width and height should be displayed here dynamically

Giuseppe Penone

Giuseppe Penone, Sculture di linfa (Lymph Sculptures), 2005-2007. Museum Voorlinden, Wassenaar, 2022-2023 © Archivio Penone, c/o Pictoright Amsterdam 2022, foto Antoine van Kaam

Als door een goddelijke bliksem geraakt, siert een met goud beklede bronzen boom de ingang van Museum Voorlinden in Wassenaar. Albero folgorato (2012) is het intrigerende welkom op de solotentoonstelling van Giuseppe Penone (1947), ook wel bekend als het jongste lid van de arte-poverastroming die zich in de jaren zestig in Italië ontwikkelde.

De vertegenwoordigers van de arte povera kozen onconventionele materialen voor hun kunst, zoals zand, takken, aarde en gevonden voorwerpen, om de heersende ideeën in de kunstwereld over waarde en aanzien te bevragen. Contra de hang naar constante vernieuwing in een snelgroeiende consumentencultuur was poëtische waarde volgens arte-poverakunstenaars te vinden in bestaande voorwerpen om ons heen, in onbewerkte materialen en in de natuur. Als protest tegen de commercialisatie van de kunstwereld werden de veelal vergankelijke kunstwerken en interventies regelmatig buiten galeries en musea getoond of gehouden. Penone deed in deze tijd artistieke interventies in de bossen rond Garessio (Piemonte, Italië). Zo plaatste hij een metalen afgietsel van zijn hand om een jonge boomstam, waar de boom vervolgens omheen groeide. Na verloop van tijd lijkt het alsof de hand ‘in’ de boomstam grijpt. De documentatie van deze en andere interventies is terug te vinden in de fotoserie Alpi Marittime (1968) – de naam van het alpengebied op de Italiaanse grens met Frankrijk, Penone’s geboortestreek, waar de interventies plaatsvonden.

Na zijn vroege, conceptueel getinte fase richtte Penone zich in toenemende mate op meer traditionele beeldhouwkunst, met materialen als brons, goud en marmer. De natuur bleef echter centraal staan. In zijn ecopoëtische werken plaatst Penone de mens niet tegenover, maar midden in de natuur, om te tonen dat hij er onlosmakelijk deel van uitmaakt. Dit geeft zijn oeuvre een romantische inslag, nostalgisch naar een tijd waarin we dichter bij de natuur stonden. Het werk onderscheidt zich echter door een nadruk op het proces van de levende, scheppende natuur, de natura naturans, in plaats van op datgene wat de natuur heeft voortgebracht, de natura naturata.

In Ripetere il bosco (1968-2022), in de eerste zaal, trachtte Penone in verwerkte, industriële houten balken de oorspronkelijke bomen weer bloot te leggen. Afgaande op de jaarringen schraapt hij door totdat hij de jonge boom in de balk heeft teruggevonden, met takken en al. Het onderste gedeelte van de balk laat hij intact, zodat het als sokkel kan fungeren. Het werk maakt toonbaar wat zich normaliter aan ons oog onttrekt: dat elk stuk hout, verwerkt of niet, een stukje natuur is, met een eigen levensgeschiedenis. Door de balk in gebruik te houden als sokkel, waardoor de uitgekerfde bomen nadrukkelijk een museaal karakter krijgen, geeft Penone ons bovendien een blik op de verborgen historiciteit van schijnbaar alledaagse bouwmaterialen. Een vergelijking met Michelangelo is niet ver te zoeken, maar anders dan de renaissancekunstenaar, die zijn beeldhouwwerken naar eigen zeggen ‘bevrijdde’ uit het marmer, is Penone’s doel juist om terug te keren naar de natuurlijke staat van het materiaal en de menselijke interventie of bewerking als het ware terug te draaien – de sculptuur als archeologische vondst.

