Dynamicity. Tactieken voor een veranderende metropool
Steden veranderen sneller dan gebouwen. Steeds meer architecten beseffen dat de traditionele werkwijze niet langer vanzelfsprekend leidt tot een betekenisvolle toevoeging aan een stedelijke omgeving. Maar wat is een goede methode om de moderne metropool te begrijpen? Het Nederlands Architectuur Instituut (NAi) selecteerde wereldwijd vier bureaus die nieuwe concepten bedenken om grip te krijgen op het stedelijke leven. Actar Arquitectura (Spanje), Chora (Nederland), Atelier Bow-Wow (Japan) en Stalker/On (Italië) kijken, verzamelen, analyseren, onderzoeken, combineren, en doen tot slot een ingreep die aansluit bij wat er was, maar die ook iets nieuws toevoegt in relatie tot de stad als geheel. Hun onderzoeksgebied is altijd groter dan slechts een locatie in een stad. Ze zoeken aanknopingspunten op het niveau van de stad en de regio, en niet alleen met betrekking tot vorm en functie, maar ook tot netwerken en stedelijke processen. Hun oplossingen zijn meestal geen klassieke gebouwen. Het gaat om interventies in de bestaande stad, om bewegende gebruiksvoorwerpen, om nieuwe verbanden of om tijdelijke constructies. In de tentoonstelling Dynamicity hopen de bureaus met actiepunten en stappenplannen een praktische doe-het-zelfhandleiding te bieden. Zo kunnen architecten zelf aan de slag met de hedendaagse metropool.
Atelier Bow-Wow laat zien dat het heel eenvoudig kan zijn. De meeste gebouwen in Tokio zijn lelijk, stelt Bow-Wow, maar juist die gebouwen zeggen meer over de essentie van een stad, dan welk mooi ontworpen gebouw ook. Onderzoek dus de lelijkheid, achterhaal welke condities hebben geleid tot de vorm en het gebruik (in Tokio is vaak de regelgeving debet aan ogenschijnlijk omslachtige constructies). Verzamel voorbeelden en leidt er principes uit af. Maak gebruik van deze principes, maak nieuwe combinaties en genereer zo nieuwe condities. Dat gaat bijvoorbeeld als volgt. Waarneming 1: Wie in Tokio over straat loopt, ziet overal fietsen. Niet alleen als vervoermiddel, maar ook als meubelstuk, of als drager van handelswaar. Waarneming 2: In de stad zijn weinig vaste plekken voor ontmoeting. Geen pleinen, bankjes, dat soort dingen. Waarneming 3: Tijdelijke, collectieve ruimten ontstaan wanneer groepjes Japanners op/bij/naast hun fietsen pauzeren, eten, uitrusten. Die drie observaties leiden tot het idee van de Furnicycle, waarin de functies vervoermiddel, handel en meubelstuk zijn gecombineerd tot een nieuw object. En inderdaad vormen een aantal van die Furnicycles een tijdelijke, collectieve ruimte, die zowel esthetisch als functioneel is. Een soortgelijke gedachte is uitgewerkt in Origami Art, een vouwtentje van papier dat gebruikt kan worden om privacy te creëren in een overvolle gymzaal na een aardbeving.
