width and height should be displayed here dynamically

Flowers & Questions – A Retrospective. Fischli & Weiss

Een boek als Flowers & Questions – A Retrospective is er vast niet zonder slag of stoot gekomen – het heeft moeite gekost. Nochtans zijn zowel de afzonderlijke werken als de bijhorende teksten (grotendeels) gerecupereerd: het gaat om een ‘retrospectieve’ die is uitgegeven ter gelegenheid van de reizende tentoonstelling Flowers & Questions, en die een zeer brede selectie biedt uit het werk van de Zwitserse kunstenaars Peter Fischli (1952) en David Weiss (1946). De tentoonstelling was al te zien in Tate Modern (Londen) en in het Musée d’Art moderne de la Ville de Paris, wordt deze zomer nog in Zürich getoond en gaat volgend jaar naar Hamburg.

De conceptuele eenvoud van Flowers & Questions, in een heldere, nu en dan zelfs aandoenlijk dienstige vormgeving gevat, is verraderlijk. Uiteindelijk blijkt het boek complex, ondoorgrondelijk en oncommercieel te zijn. Het opent met een inleiding en een voorwoord – voornamelijk dankbetuigingen, loftuitingen en pogingen tot generalisatie – van de curatoren; 340 bladzijden verder eindigt het met een biografie, een bibliografie en een lijst van tentoongestelde werken, wat meteen ook het enige onderdeel van het boek is dat expliciet met de tentoonstelling is verbonden. Daartussen liggen 31 hoofdstukken, elk aangeduid met een Romeins cijfer. Ze zijn volgens hetzelfde model opgebouwd: op de linkerbladzijde staat één afbeelding van één werk (het boek opent met Carved Polyurethane Objects); op de corresponderende rechterbladzijde begint een tekst over dit werk (Boris Groys mag openen met Simulated Readymades – in 1994 in Parkett verschenen); die tekst loopt een aantal bladzijden ononderbroken door, zowel links als rechts; het stuk eindigt op een linkerbladzijde met, onderaan in roze letters, de toelichtingen bij het werk (materialen, exposities, data); op de rechterbladzijde en de daaropvolgende bladzijden staan meer afbeeldingen van Carved Polyurethane Objects; het hoofdstuk ‘eindigt’ met een nevenschikking van (links) de laatste foto van Carved Polyurethane Objects en (rechts) de eerste afbeelding bij Airports – het werk waaraan het tweede hoofdstuk gewijd is. Het probleem – en dus de waarde – van het boek is hoe deze structuur betekenis krijgt, en wie ervoor verantwoordelijk is.

In de inleiding van Bice Curiger staat daarover het volgende: “For the present publication, Peter Fischli and David Weiss have divided their work into thirty-one chapters, tracing the development of series and groups produced over the past twenty-eight years. […] The order is artistically motivated in the broadest sense inasmuch as many later projects have evolved out of long-term research begun long ago.” De structuur van het boek is dus ‘artistiek’ gemotiveerd en komt van het kunstenaarsduo zelf; Flowers & Questions is, met andere woorden, hun voorlopig laatste realisatie, en kan op die manier vergeleken worden met bijvoorbeeld Der Lauf der Dinge, hun beroemde film uit 1986 (volgens Arthur C. Danto hun meesterwerk), die een opeenvolging toonde van ‘materiële’ verschijnselen (een fles water valt om, een lucifer brandt op, een ballon wordt volgeblazen) die elkaar in een successieve reeks ‘veroorzaken’, volgens een domino-effect. Maar wie of wat bepaalt dat, bijvoorbeeld, Clay Figures: Suddenly this Overview – de fantastische verzameling kleifiguren uit 1981 die in een megalomane maar neurotische zwaai de wereld proberen te tonen – in het boek voorafgegaan wordt door Settlements, Agglomeration uit 1993, een onderdeel van het gigantische en onvoltooide fotografische archief Sichtbare Welt? Wat zijn de causale verbanden die Flowers & Questions tot een dwingend geheel maken, die de volgorde bepalen en die dus deze werken een lijn bezorgen, een plaats in de tijd en de (kunst)geschiedenis, een richting, een aantal recurrente kenmerken? Wat is het dat het werk van Peter Fischli en David Weiss tot een oeuvre maakt? Dat de kunstenaars die vraag niet zelf kunnen of willen beantwoorden, spreekt voor zich – het boek Flowers & Questions doet dat enkel door de vraag naar het oeuvre zo vaak en zo mooi mogelijk tot leven te wekken.

