Dagboek 1 januari – 23 januari 1970
za 030170 Gistermiddag Jan en later Daan. D leek zo ongelukkig en overstuur dat ik hem niet gevraagd heb, zich met de tekstanalyse van uitgeverspubliciteit te belasten. Interpretatie: niet alleen staat zijn werk hem tegen, maar als literaire intellectueel voelt hij zich hoe langer hoe machtelozer. n Wat heb ik gisteravond zoal aan Cee verteld. Dat ik me niet goed in mijn huid voel passen. Het moet (ook) wat met de leeftijd te maken hebben. Seksuele symptomen: dat het voor mij te laat is om groepsseks te beleven (die droom van lang voor mijn puberteit) omdat ik tegenover mijn leeftijdsgenoten niet meer de nodige homofilie kan opbrengen die ik voor een 15-tal jaren wel gevoelde; het bewustzijn dat de vrouw die naast haar schoonheid ook vooral door haar macht fascineert tot de fantasmen moet gerekend worden, dat we uiteindelijk allen, mannen en vrouwen, doodgewoon zijn, dat seksualiteit iets alledaags is – en de onwil om die (vooral in het Noorden gevoerde – cfr. Gandalf) reducering van seksualiteit en erotiek tot het gelijkvloerse, alledaagse, te accepteren, om de fantasmen los te laten. Dat ik hen enigszins benijd die een vaste job hebben, omdat zij de gelegenheid hebben om hun krachten in een voor de hand liggende richting aan te wenden: zij een obus in de kanonloop, ik een granaat die naar alle richtingen ontploft. Dat ik in mij de intellectuele kracht voel, niet om een instituut te leiden zoals Hermann Kahn, maar om een seminarie voor schriftuurresearch te stuwen en te steunen, maar dat in een land zoals België blijkbaar geen ruimte is voor een dergelijke onderneming. Dat ik dus uiteindelijk naar buiten ben getreden om vast te stellen dat de maatschappij me niet de nodige ruimte bood. Dat ik er goed zou aan doen, een tijd lang in Praag te gaan leven als de pogingen in de richting van een seminarie niets zouden opleveren. n Aantekeningen achteraf. Nachtmerrie van voor een paar nachten: hideous to hide. n Na het nieuwjaarsbezoek aan Ci E. in de Livornostraat: hoezeer de seksualiteit door het environment wordt bepaald; in een zo besloten, beveiligde ruimte waar er werkelijk niets kan gebeuren verschijnt de meest uitgelaten en obscene seksualiteit als iets onmisbaars, het enige en laatste levenschokkende. n Stel je dan eens voor dat op een conferentie van experimenterende nazidokters een deelnemer de volgende verklaring had afgelegd: ‘Vermits deze experimenten zijn uitgevoerd op Untermenschen van wie we weten dat ze met ons, vertegenwoordigers van het hoge ras, niets meer gemeen hebben dan ratten of Guinese biggetjes, zijn ze irrelevant, betekenisloos en dus overbodig. En zouden we aannemen dat ze relevant zouden zijn en betekenisvol, dan zou dat impliceren dat deze Untermenschen geen Untermenschen zijn, en dan zouden onze experimenten misdadig zijn.’
zo 040170 Wat gebeurde vandaag? Me ’s morgens opgemaakt om morgen Praag voort te zetten. Tot de bevinding gekomen dat ik me niet duidelijk genoeg herinner wat al of niet reeds geschreven, vermeld is. Zodat ik eerst veel meer in het net moet overpennen? n ’s Namiddags de steekkaarten over uitgeverij doorgenomen. Achtereenvolgens Tyberghein, De Wispelaere en Van Vlierden opgebeld van wie ik laatste inlichtingen moet hebben – vergeefs, alle 3 afwezig. Dan een aantal nota’s teruggevonden van een jaren geleden gepland essay over het medium taal, dat zou wat meer moeten gebeuren. n Nu ga ik een ontwerp van brief naar EVI schrijven, over de ateliers. n Het tv-overzicht over de jongste 10 jaren: geen tekst kan zo aangrijpend zijn, nooit.
