Een tentoonstelling met installaties door Susana Mejía, Pamela Rozenkranz en Anicka Yi
Sofía Hernández Chong Cuy levert met een tentoonstelling opgevat als een ontdekkingsreis door het Amazonegebied haar eerste wapenfeit als nieuwe directeur van Witte de With – op dit moment een instituut zoekend naar zijn identiteit. De reis is natuurlijk een metafoor voor intellectuele en artistieke exploratie. Over het Amazonegebied, dat zich uitstrekt over negen Zuid-Amerikaanse landen, is nog steeds relatief weinig bekend. Het leent zich dan ook uitstekend als scherm voor het projecteren van opvattingen over de natuur als een ondoorgrondelijke, niet altijd goedaardige kracht. Metaforisch fungeert het gebied als de tegenpool van ons gecontroleerde en gecultiveerde leven – het is tegelijk ook het toneel van rücksichtslose exploitatie van mens en natuur.
Van de drie kunstenaars in de tentoonstelling is Pamela Rozenkranz de meest wetenschappelijk ingestelde. De Rijksakademie alumnus is een nieuwsgierige alleseter die zich net zo lief verdiept in marketing als in geneeskunde of religie. De vraag naar wat nu menselijk is, en vooral welke rol het menselijk lichaam speelt als instrument van perceptie en analyse, is daarbij leidend. Voor eerdere projecten maakte ze tekeningen onder invloed van viagra en pompte ze synthetische kattenferomonen een galerieruimte in waar met toxoplasmose geïnfecteerde muizen op afkomen om daarna verslonden te worden, maar die ook in verleidelijke parfums worden gebruikt.
Voor Amazon (Container of the Substance Anemine)(2018) ging Rozenkranz uit van de moleculaire structuur van chlorocruorine, een ijzer bevattend eiwit in het bloed van bepaalde ringwormen in het Zuid-Amerikaanse oerwoud. Menselijke consumptie van dit ‘groene bloed’ scherpt de zintuigen en verhoogt het bewustzijn. De kunstenaar evoceert dit door de zalen onder te dompelen in een onwerkelijk blauwgroen licht en de ramen af te plakken met donkerpaars folie. Ook klinkt er indringend getsjirp, gezoem en ander woudgeluid – opnames die ze maakte in het veld. Ze worden afgespeeld via slimme luidsprekers die ze aanschafte via webwinkel Amazon. Het is een weinig subtiele verwijzing naar de manier waarop het kapitalistische systeem de laatste restjes oernatuur vernietigt.
Susana Mejía stelt zich meer op als antropoloog. In haar geboorteland Colombia ging zij op zoek naar inheemse kennis over kleur. Met een team botanisten, kunstenaars en fotografen wist ze elf nieuwe soorten kleur te identificeren. De indianen van de Huitoto- en Tikunastammen leerden haar kleurstoffen maken die ze gebruikte voor 204 schilderingen op papier. Ze bestaan uit abstracte patronen waar soms vingerafdrukken in te herkennen zijn en die andere keren lijken op landkaarten. Het spectrum loopt van warm grijs via roze, oker, groen en blauw tot een spectaculair paars. Deze kleuren keren terug in de 380 kilogram ruwe fique die als lange strengen in rijen van het plafond hangt. Wie door de smalle paadjes ertussen loopt krijgt een idee van de dichtheid van het regenwoud.
Met hun installaties maken Rozenkranz en Mejía hun ervaring van het Amazonegebied invoelbaar. Rozenkranz’ maatschappijkritiek en Mejía’s referenties aan etnobotanie zijn keurig ingebed en verklaard. Hier valt voor de kijker misschien wel iets te leren, maar zeker niet te ontdekken. Daarvoor missen deze werken de dubbelzinnigheid die een ervaring spannend maakt.
Anders is het met The Flavour Genome (2016), de 3D-film van Anicka Yi die met zijn mysterieuze broeierigheid doet denken aan Willie Doherty’s Secretion (2012). Yi, specialist in fictieve scenario’s, vertelt het verhaal van een onderzoeker op zoek naar een geheimzinnige orchidee die slechts één keer in de 107 jaar bloeit, maar waarvan de bloemen na iedere cyclus muteren zodat niemand eigenlijk weet hoe ze eruitzien. De op flarden elektro gemonteerde beelden tonen een flets landschap en een tocht die niet goed afloopt. Het complete onderzoeksteam, op de hoofdonderzoeker na, legt het loodje. Yi legt niets bloot, maar thematiseert het onbekende – en misschien onkenbare – en maakt het juist nog intrigerender.
Waarom deze tentoonstelling met drie installaties geen titel heeft, wordt overigens niet expliciet uitgelegd. Mogelijk wilde de samensteller geen verwachtingen creëren of interpretaties sturen. Anderzijds wordt de presentatie wel nadrukkelijk neergezet als een van drie vrouwelijke kunstenaars. Dat is te billijken als je de referenties aan body art, het commentaar op dominant mannelijk modernisme en de roep om alternatieve narratieven beschouwt als onderdeel van een feministische kunstpraktijk.
De zaalteksten noch de website brengen die elementen echter ter sprake. Wel wordt nadrukkelijk vermeld dat deze vrouwelijke kunstenaars vrij konden reizen in het Amazonegebied en dat dat een teken is van klasse, gender en intellectuele emancipatie. Alsof dit een exclusief eenentwintigste-eeuwse verworvenheid zou zijn. Een heel contingent vrouwen die vanaf de vroege negentiende eeuw onafhankelijk op ontdekkingstocht gingen – denk alleen al aan Gertrude Bell, Freya Stark en Harriet Chalmers Adams – wordt in één klap onder het tapijt geveegd.
• Een tentoonstelling met installaties door Susana Mejía, Pamela Rosenkranz en Anicka Yi, tot 19 augustus in Witte de With Center for Contemporary Art, Witte de Withstraat 50, 3012 BR Rotterdam.