Helen Levitt
De Brusselse A Stichting (de Franstalige naam Fondation A klinkt beter) is een kunstverzameling en een platform dat gewijd is aan documentaire fotografie. Het tienjarige bestaan wordt gevierd met een beknopte, maar representatieve terugblik op het werk van Helen Levitt (1913-2009), een van de meest vooraanstaande straatfotografen van de twintigste eeuw. De curator is Thomas Zander, verbonden aan de gelijknamige galerie in Keulen die sinds 2015 de estate van Levitt vertegenwoordigt. De galeriehouder was de voorbije jaren onder meer betrokken bij publicatieprojecten over Levitt en probeert haar werk vooral institutioneel te verankeren. De tentoonstelling bij A Stichting, die al werken van Levitt in de verzameling had, past in dat opzet.
Van Levitts oeuvre zijn er na haar dood zo’n duizend beelden in omloop, waarvan honderdvijftig in kleur. In de expo is een selectie van een tachtigtal prints te zien, aangevuld met een projectie van tachtig kleurdiapositieven. Levitt, geboren en getogen in Brooklyn, nam met haar camera meer dan een halve eeuw uitsluitend New York in het vizier, op een korte excursie naar Mexico City na. Aangetrokken door kunst verliet ze in 1931 de middelbare school en ontwikkelde ze belangstelling voor fotografie. In The Bronx werkte ze als assistent bij een commerciële portretfotograaf. De tentoonstelling Documentary and Anti-Graphic Photographs (1935) in de Julien Levy Gallery, met werk van Henri Cartier-Bresson, Walker Evans en Manuel Álvarez Bravo, had een grote invloed op haar. Eveneens bepalend waren de persoonlijke kennismaking met Cartier-Bresson in hetzelfde jaar, haar ontmoeting met Walker Evans en haar vriendschap met schrijver James Agee. Die laatste schreef in 1946 een essay over Levitts vroege straatfotografie en concipieerde mee haar eerste album, A Way of Seeing, dat pas tien jaar na het overlijden van Agee in 1965 zou verschijnen.
Levitt richtte haar aandacht resoluut op het straatleven. Aanvankelijk toonden haar foto’s krijttekeningen en muurteksten, gemaakt door kinderen in volkse, arme en kroostrijke buurten als Spanish Harlem of The Bronx. Met onbedoelde ondertonen van art brut en surrealisme suggereren ze een intrigerende fantasie- en belevingswereld. Al snel verlegde ze haar aandacht naar de kinderen zelf, en naar de levendige microkosmos in de genoemde buurten. Het zijn documenten uit een vervlogen tijd die haaks lijken te staan op het gegentrificeerde New York vandaag. In de jaren dertig en veertig was de straat synoniem met leven, en een visuele goudmijn. Dat leven speelde zich af op de stoep en in portieken, maar ook open of halfopen verticale schuiframen van appartementen fungeerden als kruispunten van het sociale verkeer. Street Scene (1931), een film van King Vidor die zich afspeelt voor enkele façades in de Lower East Side, karakteriseert een dergelijke agora. Als rauw-poëtische evocatie overtreft echter niets de documentaire collagefilm In the Street (1948) van Levitt zelf, een samenwerking met Agee en Janice Loeb. Heel wat van Levitts iconische foto’s vinden er een cinematografische pendant: de vreugde bij een opengebroken brandkraan op een broeierige zomeravond, of stoeiende, zich verkledende of spelende kinderen… Een pancarte aan het begin van de film stelt dat de straten van deze arme buurten een theater en een strijdtoneel zijn waarin ‘unaware and unnoticed, every human being is a poet, a masker, a warrior, a dancer: and in his innocent artistry he projects, against the turmoil of the street, an image of human existence’.
Levitts beelden zijn niet ontwrichtend of spectaculair. Ze hebben geen scherpe kantjes, tonen geen conflict, pijn of wanhoop, maar alleen het leven van alledag in al zijn eenvoud. Levitts blik is niet toeristisch of voyeuristisch, maar fundamenteel humanistisch, en met reden werd haar werk in 1955 opgenomen in Steichens The Family of Man. Een opname van Levitt ontstaat niet in een spanningsveld, maar in een gedeelde ruimte: de fotograaf is onopvallend aanwezig, of haar tegenwoordigheid is geen punt omdat destijds het camerabewustzijn nog niet zo sterk was; tegelijk legt ze met affectie vast wat zich voor de lens beweegt.
Haar voorliefde voor kinderen heeft ongetwijfeld te maken met hun benaderbaarheid, maar ook met hun beweeglijkheid, hun verbeeldingskracht – alles wat zich op elk onbewaakt ogenblik als een duiveltje uit een doosje kan manifesteren. Kinderen leven bij de gratie van het moment. Agee dichtte Levitts beelden in A Way of Seeing terecht een ‘lyrische kwaliteit’ toe. Het gaat om die extra ervaringslaag in de documentaire fotografie, die Walker Evans associeerde met onbewuste productie, toevallig en zonder opzet.
In 1949 gaf Levitt voor tien jaar de brui aan de fotografie. Bij haar terugkeer verlegde ze haar werkterrein naar The Garment District en de Lower East Side. Van 1959 tot 1963 maakte ze voor het eerst kleuropnames met omkeerfilm (diafilm), die goedkoper te ontwikkelen was. De meeste van die beelden gingen in 1970 bij een inbraak in haar appartement verloren. Van 1971 tot 1988 volgde een tweede periode. Met de warme, verzadigde, contrastrijke kleurbeelden introduceerde ze net als Ernst Haas en Saul Leiter coloriet in de straatfotografie. In vergelijking met het vroege werk is het interessant om te zien hoe het straatbeeld verandert. Kinderen komen er bijvoorbeeld minder in voor en manifesteren zich ook minder als groep. Een andere vergelijking in de tijd bieden de beelden van de New Yorkse metro. In 1938 begeleidde Levitt Walker Evans toen die in de wagons candid shots maakte van forensen. Veertig jaar later, in 1978, deed ze die oefening over; het resultaat werd in 2017 gepubliceerd als Manhattan Transit.
Ondanks de bescheiden ruimte van A Stichting, raakt de tentoonstelling zowat alle aspecten van Levitts werk aan – met de film In the Street als spijtige uitzondering. De meest iconische beelden zijn aanwezig, de afdrukken zijn uitstekend en Zanders opstelling is doordacht, ruim en gevarieerd. De titel One, Two, Three, More is een hommage aan Marvin Hoshino (1947-2020), jarenlang de assistent van Levitt en samensteller van een publicatie uit 2017 met dezelfde titel, gevuld met veel nooit eerder geopenbaarde beelden.
• Helen Levitt. One, Two, Three, More, tot 10 april in Fondation A Stichting, Van Volxemlaan 304, Brussel.