m 0501 Nu al 3 nachten slapeloos tot een uur of 3. Worsteling met de wake. Thoughts that rave. Alsof alles mij te zeer boeide: zohaast de gedachten een onderwerp aanraken, wordt het ontwikkeld, ontleed, uitgewerkt, brrr. n Zo o.m.: -‘Ik ben het volledig eens met het voorstel om schrijvers gunstvoorwaarden toe te kennen voor het bijwonen van allerlei culturele activiteiten. Er is immers veel kans dat een dgl. maatregel het probleem van de Vlaamse literatuur voorgoed zou oplossen. Dat probleem is in de eerste plaats een probleem van de vrijetijdsbesteding. In Vlaanderen zijn de films verknipt of verboden, de muziekplaten van de Vlaamse radio staan vol krassen en groeven, en de Vlaamse tv is achter de schermen wel één grote bedaffaire, maar op het scherm krijgt men geen enkel bedavontuur te zien. Kortom: wij schrijven boeken omdat dit nog de beste manier is om zich niet stierlijk te vervelen. Wanneer men de letterkundigen echter de gelegenheid zal bieden tot ontspanning op hoog cultureel niveau, dan zullen ze niet langer de kinderlijke behoefte hebben om boeken vol te schrijven, en zo zal de kwestie van de Vlaamse literatuur opgelost zijn. Ik zie met ongeduld uit naar het ogenblik waarop een schrijver of een letterkundige bij ons alleen nog een van die schimmige personages zal zijn die men bij recepties, vernissages en premières zal ontmoeten. Ik spoor u dan ook met kracht aan om het voorstel van onze collega te steunen.’ n -‘Schriftuur bepaal ik als een autonoom, d.i. niet doelgericht schriftelijk teken.’ n -(N.a.v. Pepys’ Diary) (‘14051668… and then into the playhouse again, and there saw the ‘The Country Captain’, a very dull play, that did give us no content, and, besides, little company there, which made it very unpleasing…’ – ‘1805… yet the whole of the play had nothing extraordinary in it at all, neither of language nor design; insomuch that the King I did not see laugh, nor pleased, from the beginning to the end, nor the company; …And which made the worse was, that there never was more music played… which made me and captain Rolt… mad. So away thence, very little satisfied with the play, but pleased with my company…’) ‘Dubbelzinnigheid v.h. toneel: het schouwspel is zowel in de zaal als op de scène. Het ergste wat kan gebeuren is niet dat het stuk slecht is, maar dat daarbij nog het publiek niet interessant is. Element van ondergang voor het toneel? Voor elk medium dat niet om zichzelf wordt gerealiseerd?’ n -‘Nog een van de paradoxen van het Derde Rijk. De eed van trouw van de officieren bracht Hitler in veiligheid. En de officieren voelden zich verbonden door deze eed aan iemand die zelf alle plechtige beloften, verbintenissen met de voeten trad. Men ontkomt niet aan de gedachte dat ze vooral lui waren en laf.’ n Van Dale: geletterd, bn., letterkennis hebbend, kunnende lezen en schrijven; (bij uitbr.) toegerust met letterkundige kennis; een g. man; – een geletterde opvoeding, bestemd om een jongmens tot wetenschap en beschaving op te leiden. n De verlokking van de schelp. Consequent ingaan op de levenswijze die door het alleenzaligmakende geschrift wordt opgeroepen. Zonder zich in te laten met de uitwendige grenzen van het geschrift, met de verhoudingen tot andere media; zich er althans alleen schriftelijk mee inlaten, d.w.z. alleen, en op papier. Op eigen houtje in eigen hoekje de research ondernemen die dringend lijkt. De navolging van Virginia Woolf. Waanzin? Deze waanzin vorderen als een recht, als een noodzaak in een al te weinig waanzinnige wereld. Spinnen tegen alles in. n Telefoon naar Kemp. Zijn lectoraat was te occasioneel dan dat hij relevante verhoudingen kan aangeven over de selectie van de manuscripten. Wel werden al de door hem gunstig beoordeelde manuscripten voor de reeks Ontmoetingen (DDB) gepubliceerd. Raadt me aan een tekst van Willy Spillebeen te lezen in het novembernummer van DWB. Heeft nog altijd niet De grote schaamlippen ter recensie gekregen. Blijkbaar wachten de anderen tot hij ‘de la heeft gegeven’. Is zijn Standaard-kroniek beu. Vraagt me terloops of het mij interesseert (dit is veelzeggend, en choquant). Mijn principiële bezwaren tegen een geprivilegieerde interpretatie. Verder over de uitgeverij, het medium schrift enz. Ik zou nu Josée Waerebeek moeten vragen een recensie-ex. te sturen naar Kemp; ik doe het voorlopig niet – het is te interessant. Een stelletje pretentieuze mannetjes zonder het minste niveau. (Verleden jaar omtrent deze tijd waren er voor Tegen het personage al 3 recensies en 5 kritieken. Minne mannetjes.) n Medialogie: de studie van de verschillende media, hun respectieve en wederkerige functies.
