Çiğdem Yüksel. Je moest eens weten

In het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam krijgt de eerste generatie vrouwen uit Turkije in Nederland een gezicht. Kunstenaar en fotograaf Çiğdem Yüksel (1989), die haar loopbaan begon bij de Volkskrant, vult het gat in het beeldarchief door deze vrouwen te portretteren en hun de kans te geven hun eigen verhalen te vertellen.
Eind jaren zestig ontstond een migratiestroom van Turkije naar West-Europa. Vele Turken trokken er aanvankelijk heen als gastarbeiders, maar vestigden zich daarna permanent. Dankzij kettingmigratie en familiehereniging groeide hun aantal fors. Ook de grootmoeder (anneanne) van Çiğdem Yüksel migreerde. Nieuwsgierig naar de verhalen van de generatie van haar oma ging Yüksel op zoek in bibliotheken, kranten en musea, maar ze stootte algauw op een muur. In het Nederlandse beeldarchief bleken deze vrouwen vrijwel afwezig, behalve in het werk van de onlangs overleden fotograaf Bertien van Manen (1935-2024). In de jaren zeventig fotografeerde zij vrouwen met een migratieachtergrond voor haar boek Vrouwen te gast, dat in 1979 verscheen. In 2024, net voor haar dood, verscheen een nieuwe versie met als titel I am the only woman there. Van Maanen volgde de ‘vrouwen te gast’ met haar camera naar hun huizen en werkplekken, en woonde bijeenkomsten en protesten bij. De foto Staking van Turkse vrouwen bij kippenslachterij Ten Dam, Almelo, 1978 maakt ondertussen deel uit van de ‘Eregalerij van de Nederlandse Fotografie’ in het Nederlands Fotomuseum.
Het werk van Van Manen benadrukte voor Yüksel het belang van een visueel archief dat recht doet aan de verhalen van deze eerste generatie vrouwen uit Turkije. Het inspireerde haar niet alleen om via sociale media op zoek te gaan naar enkele vrouwen die Van Manen fotografeerde, maar ook om zelf het beeldarchief te verrijken. De tentoonstelling Je moest eens weten bevat daarom een sectie ter ere van het werk van Van Manen.
Voor Yüksel is dit een persoonlijk project, want ze ging op zoek naar het begin van haar eigen verhaal, net als dat van het verhaal van zoveel kinderen van de migratie. Ze bezocht 22 vrouwen thuis, portretteerde hen in een mobiele fotostudio en doorbladerde samen met hen fotoalbums. Ze vroeg naar hun herinneringen, naar de dromen die ze toen hadden, en naar wat ervan is terechtgekomen. Yüksel beseft uiteraard maar al te goed het belang van beelden en van visueel erfgoed. Deze vrouwen worden met een groot zelfbewustzijn gekadreerd. Ze zijn zelfverzekerd en krachtig geportretteerd; ze kijken recht in de camera, vastberaden in een studiosetting, op een houten stoel en met een beschilderd doek als achtergrond, wat hun een prominente en gerichte uitstraling geeft. Deze vrouwen worden erkend als een belangrijk deel van de collectieve erfgoedgeschiedenis van Nederland, en niet enkel van de migratiegeschiedenis.
De tentoonstelling bestaat uit 22 portretten, vergezeld van citaten uit interviews (in zowel het Nederlands als het Turks) en van foto’s van hun jeugdjaren, overgenomen uit familiealbums. Yüksel vroeg aan hun kinderen en kleinkinderen hoe zij terugblikken op de familiegeschiedenis, en ze maakte familieportretten. De brug naar jongere generaties wordt gelegd in video’s waarin oma en kleindochter bijvoorbeeld reflecteren over opmerkingen als ‘ga naar je eigen land’. Centraal in de expo staat een intieme video-installatie waarin Yüksel reflecteert over haar overleden grootmoeder.
Yüksel bouwt met Je moest eens weten voort op eerdere bevindingen, zoals die onder meer voortkwamen uit het project Moslima (2020-2022), over de stigmatiserende weergave van vrouwen met een hoofddoek in Nederlandse kranten en in persbeelden. Op deze foto’s bleken moslimvrouwen zich meestal in vluchtelingenkampen te bevinden of in een oorlogscontext, en in andere gevallen waren ze overduidelijk in rouw. In dergelijke beelden van Turkse vrouwen in lange mantels, met hoofddoeken met bloemenprints en met winkelzakken in de hand, vaak van ver en vanaf de rug gefotografeerd, herkende Yüksel haar eigen grootmoeder niet. Het is een groot contrast met de nieuwe portretten, waarop de vrouwen trots staan afgebeeld, met henna op de handen, goud om hun polsen, of gekleed in een strakke zwarte blazer.
De resulterende diversiteit is indrukwekkend. Dit zijn niet zomaar ‘Turkse vrouwen’, maar ‘vrouwen uit Turkije’, en als groep weerspiegelen ze de culturele melting pot die Turkije is, niet alleen bewoond door Turken, maar ook door Koerden, Georgiërs, Armeniërs, alevieten, soennieten en atheïsten. De verschillende migratieverhalen worden op gelijke voet gepresenteerd, met zowel positieve als negatieve ervaringen. Van romantische idealisering of zielig slachtofferschap is er geen sprake, wel van vrouwen die direct een thuis vonden, bijvoorbeeld dankzij hun Nederlandse collega’s, of van vrouwen die zich na een halve eeuw nog steeds vreemdeling voelen. Elk van deze vrouwen heeft eigen verhalen, over kalverliefdes en scheidingen, over werken in de fabriek en een nieuwe taal leren, over verdwalen op straat en protestmarsen organiseren. Het is misschien het sterkste aspect van Yüksels werk: niet alleen meerstemmigheid en representatie, niet alleen het aanvullen en het corrigeren van de geschiedenis zijn van belang, maar ook de ondermijning van clichés over de geschiedenis van vrouwen met een migratieachtergrond.
De tentoonstelling, waarbij ook een gelijknamige publicatie verscheen, is een voorbeeld van hoe beelden en verhalen geschiedenis vertellen en herschrijven. Je moest eens weten doet verlangen naar soortgelijke projecten over vrouwen uit Turkije in België, waar dit jaar het zestigjarig jubileum van de Marokkaanse en Turkse migratie werd gevierd. De tijd dringt, want de eerste generatie wordt er niet jonger op.
• Çiğdem Yüksel. Je moest eens weten, tot 15 mei, Nederlands Fotomuseum, Wilhelminakade 332, Rotterdam.