Gilles Peress, the graves Srebenica and Vukovar
In het zonet voorgestelde boek van John Taylor wordt het werk van de Franse fotograaf Gilles Peress slechts even aangehaald. Toch lijken beide het alvast hartsgrondig eens te zijn over één ding: ook de meest onvoorstelbare wreedheden moeten kunnen gefotografeerd en getoond worden. Peress: “Il faut se confronter au sang pour montrer la réalité”. Het laatste boek van deze Magnumfotograaf is deels een bloedstollend opgravingsverslag. Hij trok in mei 1996 naar het voormalige Joegoslavië, samen met de Amerikaanse forensische antropoloog William Haglund en een team van wetenschappers uit 19 verschillende landen. In opdracht van het Internationaal Tribunaal voor Oorlogsmisdaden in Den Haag moesten zij de massagraven die waren ontdekt in het Bosnische Srebrenica en in het Kroatische Vukovar blootleggen, beschrijven, analyseren, identificeren. Zo’n 40.000 moslimvluchtelingen leefden om en rond Srebrenica in juli 1995, toen de stad in handen viel van de Servische troepen. Duizenden mannen en jongens werden gedood en in massagraven gegooid langsheen hun vluchtroute tussen Srebrenica en Tuzla. The Graves-Srebrenica and Vukovar is een sober boek, waarin Peress’ (digitale) foto’s dit keer merkwaardig zwijgzaam en eenvoudig lijken en een aanzienlijke ruimte laten voor tekst. Eric Stover, co-auteur van het boek en directeur van het Human Rights Center in Berkeley, beschrijft omstandig en in detail het werk van de forensische wetenschappers: hoe ze “uit een zee van modder en ontbindende lijken de identiteit van de slachtoffers terug probeerden samen te stellen en na te gaan hoe ze aan hun eind zijn gekomen”. In het tweede deel van het boek – Spring 1997 – praat hij met de overlevenden en krijgen we bijna klassiek-banale, bijna ‘hoopvolle’ Peress-foto’s te zien. Stover gaat voorts in op het belang van het Haagse Tribunaal voor Oorlogsmisdaden: alleen wanneer individuen en niet hele naties verantwoordelijk worden gesteld voor hun misdaden tegen de mensheid, kan een vreedzame coëxistentie tussen verschillende etnische en religieuze bevolkingsgroepen mogelijk zijn in de toekomst. Hij wijdt ook een verontwaardigd hoofdstuk aan het falen van de Verenigde Naties in het beschermen van de ‘veiligheidszone’ rond Srebrenica en aan de dwingende noodzaak voor de VN om in het reine te komen met haar verantwoordelijkheden. En zelfs van uitgever Scalo kreeg het boek een geëngageerd motto mee: “This book is destined to become a seminal study into crimes against humanity”.
Tot de zomer van dit jaar liep in het Parijse Parc de la Villette de tentoonstelling 1914-1998, le travail de la mémoire: documenten en werk van hedendaagse fotografen over genocide en massamoord tijdens de Tweede Wereldoorlog, in Cambodja, Rwanda, Algerije, ex-Joegoslavië. De foto’s van Gilles Peress uit Srebrenica en Vukovar werden daar voor het eerst getoond, los van het boek, aan de muur en zelfs met drie op doek uitvergrote beelden bij wijze van accent. Een installatie. Kunst? De reacties lieten niet lang op zich wachten. Ziekelijke veresthetisering van het gruwelijke, ongezond spektakel, je kan toch niet de kunstenaar gaan uithangen met foto’s van massagraven, riepen sommigen woedend. We stellen een merkwaardige décalage vast tussen wat Peress zegt en wat hij toont, zeiden zij die nog beleefd wilden blijven. Gilles Peress bleef er Siberisch bij. “Je suis un photographe médico-légiste qui apporte des indices,” was zijn antwoord aan Michel Guerrin van Le Monde. Zelf wil hij deze foto’s niet zien als het werk van een kunstenaar, maar van een politiek militant. Het zijn foto’s die gebruikt worden in een onderzoek, daarom werden ze zo evident, simpel en onmysterieus mogelijk gemaakt, zegt hij. Elke vorm van fotografische virtuositeit – of de complexiteit van Peress’ eerdere projecten – zou hier inderdaad totaal misplaatst zijn geweest. Waarom dan toch die presentatie met allerhande linken naar de hedendaagse kunst? Peress: “L’art contemporain, je ne le regarde pas. Je travaille.” En het risico dat je op die manier al die gruwel tot een spektakel transformeert? Door die vraag te stellen, riposteert Peress, loop je in de eerste plaats het risico dat er uiteindelijk niets getoond wordt. “En alles weer in stilzwijgen, hypocrisie en leugens uitmondt. Het is een heel reactionaire, erg postmodern Amerikaanse houding om te weigeren de werkelijkheid onder ogen te zien. Men biedt me een ruimte, en ik neem ze in. Ik zou die beelden ook in een museum tonen of in een krant, een slaapkamer, een stopplaats langs de autosnelweg, op het Internet… Ik zou alle denkbare plaatsen willen innemen.”
• Gilles Perres, Eric Stover, The Graves-Srebrenica and Vukovar in 1998 uitgegeven door Scalo Verlag, Weinbergstrasse 22A, 8001 Zürich (01/261.09.10).