di 0601 Weerom slapeloosheid. Je zou warempel denken dat het waar is, dat een geestesarbeider een laatslaper is. n 22u. Terug uit Gent, met Jan een bezoek bij prof. Van Elslande. Erg ontgoochelend. Een oerbrave man die over koetjes en kalfjes praat, ik bedoel over Cyriel Buysse en Van de Woestijne; werken i.v.m. Tel Quel, Nouvelle Critique, Change heeft hij wel allemaal gekocht (Kristeva ligt op zijn bureau) maar… Uitzichtloos? Ook naar hij zegt omdat de belangstelling van de studenten zo gering is. (Vertelt over een student die een scriptie wilde schrijven over literatuuronderwijs, een werkgroep waarvan hij uiteindelijk het enige lid was.) En wat dan? n Zo’n ervaring zet er natuurlijk toe aan, aan De Standaard mee te werken.
do 0801 Den Haag. Zeer vlotte reis. Tussen Roosendaal en Dordrecht een gesprekje met een leraar. Het provinciale van het Haagse station. Lang wachten op een tram. De jongen die me zegt wanneer ik moet uitstappen. Museum. Met Enno naar de bar: chaotisch gesprek, het gevoelen dat ik er alles uitspui, hem geen kans geef om evenwaardig te antwoorden. Ik drentel wat rond terwijl hij zijn werk afmaakt. Groter dan ik had verwacht. Jonge jenever voor zijn vrouw, Truudie, Jan Bart en Deirdre. My secret life in het boekenrek. Gekeken naar het VARA-programma goed leven, contestatie.
v 0901 Everbeek. Gistermorgen naar Van Goor, twee maal Frankenslag op en neer gelopen omdat Julien het huisnr. niet had gegeven. Pim Detiger de prater. Even met Venema gesproken: ineens lijkt hij wel murw, ik heb het gevoelen dat zijn broodje wel op een andere manier gebakken zal zijn. n Eindelijk verschijnen Weverbergh en Jeroen Brouwers. Ik noteer: -De uitgeverij zou de boeken na 2 à 3 jaar uitverkocht willen hebben. n -Onevenredige prijsverschillen worden toegeschreven aan verschillende oplagen. n Detiger oordeelt dat de boeken in dezelfde oplagen moesten verschijnen, maar minder duur; maar beweert dat het hier om beslissingen van Manteau Brussel gaat. n -Grossiers die tot 47% korting verkrijgen. n -Er zijn in Nl. 12 beurzen (ik veronderstel: beperkt tot de vertegenwoordigers en de boekenhandelaars.) Er bestaan ± geheime contracten tussen Van Goor en bepaalde boekhandels. n Detiger gebruikt de term ‘de scholen exploiteren’: boekententoonstellingen in de lerarenzaal of hall van een school, kortingen. n -De methode van de mailing. J.B. heeft de Nederlanders in Brussel aangeschreven met een stencil, groot succes, sommige ondernemingen bestellen tot een 30-tal boeken. Venema zal de COC-leden aanschrijven. Onnodig te zeggen waar het naartoe gaat: ‘een boek over…’ n -Kritiek op de Manteaukrant: ‘een diarree van titels’. Wanneer ik klaag over de louter Nederlandse publiciteit in VN word ik afgebroken door J.B. n -Venema vertelt over New Side Centre in A’dam die de bestelde boeken in het hoofdpostkantoor mocht afhalen mits contante betaling. Reactie: NSC vertrouwen, maar als het misloopt moet Adriaan maar gaan incasseren. n -De omslagen als blikvangers. n NB.: Vertegenwoordiger Millekan [?] voor Manteau + Van Hoeve; wordt aangevochten, door Detiger verdedigd. n Mhr. Blum centrale inkoper voor Vroom en Dreesman. n Detiger gewaagt van m’n Elsevier-interview: hij is er