width and height should be displayed here dynamically

gerlach en koop bij Ellen de Bruijne Projects, Amsterdam

Met minimaal werk dat een stroom aan interpretaties oproept, vulden gerlach en koop in november en december de ruimtes van Ellen de Bruijne Projects. Het in Brussel en Den Haag werkende duo presenteerde er niet één, maar twee tentoonstellingen. Er was Varying Degrees of Ajarness met eigen werk te zien, en daarnaast de door hen samengestelde tentoonstelling It Also Says Imperceptibly.

In de hal tussen deze twee tentoonstellingen hing een poster waarop twee witte kantoorprullenbakken tegen een lichtblauwe achtergrond zijn te zien. De ene is in de ander geplaatst, waarmee No Two Things Can Be the Same (2012) objectief gezien de samenvoeging van twee objecten toont. Maar zoals vrijwel steeds bij gerlach en koop is er, vooral op semiotisch vlak, meer aan de hand. Door één prullenbak in een ander van precies hetzelfde model te plaatsen, treedt betekenisverandering op. Een simpele handeling maakt van twee gelijkwaardige objecten container en inhoud, prullenbak en afval.

In Varying Degrees of Ajarness, opgesteld in de grote ruimte van de galerie, toonden gerlach en koop onder meer een opengeslagen boek op de grond, papierresten op de wand, een groepering van halters, en een los ensemble van kegels, cirkels en bolvormen die in feite bestanddelen van gedemonteerde halters zijn (Lourde et dure comme de l’acier, 2013). De fitnessvoorwerpen hebben door de verandering van context hun gebruiksfunctie verloren. De losse cirkels, bolvormen en kegels doen denken aan Cézanne, die deze vormen als de grondvormen van de (schilder)kunst beschouwde. In dit licht zou Lourde et dure comme de l’acier (2013) als een eerste aanzet tot een kunstwerk kunnen worden gezien: een kunstwerk in wording.

De spiraalvorm van resten gestippeld papier op de muur kan als het tegenovergestelde worden gezien: een kunstwerk in afbraak. Het lijkt alsof het papier dat op de muur geplakt was, er vluchtig is afgetrokken. Elle descend (deuxième tentative) (2013) duidt op de afwezigheid van een persoon. Iemand (Elle) heeft haar sporen nagelaten, zonder haar identiteit te onthullen. Het werk is een residu van een onbekende performance. Dat geldt ook voor Loos’ Ass (2010-2013): naast een pilaar ligt een opengeslagen exemplaar van Adolf Loos’ Ornament und Verbrechen op de grond. Het lijkt alsof iemand het zat te lezen en heeft laten liggen. Het is bewijsmateriaal van een vluchtige handeling uit het recente verleden. Objectief gezien is het boek op de grond, net als de halters, een readymade. Door de theatrale presentatie houdt het echter het midden tussen readymade en performance. Tegelijkertijd toont het werk een omslagpunt. De gebeurtenis ervoor en erna zijn niet zichtbaar, maar met enige fantasie wel in te vullen. Verleden en heden zijn in een minimale presentatie gevangen.

Het in It Also Says Imperceptibly gepresenteerde werk in de naastgelegen ruimte sluit hier naadloos op aan. Nothing is more practical than idealism (2001) is een foto van een groep van zestien mensen buiten op een trap. Het ongedwongen groepsportret blijkt het enige overgebleven materiaal van een door Jay Chung gemaakte film. Hij werkte gedurende twee jaar samen met zijn cast en crew aan een film, maar vertelde niemand dat de camera geen film bevatte. Het object verandert hiermee van souvenir van een film in documentatiemateriaal van een performance.

Het werk dat bij Ellen de Bruijne gepresenteerd werd, bevindt zich in het spanningsveld van aanwezigheid en afwezigheid. gerlach en koop brengen objecten, gebaren en ideeën zowel fysiek als symbolisch bijeen, met betekenisverandering tot gevolg. Dit gebeurt niet alleen op het niveau van de werken, maar ook op die van de tentoonstellingen. Deze verliezen in relatie tot elkaar – net als de prullenbakken op de poster – enigszins hun autonome status: samen vormen ze een tweeluik. Bij gerlach en koop maakt één plus één geen twee. Het kunstenaarscollectief vindt in samenvoeging geen vermeerdering, maar verandering.

 

• gerlach en koop, 2 november – 21 december 2012, Ellen de Bruijne Projects, Rozengracht 207 A, 1016 LZ Amsterdam (020/ 530.49.94; www.edbprojects.com).