Fischli en Weiss – en laten we hiermee dan maar meteen veronderstellen dat zij de zogenaamde idiots savantszijn die het boek bedacht hebben – hebben de intelligentste mensen ter wereld aangeschreven. Boris Groys, Daniel Birnbaum, Dominique Gonzalez-Foerster, Arthur C. Danto, Hans Ulrich Obrist, Max Wechsler enzovoorts: ze mogen in dit boek elk op hun eigen wijze ‘kritische activiteit’ verrichten. Dat levert een schitterende caleidoscoop op; de 20ste-eeuwse ideeëngeschiedenis wordt op briljante wijze aan scherven geslagen: poststructuralistisch deleuzianisme gekruist met Barthes (Fischli en Weiss zijn nomads of the neutral in de bijdrage van Stefan Zweifel); tevergeefs losweken van intenties door middel van interviews (van de hand van Obrist); nagenoeg klassieke heideggeriaanse fenomenologie (door Groys); pöetische autobiografie (van Birnbaum); artistieke, pseudo-ironische, ‘performance’-achtige commentaar (de numerieke lijst van Gonzalez-Foerster bij Sichtbare Welt). Niemand heeft echter de toestemming gekregen om meer dan één werk te bespreken – één enkele kruisverwijzing, door de vormgevers van het boek in roze letters gezet, buiten beschouwing gelaten. Dit verhindert dat de uitgave het oeuvre tot stand brengt, zoals een kunstenaarspublicatie dat al te vaak tot doel heeft, volgens het format: inleiding… groot(s) essay… chronologisch overzicht… interview. Flowers & Questions biedt de lezer hooguit een ‘oeuvre-ervaring’ in flitsen van inzicht, die bij voorkeur vergezeld gaan van de uitroep plötzlich diese Übersicht – suddenly this overview! (Een voorbeeld van een dergelijke openbaring, die altijd begint bij het werk en dan de hele wereld opslokt, is het volgende: “Volgens Fischli en Weiss is het probleem van de moderne tijd niet langer dat de loop der dingen ons leven regeert, maar dat niet wij het zijn die de kunst regeren, als wel de loop der dingen.”)

Flowers & Questions is een boek dat meteen ook het werk is – structureel, conceptueel, receptietheoretisch. Het voldoet nu eenmaal aan andere wetten dan film, fotografie of installatie. Het moet bijvoorbeeld gelezen worden. Er is de verleiding om het te vergelijken met de romans van (bijvoorbeeld) de Amerikaanse romancier Thomas Pynchon. Ook in Against the Day uit 2006 volgen de hoofdstukken elkaar schijnbaar willekeurig op, stopt het ‘verhaal’ waar het had kunnen beginnen, wordt de ‘echte’ chronologie genegeerd, is de wereld onoverzichtelijk groot, maar bij momenten waarheidsgetrouw gedetailleerd, wordt de fysische, historische of materiële realiteit onrecht aangedaan, lopen de verschillende stilistische en ideologische vertogen onophoudelijk in elkaar over, en kan het vermoeden ontstaan dat er waarheid, schoonheid en structuur ligt in een pot mayonaise die per ongeluk van tafel valt. Maar net zo goed kan de nevengeschikte overdaad, zowel bij Pynchon als bij Flowers & Questions, te veel worden. Bice Curiger beschrijft het treffend in haar stukje overVideos for Venice: “There is no elucidating energy to lend meaning to the lack of significance, no clever narrative tricks and dramaturgical stays to keep us afloat on this modest, psychedelic river journey.” Vaak lukt het wel, en dan is het resultaat fantastisch: dan hebben we als lezer een nieuwe wereld betreden, die toch al jarenlang de onze was.

 

• Fischli & Weiss, Flowers & Questions. A Retrospective, London, Tate Publishing, 2007, ISBN 1854376470.(www.tate.org.uk/publishing)