blij mee, louter en alleen omdat ik me daarmee in het nieuws breng (en voor de rest vindt hij het wschl. onzin). (Brrr.) In de namiddag naar A’dam, in het bureau voor buitenlandse verspreiding van de literatuur op de Herengracht. Joost De Wit. Tegen het personage op z’n werktafel, waarvan het titelverhaal in een Roemeens tijdschrift zal verschijnen. Weverbergh komt steun halen voor een Roemeense vertaling van een klassiek werk + een werk van Brouwers. Hier verneem ik o.m. dat een vertaling van Max Havelaar voor India zeer lang is tegengewerkt door het ministerie van Luns. n Daarna bij De Wit thuis in Maartensdijk. De woonellende, het burengerucht. De beide kinderen (en ook My Secret Life in de boekenkast) ziek. Een paar ongeveer te vergelijken met de Adé’s, alleen iets aristocratischer. (Er zou een satire te schrijven zijn over dit homomorfisme van bepaalde – welke? Nederlandse? – gezinnen.) n Mijn negatieve reacties voor wat ik het gepruil van die gedepasseerde intellectuelen zou willen noemen. Gekeuvel, maar geen small talk, omdat alles altijd weer draait om de literatuur. De Wit klaagt steen en been over het gekibbel en het gevit en de intriges i.v.m. de vertalingen, vanwege allerlei schimmige figuren die als tussenpersonen dienen – God, hoe pietluttig. (Wel ernstig neem ik de tegenwerking van Jonckheere, die erop uit is ‘zijn’ Vlaamse vertalingen door te drukken, al moet de gehele uitgave worden betaald, al wordt geen enkel boek verkocht.) Maar wat blijven die klagers dan in zo’n werkkring doen? n J.B. die Manteau verlaat om vast mee te werken aan de V.G. Het lijkt me zo vreselijk bekrompen, als hij toch alleen maar voor geld gaat schrijven, waarom gaat hij geen huizen of auto’s verkopen? (Hetzelfde treft sales-promotor Venema). Antwoord: ‘Ik kan niets anders doen dan schrijven.’ Wantrouwen voor J.B., die zeer labiel gevoelige melancholicus. Zijn verliefdheid voor Mw. DW. (God denk ik, hoe kan men zich nog in zo’n uitzichtloze situaties gaan begeven? Zijn ‘grofheid’ die m.i. alleen maar een soort van mateloze zelfzucht moet zijn. Die zeer sentimentelen die precies uit radeloze sentimentaliteit ongemeen wreedaardig zouden kunnen handelen. Laten we de literatuur ontvluchten als de pest. n Gedachten aan een boek ‘Brieven aan lezers’. n G.A. opgebeld. Had bezoek gehad van een Michel Leclerc (Labris) die aanwezig was geweest op het Gentse forum over literatuur, vond mijn bijdrage positief. (Ook m’n tussenkomst over sua [?]) Over Zoeklicht, en Vergeet Niet Te Lezen – onlangs nog een paar dagen op voorhand opgebeld ‘omdat er iemand niet kon komen’ om een Frans boek voor te stellen. Complexiteit van het probleem Zoeklicht. n Hadden W. en J.B. me van de literatuur willen degouteren, ze hadden het niet beter kunnen doen. Maar het hoefde al niet meer. n Misschien niet zozeer de literatuur dan: de uitwerking van de literatuur op de mensen.
za 1001 De mop van Jeroen over de man die een broodje met één schaamlip bestelde, de baas die tegen de diener zegt: ‘Voor één schaamlip kan ik toch geen blik kut opendoen.’ Hahaha. n De nawerking van die Nederlandse trip blijkt zoals te verwachten regressief genoeg om zich voortaan streng te onthouden van dgl. sociale relaties.
