgroeve in Finland werden gepland. In de tentoonstelling zien we twee maquettes, een video van het proces en een interview met de kunstenaar. In totaal duurde het veertien jaar om het plan te realiseren, waarbij ook de ecologische balans van een door industrie vernietigd gebied hersteld zou worden. Voordat er een nieuw ecosysteem ontstaat, zullen we wel vierhonderd jaar verder zijn, aldus Denes. Het achterliggende idee was toekomstige generaties te laten nadenken over hun wortels en voorouders: wie hebben er op deze gronden geleefd, en wat was hun relatie tot de natuur? Het is vooral ook een mystificatie, aangezien een ritueel geplant bos nogal uitzonderlijk is voor ons huidige tijdsgewricht. Het project is misschien vooral van belang voor de huidige generatie, geregeerd door kortetermijndenken en bedreigd door accelerationisme. Het is een verademing om zo’n langdurig en langzaam project te zien in deze tijd – waarbij de kunstenaar er voor de verandering van uitgaat dat we er over vierhonderd jaar wél nog zijn, dat de bomen deze periode zullen overleven (ondanks de alsmaar toenemende bosbranden) en dat we nog voldoende geïnteresseerd zullen zijn in de natuurlijke wereld (ondanks het metaverse en zijn virtuele realiteit). In plaats van alarmisme: meditatieve rust en vertrouwen in de toekomst.

Dit uitgangspunt staat haaks op Relearning Aquatic Evolution (2022) van kunstenaarscollectief De Onkruidenier. Het collectief maakte een trainingsveld voor bezoekers om ‘zee-minnende wezens’ te worden, om zich aan te passen aan de stijgende zeespiegel en alle gevolgen van dien. Volgens het collectief dienen we ons niet alleen technologisch, maar ook fysiek en mogelijk zelfs biologisch aan te passen aan de vernatting en verzilting van onze leefomgeving. Zo zouden we onszelf kunnen trainen om langer onze adem in te houden, en zouden onze ogen door blootstelling aan zeewater het zoute water beter gaan verdragen. Het idee bij dit werk is sterker dan de uitvoering: wat op de vloer ‘dobberende’ boeien, een continu verlichte waterkoker en elastieken bedoeld ‘om de rekbaarheid van onze verbeelding te vergroten’.

Vos is erin geslaagd om een gelaagde tentoonstelling te cureren, waarin de huidige en toekomstige omgang met de aarde in verschillende media en vanuit diverse perspectieven ervaarbaar wordt. Een heikel punt blijft de onduidelijke verhouding tussen deze expositie en haar voorganger in het Guggenheim. Is dit een (nieuwe) vertaling van de ideeën van Koolhaas en Bantal, met behulp van de uitverkoren kunstwerken, of juist een nuancering op hun visie van het ‘genegeerde platteland’? En wat was feitelijk de rol van de twee architecten? Er zouden verschillende gesprekken met hen zijn gevoerd, maar dat de informatie hierover vaag blijft, zegt eigenlijk genoeg. De reader, enkel in de bibliotheek van Het Hem beschikbaar, is dan weer voornamelijk gevuld met informatie over Countryside, The Future. Op die manier lijkt Chapter 5IVE een schim van een eerdere tentoonstelling, terwijl ze beter – met Rieke Vos als naam op het affiche – op haar eigen benen had kunnen staan.

 

Chapter 5IVE. Samir Bantal & Rem Koolhaas, tot 25 september, Het Hem, Warmperserij 1, Zaandam.