width and height should be displayed here dynamically

Decosterd & Rahm. Architecture physiologique

Neuronen, melatonine, EPO. Hegel, Sloterdijk, Houellebecq. Dynamogénie, jardins physiologiques, Hormonorium. Eden. Het referentiekader van hun boek Architecture Physiologique katapulteert de architecten Jean-Gilles Décosterd & Philippe Rahm (Lausanne) in één klap voorbij zowat elke toonaangevende Europese architectuurvisie van de laatste tachtig jaar. De publicatie presenteert een bouwkunst die losstaat van de beeldcultuur of de zogezegde maatschappelijke bewogenheid, de platgetreden paden van het hedendaagse architectuurdebat. Het werk van de Zwitserse architecten wil in de eerste plaats ‘fysiologisch’ zijn, het wil in directe relatie staan met de lichamelijke ervaring van iedereen die rondloopt in de ruimtes die ze ontwerpen. Zelf hebben ze het niet langer over ontwerp of design, maar over ruimtelijke of klimatologische transformaties van een omgeving. Zo creëerden ze op de Biënnale van Venetië in 2002 een kamer met de klimatologische omstandigheden van een sneeuwlandschap in de Alpen: een verblindend wit licht, een zuurstofgehalte van 14,5 % in plaats van de normale 21 %. Het resultaat was een ruimte die op een volledig kunstmatige manier een aantal fenomenale lichamelijke reacties uitlokte bij de bezoekers. De publicatie Architecture Physiologique verscheen oorspronkelijk naar aanleiding van deze tentoonstelling. Het boek is niet opgevat als een tentoonstellingscatalogus, maar wil in de eerste plaats een wetenschappelijk, filosofisch en architecturaal handvest voor fysiologische architectuur zijn. Het ontwijkt op die manier moeiteloos de typische clichés van publicaties over jonge architectenbureaus. Er is geruststellend veel tekst, er zijn geruststellend weinig afbeeldingen en het boek kreeg een bijzonder mooie, ingehouden vormgeving. Hoewel het betoog af en toe in artistieke spelletjes vervalt, weten de architecten met een overtuigend sérieux een complete set van alternatieve architecturale bouwstenen aan te reiken.

Architecture Physiologique wil zowel qua opbouw als qua vormgeving eerder een gedegen quasi-wetenschappelijk boek zijn dan een architectuurpublicatie. De inhoudstafel vermeldt vier hoofdstukken met respectievelijk architectuuressays, wetenschappelijke essays, een interview met de architecten en een wetenschapper, en tot slot een overzicht van de projecten van Décosterd & Rahm. De architectuuressays in het eerste hoofdstuk weven stuk voor stuk een eigen culturele traditie rond het Zwitserse bureau. De referenties van de auteurs zijn totaal uiteenlopend: Alberti, modernisme, James Turrell, Houellebecq. Er wordt enkel naar hedendaagse architectuur verwezen bij wijze van contrast. Zo ontstaat de indruk dat het oeuvre bijzonder moeilijk te situeren valt binnen een actueel debat.

De wetenschappelijke essays in het volgende hoofdstuk vormen het complete tegendeel van deze filosofische kakofonie. De teksten beschrijven doelgericht een specifieke fysiologische component van de architectuur van Décosterd & Rahm: de impact van licht, de impact van een verlaagd zuurstofgehalte. Het hoofdstuk is een fantastische combinatie van zakelijkheid en absurde anekdotiek. Bij de teksten staan bovendien een aantal zeer mooi vormgegeven wetenschappelijke schema’s en diagrammen over fysiologische interacties afgedrukt. De afbeeldingen hebben het statuut van illustraties: een figuur die bij een tekst staat en een onderdeel uit de tekst verduidelijkt. Dit statuut is ook doorgetrokken naar de architectuurafbeeldingen in het boek. Het overzicht van de projecten bestaat uit een serie teksten waar telkens één kleine tekening bij staat, veeleer een schema dan een plan. Wat verder staat een serie foto’s van de projecten, maar deze zijn digitaal bewerkt om zoveel mogelijk informatie te geven. De andere onderdelen van het boek hebben helemaal geen afbeeldingen: de inleiding van de architecten zelf (witte tekst op wit papier) en een serie interviews door Hans Ulrich Obrist. Beide voorzien in de eerste plaats in een conceptuele basis voor het ontstaan van fysiologische architectuur.

Het is duidelijk dat Décosterd en Rahm niet het type architecten zijn dat gevraagd wordt voor de aanbouw van een veranda. De pertinente weigering van overweldigende beelden, de wetenschappelijke basis, de extreem uitgepuurde projecten en het filosofische kader geven de architectuur van het bureau een bijzonder conceptueel karakter. Het is een positie die wellicht nog het best te vergelijken valt met de utopische architecten in het Italië van de jaren ’70, genre Superstudio of Archizoom. Een generatie jonge architecten formuleerde toen een serie utopische popexperimenten die later een zeer grote impact uitoefende op de reguliere architectuurtheorie. Het werk van Décosterd en Rahm schijnt volledig los te staan van een politieke en sociale achtergrond, de basis van het Italiaanse utopisme. Zelf omschrijven de Zwitsers hun werkinstrumenten alsof ze eerder tot de wetenschap of tot het domein van comfort engineering behoren dan tot de architectuur. Door de conditionering van lucht, licht of hormonen als bouwstenen voor (conceptuele) architectuur in te zetten, bespelen ze echter hetzelfde basisthema als hun Italiaanse voorgangers: de relatie tussen intimiteit en publieke ruimte. De doorgedreven architecturale uitwerking van deze relatie ligt nu net aan de basis van de utopische idee die beide bewegingen delen. Maar terwijl de avant-garde van de jaren zeventig jongleerde met populaire beeldcultuur en design, verdiept de nieuwe generatie zich in een quasi-wetenschappelijke conditionering van (eco)systemen die zich tussen context, architectuur en gebruiker nestelen. De kans is groot dat deze nieuwe architecturale middelen over een kleine dertig jaar omschreven worden in exact dezelfde bewoordingen waarmee vandaag wordt gesproken over de erfenis van het Italiaanse utopisme: “platgetreden paden van het hedendaagse architectuurdebat”. Ook al zijn Décosterd & Rahm niet de enige protagonisten van deze nieuwe architecturale avant-garde (ze behoren zelfs tot de meest artistiek geïnspireerde vleugel van de beweging), met hun publicatie Architecture Physiologique doen ze een indrukwekkende poging om de ambitie, de mogelijkheden en de limieten van het ontluikende discours in een tijdloos handvest om te smelten.

 

• Décosterd & Rahm, Physiological Architecture/Architecture Physiologique werd in 2002 uitgegeven door Birkhäuser Publishing (Viaduktstrasse 42, CH 4501 Basel; 061/205.07.07; www.birkhauser.ch) in samenwerking met het Zwitserse Ministerie van Cultuur. ISBN 3-7643-6944-2.