Zo 1101 Gister telefoon Weverbergh: afspraak gepland met mevrouw Manteau. Vooruit dan maar. Met de Van Heckes naar Celbeton, ‘Referentie voor een marxistisch formalisme’. Wat gepraat met Fernand Spillemaeckers. Tel Quel op zijn ergst, het hooghartigste sectarisme. En jij daarin: wetenschapper te midden van de artiesten, artiest bij de wetenschappers. Wanneer een grote black-out? n Voor de De Wits worden ze nog duidelijker, de ambigue gevoelens voor ‘geslaagde westerlingen’, duidelijker dan voor de V.V.’s, omdat de eersten zoveel jonger zijn. Deze cultureel geslaagden, deze meesterwerken van een westerse cultuur, deze goden, gaat men ze haten of aanbidden? Men zou hen willen verwijten dat ze nalaten hun ‘kleine kanten’ te openbaren, maar dit betekent alleen dat ze niet masochistisch zijn, evenmin als de cultuur die ze hebben aanvaard. n G.A. dacht eraan, JED in Zoeklicht te laten spreken over wielrennerij. n Ergerlijk wat J.W. van mijn presentatietekst voor de aanbiedingsfolder heeft gemaakt. n Communicatiestoornis: de mensen die elkaar willen gebruiken, maar ze willen er niet voor uitkomen, ze willen niet dat de andere het zich bewust wordt. Vandaar. Terwijl het anders zo gemakkelijk gaat: ‘Laten we eens samen zien hoe we elkaar kunnen gebruiken…’
Ma 1201 Carl Andre: ‘Mijn modulaire eenheden zijn altijd min of meer economische maatstaven, omdat ik geloof in het gebruik van materialen van de maatschappij in een vorm waarin de maatschappij ze niet gebruikt.’ n Develing: C.A. wil slechts het werk doen dat hij vindt dat hij moet doen en met de opbrengst van deze activiteiten wil hij niet meer dan in zijn behoeften voorzien.’ n William L. Shirer, p. 117 De rol van ‘James D. Mooney, vice-président de la General Motors’. p. 125 ‘ …le pape était prêt à intervenir auprès des Brittaniques pour obtenir des conditions de paix raisonnables avec un nouveau gouvernement allemand anti-nazi. Or – et ceci donne la mesure de ces adversaires d’Hitler, – l’une de leurs conditions, et ils espéraient que le Saint-Père l’appuierait, était, le règlement de la question de l’Est en faveur de l’ Allemagne.’ Le … dictateur nazi avait obtenu un règlement à l’Est, en faveur de l’Allemagne par une agression armée: les bons conspirateurs allemands voulaient la même chose, offerte à eux par les Brittaniques avec la bénédiction du pape.’ n pp. 303-304: ‘Les rumeurs sans nombre qui circulent au sujet d’un imminent conflit germano-russe nous créent de graves difficultés. Assez curieusement, elles émanent non pas des Russes, mais des firmes industrielles allemandes, qui essaient de dénoncer leurs contrats avec les Soviets.’ n pp. 406: Hitler: ‘…Comment ont-ils [Seydlitz, Schmidt en Paulus] pu se montrer aussi lâches… je n’arrive pas à comprendre… Qu’est-ce que la vie? La vie, c’est la Nation… Pourquoi redouter la mort puisque grâce à elle, nous pouvons nous libérer de notre misère lorsque notre devoir ne nous tient pas enchaînés à cette vallée de larmes!… Alors qu’il pouvait se délivrer des tristesses de ce monde…’ Dus: men werd verondersteld niet van het leven te houden? Terwijl geheel het terreursysteem op de doodsbedreiging rustte? (Noteer ook de analogie tussen verwerping van de seksualiteit en verwerping van het leven.) cfr. p. 432. n p. 410: Himmler: ‘ … Que ces peuples soient prospères ou meurent de faim ne m’intéresse que dans la mesure où nous avons besoin d’eux comme esclaves de notre Kultur …’ (waarom niet: Culture?) n p. 440: ‘Le 31 août 1942, Himmler avait donné à un détachement Einsatz l’ordre d’exécuter une centaine de pensionnaires de la prison de Minsk, afin de voir comment cela se passait. Selon Bach-Zelewski, officier supérieur SS qui était présent à la scène, H. se serait évanoui en constatant l’effet de la première rafale du peloton d’exécution.’ n p. 451: de zakenbrieven i.v.m. de installaties voor de vernielingskampen: waar zijn nu de schrijvers ervan? n p. 453: ‘Avant les procès qui se déroulèrent après la guerre, on croyait généralement en Allemagne que les meurtres collectifs étaient le fait d’un nombre relativement restreints de SS fanatiques. Mais les documents réunis par les tribunaux ne laissent aucun doute sur la complicité d’un nombre important d’hommes d’affaires allemands, non seulement les Krupp et les directeurs du trust des produits chimiques IG Farben, mais également de petits chefs d’entreprises qui, aux yeux de leur entourage, devaient paraître sans doute les plus respectables et les plus quelconques des hommmes – semblables à tous les hommes d’affaires du monde entier.’ n p. 482: ‘Il [Mussolini] n’était pas inintelligent. Il avait beaucoup lu, surtout des ouvrages d’Histoire…’ n p. 520: ‘Il [Klaus von Stauffenberg] lisait beaucoup et, adolescent, avait été influencé par Stefan George et par le mysticisme romantique de ce génie poétique.’ n p. 589: ‘Cette paralysie de l’esprit et de la volonté chez des adultes, élevés en chrétiens, ayant connu la discipline des anciennes vertus, fiers de leur code d’honneur, courageux devant la mort sur les champs de bataille, a quelque chose d’étonnant.’ Tenzij hier een ándere moed nodig was? n p. 635: Hitler: ‘Rien ne me sera épargné! Aucun serment n’est respecté, l’honneur ne compte plus. J’aurai connu toutes les déceptions, toutes les trahisons…’ n Carl Andre: ‘De kunst van de associatie treedt op wanneer het een beeld oplevert dat met andere dingen geassocieerd wordt dan hetgeen het kunstwerk zelf is. De kunst van de isolatie heeft zijn eigen brandpunt met een minimum aan associatie met dingen die het zelf niet is. Het idee is precies het tegenovergestelde van multimedia-communicatie. Mijn werk is precies het tegenovergestelde van de kunst van de associatie…‘
di 1301 Opgelet, mijnheer de letterkundige, nooit is het gevaar zo groot geweest dat u een letterkundige wordt. Een weerzin voor alle boeken, alle schrijfsels – misschien in verband met je snel achtereenvolgende publicaties? En terwijl er vroeger niets was om je uit die ledigheid te halen, vormt het vooruitzicht of het voorwendsel tot communicatie een aanleiding tot allerlei marginale drukdoenerijtjes. n Cee naar Brussel, trouble met vader F, deurwaarder, agenten.
w 1401 Gister door E.V.J. opgebeld. Mijn 6 vragen aan het VVL-bestuur vervallen, omdat inmiddels de parlementaire interpretatie van het kb van 220369 in de mededelingen zal worden gepubliceerd. En zo bevind je je dan toch machteloos.
v 1601 Gister met Jan bij Daan. Mijn voorstel om een brief te schrijven i.v.m. de rel tussen Links en De Nieuwe blijft zonder gevolg: Jacques Dhaenens die net opbelt is ervoor, maar raadt Daan aan niet te ondertekenen… n Studenten, marxist-leninisten en jong-socialisten stappen in de Hasseltse betoging achter Volksunie- en PVV-mandatarissen aan. En toch niet de steen werpen: hoeveel minder diepgaand is een betoging dan bvb. een regelmatige medewerking aan een krant.
za 170170 Beste Jeroen Brouwers, Heb je boek in een adem uitgelezen, met erg veel genoegen (klinkt dat nu al sadistisch?). Opluchting ook: het zal mij niet beletten om mijn boek over die rotstad te schrijven (beduidend in dit verband is het vertrekpunt Meneertje Egmond…: ik kan me gewoon niet indenken hoe men huist in die cosmopolitische wijk van het centrum, voor mij is dat onbetreden gebied). Wat ik ook enigszins mis is de grondige onbeduidendheid van die stad, maar het is waar dat die op een vreemdeling anders moet inwerken. Brussel is wel dé stad om zich buitengesloten, uitgesloten te voelen. En wellicht is dat aan het veranderen. n Ook soms argwaan gevoeld, bvb. p. 42 onderaan (‘Negerkinderen…’), mijn reactie is zowat: ‘Te mooi om waar te zijn, en vooral in Brussel, of zou die man nu echt zijn aandacht zo getrouw op de gebeurtenissen kunnen afstemmen…’, ik zou van jou willen vernemen dat het alles echt op die plaats en op dat ogenblik is gebeurd. (Maar die argwaan kwam hier veel minder vaak op dan in Ockeloen, wat wil je, ik wantrouw de eigenzinnige compositie.) n Accuut geval van vergiftiging door literatuur. Dat méén ik, zonder er een verwijt van te maken, door deze belijdenis, openbaring van de symptomen moet je alles vergeven worden (ga in vrede mijn zoon). Dus: je hebt die fantasmen leesbaar gemaakt, nu moeten de lezers maar aan het werk. Fantasmen, bvb., de tussen de regels leesbare opvatting: een goede schrijver is een dode schrijver. Ik geloof bvb. dat de atmosfeer om de Forum-mensen net zo rot van geroddel en pretentie heeft moeten zijn als die tussen alle huidige literatoren. O.m. omdat er een collusie bestaat tussen literatuur en gezag, macht, onverbiddelijke pretentie e.a. sympathieke trekken. (p. 36: ‘als heer van groter machten’) Heb je de Haagse Forumtentoonstelling gezien? Een antidotum. De bekrompenheid leesbaar tot in de ruimtelijke vormgeving toe: een aantal boxen, precies volgens het urinoirprincipe, met dan fotootjes en manuscriptjes en briefjes o jee. En dan zorg je er nog voor dat je in een uitgeverij gaat werken, in het centrum van het adderkluwen.
