width and height should be displayed here dynamically

158

juli-augustus 2012

Sociaal-artistieke projecten associeer je vooral met de jaren 90. Dat was het decennium waarin kunstenaars plots de straat op trokken om ‘relationele’ praktijken te ontwikkelen, in het sociale weefsel te interveniëren of maatschappelijke verhoudingen als materiaal te gebruiken. In de openingsbijdrage van dit nummer, een gesprek van Koen Brams & Dirk Pültau met Marc Schepers, wordt die chronologie bijgesteld. Het gesprek behandelt – naast Schepers’ radicaal linkse engagement in de jaren 70 – twee sociaal-artistieke projecten die plaatsvonden in Antwerpen in 1979 en 1980. Niet alleen dat vroege tijdstip verrast, ook de namen van de initiatiefnemers zijn onverwacht: naast Schepers en zijn toenmalige partner Leen Derks ligt ook Luc Tuymans aan de basis van Morguen, een tentoonstelling van foto’s uit familiealbums van de bewoners van de Bleekhofbuurt, samen met foto’s die door de initiatiefnemers zelf waren gemaakt. Dit eerste project, en ook het tweede over carnaval in het Sint-Andries-kwartier, eveneens in Antwerpen, paren een antropologische interesse in de beeldproducten van ‘gewone mensen’ met een kritische houding ten aanzien van de ‘beeldindustrie’: aspecten die later zowel in het werk van Schepers als dat van Tuymans zullen terugkeren.

Het nummer omvat verder drie interviews (eveneens gevoerd door Koen Brams & Dirk Pültau) over minder alternatieve aspecten van de kunst vanaf het einde van de jaren 70 tot het einde van de jaren 80. Telkens staat een retrospectieve tentoonstelling van de kunst van die periode centraal: Kavalierstart 1978-1982. Aufbruch in die Kunst der 80er (Museum Morsbroich, Leverkusen, 2008), een tentoonstelling die werd samengesteld door Stefanie Kreuzer; Auswertung der Flugdaten – Kunst der 80er. Eine Düsseldorfer Perspektive (K21, Düsseldorf, 2010-2011), een expo waarvoor Julian Heynen en Valeria Liebermann tekenden; en ten slotte Weitersehen ® 1980 ® 1990 (Haus Lange/Haus Esters, Krefeld, 1990), een zeer vroege terugblik op de jaren 80 die door Julian Heynen alleen gecureerd werd.

Daarnaast wordt in het nummer aandacht besteed aan drie kunstevents die deze zomer doorgaan onder de vlag ‘Visual Arts Flanders 2012’. Christophe Van Gerrewey bespreekt Manifesta 9 in Genk. Maarten Liefooghe en Stefaan Vervoort dragen een tekst bij over het heropende Middelheim Museum en het nieuwe paviljoen ‘Het Huis’ van Robbrecht & Daem, met de door Paul Robbrecht verzorgde openingstentoonstelling van Thomas Schütte. Dirk Pültau recenseert TRACK, de stadstentoonstelling van het S.M.A.K. Tot slot bevat dit nummer essays van Bart Verschaffel over Dirk Braeckman, en van Jeroen Peeters over de kunstgeschriften van Jean-François Lyotard.