Een ander voorbeeld geeft Stalker/On, dat de opdracht had Corviale te renoveren. Corviale is een woongebouw van bijna een kilometer (!) lang aan de rand van Rome. Sinds de oplevering in 1983 wonen daar bijna 16.000 mensen. Sommige bewoners betalen huur, andere niet. Sommige appartementen zijn legaal bewoond, andere gekraakt of onderverhuurd. De architectonische opzet is gebaseerd op de ideeën van Le Corbusier: op de vierde verdieping waren winkels gepland en veel woningen zijn vrij indeelbaar. De mensen die er wonen hebben er geen mening over, maar in de rest van Rome overheerst een negatief oordeel. Stalker/On verzamelde zoveel mogelijk feiten over de bewoners om vervolgens te proberen het imago van het woongebouw te veranderen. In de eerste plaats bij de bewoners zelf door bijvoorbeeld hun bewustzijn van de geschiedenis en context van het gebouw te verhogen en door speciale projecten (onder andere voor kinderen) met kunstenaars op te zetten. Door critici in het gebouw te huisvesten en verslag te laten uitbrengen, en door een tv-programma waarin de stereotiepe ideeën over het gebouw en zijn bewoners worden genuanceerd, moest ook de rest van Rome bereikt worden. Was de zender aanvankelijk vooral bedoeld voor de bewoners zelf, al snelde groeide het aantal kijkers in heel Italië. Tot slot werden, met wisselend succes, nieuwe appartementen ontwikkeld en nieuwe functies bedacht voor delen van het gebouw.
Actar Arquitectura gaat abstracter te werk. Dit ontwerperscollectief richt zich vooral op het aanbrengen van nieuwe verbanden in bestaande situaties. Na analyse van de bestaande processen en netwerken in een stedenbouwkundige structuur volgt een reeks interventies. Het doel is niet het ontwerpen van gebouwen, maar het creëren van een samenhangend geheel van verschillende landschappen door geleidelijke verweving van verschillende functies (stad/land, kunstmatig/natuurlijk, wonen/groen). Heel concreet wordt dat in een studie over de corridor tussen de steden Graz en Maribor. Het ontwerp voor verzonken woningen met grasdaken die middenin de wijngaarden en het boerenland staan, oogt idyllisch, maar dat komt toch vooral doordat de ontsluiting van die woningen niet is uitgewerkt. Dat de bewoners hun prachtige woningen bereiken over wegen die hoogstwaarschijnlijk dwars door het groen moeten lopen, blijft buiten beschouwing. In Brussel ontwerpt Actar een hoogbouwstructuur, waarin gestapelde landschappen en woningen in hoge dichtheid een living landscape vormen.
Ook Chora heeft een tamelijk theoretische werkwijze. Architecten begrijpen de hedendaagse stad niet meer omdat ze uitgaan van een statisch gegeven (gebouw) in plaats van een levend mechanisme (stad). Om de stad te begrijpen is een ‘couveuse’ nodig, een testgebied waar op kleine schaal onderzoek en proeven kunnen worden gedaan. Binnen een afgebakend onderzoeksgebied wordt een aantal locaties willekeurig gekozen en vervolgens diepgravend geanalyseerd. Chora neemt dat heel letterlijk: over een kaart wordt een zak gedroogde bonen uitgestrooid en de plekken waar de bonen blijven liggen, bepalen de te onderzoeken locaties. Wat gebeurt er op die plekken? Wat voor een landschap is het? Welke krachten spelen er? Die vragen leiden tot databases met een enorme hoeveelheid gegevens waarmee prototypes kunnen worden ontwikkeld. Zo ontstaat een Urban Gallery, een middel om de stad en het landschap te interpreteren en te implementeren.
Actar en Chora zijn inmiddels beroemd vanwege hun ontwerpstrategie voor stedelijke netwerken, maar in deze tentoonstelling dwingen vooral Atelier Bow-Wow en Stalker/On respect af, omdat zij laten zien hoe de grootschalige aanpak van Actar en Chora (die een groot team van onderzoekers vereist) óók kan worden ingezet op kleine schaal. Wanneer het wezen van de immense metropool (of een aspect hiervan) in kaart is gebracht (observeren, analyseren, onderzoeken), kan de ingreep heel concreet en bescheiden zijn. En dat ligt binnen het vermogen van elke architect.
• Dynamicity. Tactieken voor een veranderende metropool loopt tot 11 juni in Zaal 3 van het NAi, Museumpark 25, 3015 CB Rotterdam (010/440.12.00; www.nai.nl).