zo 1801 Trouble. Ook als ik nalaat Kemp een recensie-ex. van De grote schaamlippen te laten sturen, dan wordt het boek binnenkort toch besproken door de critici die op zijn oordeel zitten te wachten, n.a.v. Avignon, maar dan natuurlijk terloops, zonder zich te compromitteren. Daarom Geerts opgebeld om hem te vragen bij een eventuele bespreking van De grote schaamlippen te vermelden dat geen Vlaams recensent zich aan de kritiek heeft gewaagd. Maar verneem dan dat ook hij geen recensie-ex. heeft gekregen. n Nee ik kan niet geloven dat J.B. proper zou zijn. En ik kan wel geloven dat hij er als vanzelfsprekend toe gebracht is, zichzelf te bevoordeligen, door zijn situatie in de uitgeverij: daar moet hij uiteraard allerlei nuttige feiten en middelen hebben vernomen om zich te pousseren (bvb. het beste ogenblik om een boek te laten verschijnen, het middel om op het goede ogenblik te worden gerecenseerd enz.). Maar daar blijft de zaak van het © voor Tegen het personage: ik bracht hem de proeven, toonde hem het © Manteau dat in tegenspraak was met het contract, hij verbeterde het voor mijn ogen, maar het boek verscheen toch met © Manteau; en nu stel ik vast dat de jongste boeken van zowel B als W voorzien zijn van een © op eigen naam: dan moet ik op zijn minst concluderen dat B best wist wat men moest doen om dat te bekomen, en dat hij nagelaten heeft mij te informeren. n En dan die ‘veuleric’: hoed je voor die sentimentele mensen die niet introspectief genoeg zijn om angstvallig de uitwerking van hun impulsieve daden te onderzoeken. n Beschouw, beschrijf eens geheel de westerse kunst als het surrogaat van generaties van gefrustreerde westerlingen voor medemenselijke tederheid. Zie bvb. het beeld van de moeder: zij was de enige die de volledige tederheid kon schenken. n De schrijver als gatlikker. Een hele studie: Proust en Guermantes, Malègue en les Sablons… De projectie van de machteloze? Het atavisme van de hofdichter?
