Dan Graham’s New Jersey
In 1964 opende de 22-jarige Dan Graham de John Daniels Gallery in New York City. Al in de zomer van 1965 hield de galerie ermee op. Graham keerde terug naar zijn ouders in New Jersey en begon, met een goedkope camera, foto’s te maken van nieuwe suburbane architectuur. Twintig van deze beelden werden het jaar daarop in een diacarrousel getoond in het Finch College Museum of Art in Manhattan. Vervolgens werd Graham uitgenodigd om de diapositieven te publiceren in Arts Magazine. De kunstenaar schreef er meteen een tekst bij: Early 20th-Century Possessable House to the Quasi-Discrete Cell of ‘66. Merkwaardig genoeg werd uiteindelijk geen enkele foto van Graham gepubliceerd. De redacteur gaf de tekst een titel mee (Homes for America), en illustreerde het artikel met Wooden Houses, Boston, 1930 van Walker Evans, en met een grondplan uit een publiciteitsfolder van een immobiliënkantoor. In het komende decennium zou Graham hetzelfde werk nog een tiental keer publiceren, of beter reproduceren, telkens voor een andere gelegenheid, en telkens met andere beelden, nu wel afkomstig uit de fotoreeks die hij in 1965 had aangevat. Zo maakte hij in 1971 een ‘valse’ lithografie voor het Nova Scotia College of Art – vals omdat het artikel uit 1966 werd gereproduceerd zoals het niet werd gepubliceerd, dat wil zeggen met de foto’s van Graham zelf. Iets gelijkaardigs gebeurde in de publicatie Dan Graham: Textes die in 1974 door Herman Daled werd uitgegeven: een Franse vertaling van de originele tekst (Des maisons pour l’Amérique), ook met foto’s van de kunstenaar en in een andere lay-out, maar toch met als bronverwijzing: ‘Arts Magazine, décembre-janvier 1967’.
In 2006 werd Graham door Columbia University uitgenodigd om met studenten op studietrip te gaan naar New Jersey. Hij greep de gelegenheid aan om nieuwe foto’s te maken, die in 2007 werden geëxposeerd, en waaraan nu een boek is gewijd. Het boek besteedt ook uitgebreid aandacht aan Homes for America en bevat prachtige teksten, met als hoogtepunt het essay The Reluctant Artist van architectuurtheoreticus Mark Wigley. Het merkwaardige aan Homes for America is precies dat het ondertussen tot de canon behoort, terwijl het niet past in het klassieke kunstcircuit. ‘Graham famously wanted to ‘bypass’ the logic of the gallery’, schrijft Wigley, ‘by treating the magazine itself as the site of production, publicity, criticism, and exhibition, to be thrown away whenever the next magazine arrives.’ Die strategie van Graham is bekend, en Homes for America is niet het enige werk dat hij door middel van een magazine de wereld instuurde. Maar – en dat beargumenteert Wigley overtuigend – van al de artikels van de jonge Graham is Homes for America het meest fundamenteel en ook het best geslaagd. Het toont immers niet alleen suburbia, het imiteert ook de suburbane ontwikkelingen. Alleenstaande woningen buiten de stad – in Amerika maar ook in België – lijken sterk op elkaar, maar toch zijn ze nooit precies hetzelfde. Dat geldt ook voor de verschillende edities van Homes for America. Op één intrigerende dubbelpagina in dit boek worden miniatuurweergaves van twaalf versies van het artikel naast elkaar gezet. De inhoud blijft hetzelfde, alleen de vormgeving en de illustraties verschillen. Wigley besluit: ‘Graham’s relationship remains a mirroring or doubling. He cannot separate himself from the suburbs, even as he analyzes them with such precision. It is the precision of the suburbs themselves that he exhibits.’
Tegelijkertijd is ook het omgekeerde waar: Graham toont hoe onmogelijk het is om precies te zijn – om twee keer hetzelfde huis te bouwen, om twee keer dezelfde tekst te publiceren, om twee keer hetzelfde kunstwerk te maken. Door Homes for America steeds maar weer te reproduceren, lijkt hij een erfgenaam van de schilder Titorelli uit Het Proces van Kafka. Ook Titorelli schildert immers iedere keer hetzelfde, namelijk een verlaten heidelandschap. Als K. een van die landschappen wil kopen, biedt de kunstenaar hem een tweede, derde en zelfs vierde exemplaar aan. ‘Het moderne: altijd nieuw, altijd hetzelfde’, schreef Walter Benjamin over die scène in zijn Passagenwerk. Graham bevestigt dat met Homes for America: zowel het werk als de huizen die het toont, zijn splinternieuwe doordrukjes van een allereerste ‘moederkopie’. En toch gaat hij nog een stap verder, door erop te wijzen dat herhalingen altijd afwijken – en dat het om afwijkingen gaat die de kunstenaar niet meer in de hand heeft. Homes for America kan zo gelezen worden als een pleidooi om beter naar suburbia te kijken, en naar de wereld in het algemeen: wat zich aandient als een saai doorslagje van één woonmodel, is in werkelijkheid een subtiel spel met conventies, interventies en voorkeuren.
Natuurlijk imiteerde Homes for America niet alleen het suburbane. Door zich als een artikel in een magazine te ‘ontwikkelen’, richtte het zich ook op een meer suburbaan publiek, in elk geval op lezers die niet noodzakelijk naar grote kunst op zoek zijn. Het valt aldus te vergelijken met Rijksweg n°1 uit 1978 van Jef Cornelis en Geert Bekaert – een film die het Belgische suburbia dankzij de televisie in de suburbane huiskamers bracht. Die kortsluiting ontbreekt in Dan Graham’s New Jersey. Vooral de nieuwe, eerder willekeurige foto’s van New Jersey, door Graham in 2006 gemaakt en gepubliceerd in het eerste deel van het boek, krijgen een vreemd statuut: ze maken niet expliciet deel uit van een terugblik op Homes for America, en ze zijn er ook geen update van. Eerder fungeren ze als illustraties bij een erg anekdotische stedenbouwkundige interesse, die tot uiting komt in een interview van Mark Wasiuta met Dan Graham, en in de weliswaar grappige commentaren van Graham bij zijn eigen foto’s. ‘They’re basically mobster houses’, zegt hij over een foto van een witte villa. ‘When we speak about mobsters, we talk about Italian Americans. That’s the same ethnic group that Francis Ford Coppola was from, although he is quite a nice guy.’
De precisie die van Homes for America een van de meest merkwaardige 20ste-eeuwse projecten op het snijpunt van architectuur, stedenbouw, kritiek, kunst en fotografie maakt, is in de presentatie van de nieuwe beelden dus ver weg. Of zou het dan toch de geschiedenis zijn die de foto’s uit de jaren 60 zo bijzonder maakt, en hen een glans verleent die het recente werk ontbeert? Ook dat is een kwestie die Homes for America inmiddels opwerpt: behoort dit suburbia uit 1965 en 1966 definitief tot het verleden? En komt het daardoor dat we een quasi identieke herhaling niet meer ervaren als iets nieuws?
• Dan Graham’s New Jersey verscheen in 2011 bij Lars Müller Publishers, Pfingstweidstrasse 6, 8005 Zürich (044/274.37.40; www.lars-mueller-publishers.com). ISBN 9783037782590.