width and height should be displayed here dynamically

216

maart-april 2022

Alleingang (3): Questionnaire

1.
Individueel auteurschap is een fictie: niemand kan echt alleen werken, en wie beweert dat wel te doen, verbergt andermans inbreng. Toch blijft er werk bestaan waar je alleen voor moet zijn, en is groepswerk misschien net zo goed een fictie, aangezien er altijd iemand de overhand zal nemen. Bovendien kunnen collectieven een merknaam worden, met inwisselbare leden. Is het mogelijk om te werken met z’n tweeën, of met meer? Of is het juist onmogelijk om in je eentje te werken? Waar ligt de grens? Wanneer kan je spreken van individueel auteurschap? En wanneer wordt werk collectief? Worden ideeën en posities scherper en radicaler tijdens een samenwerking, of eerder afgezwakt? Kortom: is, voor ‘makers’ in de breedste zin van het woord, Alleingang een voorwaarde, een gevaar, of een wensdroom?

2.
Anno 2022 lijkt het haast onbegonnen werk om een vorm van individualiteit te bewaren in een verstrooiende massacultuur, waarin er altijd minstens één impuls van een ander te ontwaren valt. En tegelijkertijd is het net in een wereld die aan fragmentatie en eenzaamheid ten onder gaat, dat we collectiviteit en samenhorigheid moeten opbouwen. Is het vandaag moeilijker of makkelijker dan voorheen om alleen te werken? Is er een maatschappelijke en institutionele druk die – bijvoorbeeld wat financiering betreft – voorrang geeft aan samenwerking? Is het zinvol en progressief om aan het werk van collectieven voorrang te geven? Of is het juist een vorm van opgelegde, artificiële of zelfs verstikkende collectiviteit?

Christophe Van Gerrewey, Noortje de Leij & Daniël Rovers