Een terugkerend thema is de verwantschap tussen het menselijk lichaam en de structuur van bomen. In Propagazione (1994-2022) zien we Penone’s vingerafdruk op een A4-papier dat in het midden van de muur hangt. Het lijnenspel met viltstift is op de muur doorgetrokken op zo’n manier dat het geheel overloopt in een afdruk lijkend op de jaarringen van een boom. Geeft het werk uitdrukking aan een verbintenis tussen de kenmerkende lijnenspellen van mens en boom, of toont het juist de begrenzing – letterlijk gevangen in de kaders van het vel papier – van de menselijke identiteit tegenover de ontwikkeling, het procesmatige van de groei van een boom? Onze individuele vingerafdruk wordt immers al ontwikkeld en voor eens en altijd onveranderlijk vastgelegd in de baarmoeder. Met de groei van een boom ontwikkelen ook de jaarringen zich tot een steeds uitgebreidere, historisch gegroeide constellatie.

Penone’s meest indringende kunstwerken zijn al te ruiken voordat je de zaal in loopt, zoals de penetrante leerlucht van Sculture di linfa (2005-2007), een zaalvullende installatie gemaakt voor de Biënnale van Venetië in 2007. De muren hangen vol met gelooide huiden. Terwijl je op je sokken (bij binnenkomst wordt de bezoeker geboden de schoenen uit te doen) over het haast kietelende reliëf in het carraramarmer op de vloer loopt, zie je, als je goed kijkt, dat Penone in het marmer een tekening van het menselijke brein heeft uitgehakt. In het midden van de ruimte bevinden zich twee houten balken, waarbij in de kleine uitholling een stroompje dennenhars is geplaatst. Met de golvende plooien onder je voeten, de bruine op een bast lijkende omhulling van de huiden, en de hars in de balken, waan je je in het levendige epicentrum van een boom.

Eenzelfde hypersensorische ervaring wordt ook beloofd bij Respirare l’ombra – foglie di tè (2008-2022), een ruimte gevuld met Japanse theebladeren in rechthoekige kooien met een lengte-breedteverhouding volgens de gulden snede. Penone wilde de uitwisseling tussen het interne en het externe – de ademhaling – tastbaar maken als een proces dat we delen met de fotosynthese van bladeren. Wat wij uitademen nemen zij op en vice versa. Net als in Propagazione benadrukt Penone ook hier de (visuele) overeenkomsten tussen mens en boom: de nerven van de bladeren lijken verdacht veel op onze aderen, en op een soortgelijke manier transporteren ze de voedingsstoffen die de bladeren nodig hebben om te overleven. De bladgeur is een paar weken na de opening van de expositie, met het verdorren van de bladeren, nog amper te ruiken: een symbolische uitdrukking van het verval van de natuur. Voor zover de installatie je reukvermogen activeert, word je je ironisch genoeg vooral bewust van de andere – in dit geval vaak zwaar geparfumeerde – bezoekers in de zaal.

Museum Voorlinden heeft met deze tentoonstelling een bewonderenswaardige selectie van werken bijeengebracht die een kijkje geeft in de speelsheid en levendigheid van Penone’s oeuvre van de afgelopen vijftig jaar en zijn nieuwsgierigheid naar de werking van de natuurlijke wereld tastbaar maakt. Maar het is spijtig dat er zo weinig context wordt geboden. Waarom de verbintenis tussen mens en natuur zo belangrijk is voor Penone wordt bijvoorbeeld nauwelijks aan de orde gesteld. In overeenstemming met de algemene lijn van Voorlinden staat de ervaring van de bezoeker voorop. Hiermee dreigt de tentoonstelling tot een sensationele attractie te vervallen, waarbij je desondanks de werken niet mag aanraken. Menig bezoeker kan het niet laten om de hand toch even over het hout te strijken voordat een strenge suppoost voor de zoveelste keer die ochtend komt interveniëren.

 

• Giuseppe Penone, tot 29 januari in Museum Voorlinden, Buurtweg 90, Wassenaar.