Do 2201 Gister en eergister in Brussel. Verwatering van vader F. n Bij Herman J.C. Over uitgeverij. Iets plannen t.o.v. Manteau? Julien en Jeroen erbuiten houden. n Bij J.P.P. Vraag: welke houding in een atelier tegenover hem die aan een artistieke carrière denkt? Antwoord: bepraten, de feitelijke toestand tonen. J.P. heeft zo een van zijn leerlingen aangezet om aan een prijs mee te dingen (‘Ik? Ik ben dat niet waardig enz.’), die leerling is geselecteerd en J.P. niet. n Vraag: is een full-time kunstenaarschap nog te verantwoorden? Besluit: alleen als functie, wat inhoudt dat er naast de uitoefening van de creativiteit ook gewerkt wordt aan kritisch theoretisch onderzoek én aan promovering van creativiteit. n Over teken en betekenis, functionaliteit. Zijn opvattingen lijken me heel gunstig geëvolueerd, van het expressionisme weg. Functie: ‘Réjouissance. Bien-vivre.’ n Bij HJC vernomen dat de op de boekenbeurs geplande tentoonstelling gesaboteerd is door de inrichters, zelfs de muziek moet blijven, klassiek + drinkliederen, luisterliederen zijn ongewenst. n Bij Mw. Manteau, in aanwezigheid van J. en J. Vraag: wat is mijn indruk over het beleid van Detiger? Ik antwoord: D. wekte de indruk van ons niet zakelijk te willen inlichten, scheidde rookwolken af. Alles hangt af van de gevolgen van het onderhoud. Blijkbaar zijn die onbestaand. n Gewaagt van grove vergissingen van D.: bvb. dat hij afleidde dat bepaalde boeken omzeggens uitverkocht waren uit het feit dat Den Haag er geen meer in depot had. De selectie Distriboek blijkt voor haar een mysterie. Een zekere paniek over de selectie: ‘Waarom zou men op de duur niet de manuscripten voorleggen aan de verdelers?’ n Wanneer M. verklaart dat de meridianers de volgende generatie fondsschrijvers moeten vormen, komt het onderscheid ter sprake tussen de oude en de huidige generatie. ‘Wij voelen ons meer proleten’, zeg ik. n Zij pleit voor public-relationwerk door schrijvers; ik verklaar dat ik weiger om de Manteaukrant te helpen verspreiden; maar zij geeft voorbeelden van informatieve reclame die onberispelijk zijn: bestellen van exemplaren van bladen of tijdschriften waarin een bijdrage van een schrijver voorkomt, verspreiding ervan bij boekhandelaars. n Pleit voor wederzijdse informatie schrijvers-uitgever; ik gewaag van een soort van drempelvrees (eigenlijk komt het neer op een generatieconflict: wij vertrouwen de paternalistische interpersoonlijke relaties niet langer). Ik zeg: aan u om het ijs te breken, waarom belegt u geen ‘magistrale cursus’ voor uw schrijvers? Zij heeft er al aan gedacht, zegt ze (als reactie op mijn artikel ‘tegen de boekenbeurs’), maar voelt niets voor pedagogie. Ik signaleer dat ik naar Den Haag ging zonder te weten wat precies in Brussel en wat precies in Den Haag gebeurde. n Daar moet zij het mee stellen, als ze maar slim is zal ze op het voorstel ingaan. n Nog details: -een veelzeggende verspreking van haar, ‘Sagan’ voor ‘Manteau’. n -de grote invloed van De Standaard: de inpakker kan waarnemen wanneer een boek door De Standaard is behandeld, en dit zou helemaal niet gelden voor Het Laatste Nieuws. n J.B. zei achteraf dat ik haar ineens dingen had doen slikken die zij na jaren niet hadden verkregen.
v 2301 De tranen, de ontroering die te machtig wordt enz…: in de eerste plaats zelfmedelijden. Ook vóór de kinderen van Biafra: ‘Mijn toestand hiervoor is gruwelijk machteloos.’ n Soms het gevoelen dat ik door het onverbiddelijkste, consequentste egoïsme ben gepasseerd als door een trechter: de beweging naar de anderen vertrekt van het sterkste egoïsme, is er een uitloper van. Is daardoor zeer sterk gefundeerd, buiten alle zelfverloochening om. Cee leest Proust, zegt: ‘Ik ben toch niet jaloers, als je denkt aan al die amoureuze verdenkingen, enquêtes, bespiedingen…’ Ik zeg: ‘Dat zijn dingen voor mensen die niet weten wat te doen.’ Zij lacht, zegt dat ik van een onmogelijke platvloersheid word, en het is mogelijk, het laat me koud, want ik heb gelijk. n Gisteravond (slapeloosheid) namen herinnerd: Jacquie Deckers,… Vandewalle. Een mentale zuigeling was ik voor mijn intrede in het eerste gesticht. n 10.30u Zelfmoordpoging vader F. – ‘Francine ne rentre pas seule.’ n Brussel. Komisch melodrama. De afscheidsbrief. Dienstmeid Marie: ‘Francine ik ga dat scheermesje weggooien want men zou zich kunnen kwetsen.’ n Werkgroep Schrijversbelangen. Als de deelnemers maar door eigenbelang waren gemotiveerd, ergens zou dat eigenbelang in het algemeen belang monden, maar nu: sentimentele geldingsdrang, en vooral: het vergaren van nieuwsjes om te kunnen kletsen.
Transcriptie: Dirk Pültau & Laurence Scherz
Met dank aan de erven Daniël Robberechts