Hana Miletic, Materials
De tentoonstelling Materials van Hana Miletić past in de ‘najaarsfocus’ van de Beursschouwburg die, onder het motto Come Together, in het teken staat van de collectieve (kunst)beleving. Dat thema sluit goed aan bij haar sociaal-politieke praktijk, die in het teken staat van de collectieve (kunst)beleving. Miletić is geboren in Kroatië, werkt in Brussel en exploreert in haar werk sporen van bepaalde politieke, sociale en/of economische veranderingen. Net zoals bij haar performances, kunstenaarsboeken en installaties, is ze voor deze tentoonstelling vertrokken van haar fotografisch ‘schetsboek’, maar het resultaat neemt dit keer de vorm van ‘weefwerk’ aan.
Miletić is gefascineerd door de documentaire kwaliteiten van de straatfotografie. Ze gebruikt haar camera om, via beelden van de straat, sociale en grootstedelijke thema’s te vatten en te begrijpen. Na haar studies raakte ze echter gefrustreerd door het vluchtige karakter van straatfotografie. Zo kwam ze ertoe het fotomateriaal naar andere dragers over te brengen, om het documentaire proces te vertragen, de tijd te rekken. Vooral het trage weefproces gaf haar de nodige tijd om te reflecteren over het ‘sociale weefsel’.
Als basismateriaal voor de weefwerken dienden foto’s van allerlei ‘opgelapte’ objecten die Miletić in de straten van Zagreb en Brussel tegenkwam. De foto’s van de objecten maken zelf geen deel uit van de tentoonstelling, maar kunnen bekeken worden in een ‘script’ op de website van de Beursschouwburg (beursschouwburg.be/en/#intro). Hier zien we hoe gerepareerde auto-onderdelen (zoals zijspiegels, ramen en koplampen) en gestutte architecturale elementen (waaronder deuren, gevels en ruiten) het materiaal leverden van de tentoonstelling. Hun patronen, kleuren, substanties en vormen bepaalden mee de formele uitwerking van deze op het eerste zicht abstract ogende weefwerken. Zo doet een grijs en gerafeld stuk textiel in de vorm van een parallellogram denken aan de foto van een met tape herstelde autoruit.
Miletić is geïnteresseerd in de economische en sociale context waarin dergelijke quick fixes zich manifesteren, en het utopische potentieel van de DIY-praktijken die daarbij werden toegepast. Een gebroken koplamp die met plastiek en goedkope plakband werd opgelapt, kan bijvoorbeeld gelezen worden als een onooglijk en bescheiden teken van een economie in recessie. Op een gelijkaardige manier kan een gestutte gevelfaçade, waarvan het grote grijze doek in de trappenhal van de Beurs een materialisatie lijkt te vormen, gezien worden als een weerslag van een grootstedelijk fenomeen als gentrificatie. Dergelijke ‘do-it-yourself’-herstellingen onthullen niet enkel de precaire condities waarin zij tot stand komen, maar dragen ook een utopisch, emanciperend potentieel in zich. De tastbare relatie met goedkope materialen en de zorgzaamheid die mensen aan de dag leggen om hun wagen, gevel, deur of ruit te beschermen, te repareren, te stutten, zijn daar mooie voorbeelden van. DIY biedt in die zin een tegenwicht aan onze hedendaagse consumptiecultuur waarbij we afhankelijk zijn van ‘experten’ en afgewerkte producten voor het vervullen van onze behoeften.
Zoals gezegd roept de materialiteit van de weefsels voor Miletić ook de idee van het sociale weefsel op. Het weefwerk, dat het resultaat is van een alternerende vervlechting van horizontale en verticale draden, kan als een metafoor voor de maatschappij worden gezien. Bovendien wordt textiel traditioneel geassocieerd met vrouwenwerk en dat suggereert dan weer de mogelijkheid om het sociale weefsel vanuit een feministisch standpunt te benaderen. Een foto in het programmaboekje toont de kunstenares samen met haar grootmoeder en nicht. Samen verwerken ze rauwe wol voor verder gebruik. De foto werd genomen in de zomer van 1989, een jaar voor het uitbreken van de oorlog in Joegoslavië. Het beeld staat symbool voor de emanciperende kracht van handwerk en van de samenwerking met/tussen vrouwen in tijden van economische recessie en sociale ongelijkheid. Na de val van het communistische regime in Kroatië moesten vele textielfabrieken noodgedwongen de deuren sluiten als gevolg van het privatiseringsproces. Voor veel vrouwen betekende dat echter een stimulans om samenwerkingsverbanden aan te gaan en te intensifiëren, en alternatieve DIY-productiemethodes te ontwikkelen. Typisch voor die transitie is bijvoorbeeld de Kroatische vrouwenassociatie ‘Open Kamensko’, een zelforganiserend collectief van voormalige fabrieksarbeiders die nu freelancetextielwerkers zijn.
Beide attitudes, vrouwelijke collaboratie en DIY, vinden ook een echo in het bijbehorende programma met workshops, screenings, lezingen en performances dat Miletić voor deze expo samenstelde en dat in de kleine white cube van het tentoonstellingsparcours plaatsvindt. Voor dit programma nodigde ze onder andere kunstenaars en collectieven uit die een coöperatieve werkwijze hanteren vanuit een feministisch perspectief. Zo zijn er wekelijkse samenkomsten van een feministische leesgroep en workshops geleid door collectieven als Bibliotecha, Just For The Record en [BLOK]. Dit participatieve tentoonstellingsmodel ligt in de lijn van Tenir paroles, Miletić’ vorige project rond samenwerking waarvoor ze La Frénetick, een collectief van Brusselse rappers, een platform gaf in een gerenommeerde institutie als BOZAR. Ook in de Beurs eigent ze zich het institutionele kader toe. Daarmee schrijft (of weeft) ze zich in de krakersgeschiedenis van het beursgebouw in.
De laatste tijd worden heel wat tentoonstellingen over textiel georganiseerd en is er sprake van een hernieuwde interesse voor het medium in de hedendaagse kunst. Een tentoonstelling als Materials bewijst nog maar eens dat een eeuwenoud materiaal als textiel een perfect medium kan vormen om over urgente, eigentijdse realiteiten te reflecteren.
• Hana Miletić, Materials, tot 17 december in de Beursschouwburg, Auguste Ortsstraat 20-28, 1000 Brussel (02/550.03.50; beursschouwburg.be).