width and height should be displayed here dynamically

Kunstopslag en fiscale fraude

Geneva Freeport, de vrijhaven van Genève, ligt in het zuidwesten van de stad, net buiten de stadsrand. De groep nietszeggende industriële gebouwen is een particulier uitgebaat, door de overheid actief ondersteund logistiek centrum dat nauw verbonden is met de internationale spoorlijnen en de luchthaven van Genève. Zoals veel van ’s werelds opslagfaciliteiten in vrijhavens dient het als een belasting- en tolvrije ruimte voor het bewaren, vervoeren en overslaan van goederen en materialen. De vrijhaven is een courante ruimtelijke modaliteit: een plaats waar in- en uitvoerwetten worden bijgesteld om de productie en overslag van goederen zo soepel mogelijk te laten verlopen.

In tegenstelling tot de klassieke vrijhaven of vrijhandelszone – ruimtes waar grondstoffen of geproduceerde goederen snel worden verwerkt en gedistribueerd naar de consument – is Geneva Freeport / Ports Francs et Entrepôts de Genève gespecialiseerd in de opslag en overslag van luxegoederen en kunstwerken. Zodoende biedt het onderdak aan enkele van de grootste en meest prestigieuze collecties van particuliere verzamelaars en grote openbare instellingen ter wereld. En deze vrijhaven is slechts één knooppunt in de dichte kluwen van de offshore-financiën: Geneva Freeport stemt het wereldwijde netwerk van belastingparadijzen af op de internationale kunsthandel en de wereldwijde logistiek.

Nog belangrijker is dat het gebruik van vrijhavens en fiscale achterpoortjes een van de traditionele middelen van culturele productie ondergraaft, namelijk dat rijke mecenassen kunst en financiële steun aan openbare instellingen schenken. Op zijn minst kunnen we stellen dat door de opname van kunstwerken in de complexe internationale logistieke netwerken het verzamelen van kunst een handelspraktijk wordt. In het slechtste geval ontzegt het belastinginkomsten aan de van staatswege gefinancierde instellingen en versterkt het de geprivilegieerde status van een elite van wereldwijd opererende kunstverzamelaars.

Om meer zicht te krijgen op de precieze werking van de vrijhaven deed de auteur zich voor als een Amerikaanse kunstverzamelaar op zoek naar opslag in Europa. Het interview werd opgenomen in 2012. De gesprekspartner is een medewerker van Natural Le Coultre, een vooraanstaand kunstopslag- en transportbedrijf uit Genève met een buitenpost in Singapore en een nieuwe vestiging in aanbouw in Luxemburg.

Zowel belastingparadijzen als kunst verzamelen veronderstellen notoir ondoorzichtige vormen van handel drijven. Dit interview werd dan ook niet gevoerd als een exposé over een bijzonder kleine niche van de mondiale cultuur, maar meer om eenvoudigweg informatie te vergaren over de logistiek van één klein (maar belangrijk) facet van het verzamelen van kunst in de internationale context.[1]

NATURAL LE COULTRE: Bonjour.

JORDAN CARVER: XXXXXXXXX, alstublieft.

XXXXXXXXX:

Hallo, XXXXXXXXX.

Hallo XXXXXXXXX, mijn naam is Jordan Carver. Ik geloof dat een van mijn medewerkers enkele maanden geleden met u heeft gesproken over kunstopslag.

Oké.

Ik weet niet of u zich dat nog herinnert. Hij belde vanuit New York en we probeerden een goed moment te vinden om naar Genève te komen, maar dat is toen niet gelukt omdat mijn agenda erg vol raakte. Maar ik wilde u wel nog eens opbellen om wat meer details te krijgen. Ik heb met hem gesproken, maar het was me niet helemaal duidelijk, dus wilde ik zelf eens opbellen. Heeft u even de tijd om enkele punten door te nemen?

Jazeker.

Zoals ik al zei heb ik mijn assistent wat onderzoek laten doen. Er kwamen verschillende opslagfaciliteiten in Europa en Azië uit de bus en die hebben we doorgesproken, maar een paar concrete vragen bleven onbeantwoord, vandaar dat ik u zelf opbel. Ik ben dus op zoek naar opslagfaciliteiten voor verschillende kunstwerken, aangezien ik mijn verzameling aan het uitbreiden ben, zowel in Azië als in Europa.

Oké, daar kunnen we voor zorgen, geen probleem.

Goed, oké. Misschien kunt u het me gewoon even uitleggen – u heeft faciliteiten in Genève en Singapore, klopt dat?

Dat klopt. Het zijn vrijhavens, dus geen douane-entrepots.[2] Helemaal iets anders dus.

Waarin zit precies het verschil?

Als u schilderijen heeft die naar een douane-entrepot gaan, dan gebeurt dat onder naam van een eigenaar en met een bepaalde waarde, en beide kunnen niet veranderd worden. Begrijpt u? Ze kunnen het entrepot alleen verlaten met dezelfde waarde en met dezelfde ontvanger. In een vrijhaven daarentegen kunt u het verkopen. Als meneer X een schilderij van pakweg een miljoen dollar in de vrijhaven importeert en diezelfde meneer X het verkoopt aan meneer Y voor een miljoen en tweehonderd dollar, is er geen probleem voor de douane. Er is geen btw, er zijn geen heffingen of belastingen. Hoe zou ik het zeggen… De vrijhaven is een soort niemandsland, maar dan gevestigd in Zwitserland. Het is een beetje ingewikkeld [lacht], maar begrijpt u het verschil?

Ja, ik denk het wel. Dus ik hoef geen invoerheffingen of meerwaardebelasting te betalen?

Geen btw, niets.[3] In een douane-entrepot[4] moet u als u iets invoert het btw-bedrag over de totale waarde van het schilderij borg stellen. Maar in een vrijhaven zijn er dus geen kosten, geen belastingen.

En dat geldt alleen voor de verkoop van kunstwerken binnen de vrijhaven?

U kunt er verkopen, of u neemt een individuele ruimte om uw schilderijen in op te slaan, zonder dat u garant moet staan voor de btw. Er zijn geen heffingen, geen belastingen. Als u schilderijen alleen wilt opslaan, bent u geen belastingen meer verschuldigd zodra het goed in de vrijhaven binnenkomt. Er zijn alleen opslagkosten en, zo u wilt, verzekeringskosten. Geen belastingen, geen heffingen, niets van dat alles.

Hoeveel bedragen de opslagkosten?

Alles hangt af van de grootte van de werken die u wilt opslaan. En van het totaal [aantal] schilderijen dat u zou willen opslaan. Schilderijen, of beeldhouwkunst, of wat dan ook. Als u honderd schilderijen heeft, is het soms beter om een privéruimte te huren, want dat is goedkoper.          

Dus u beschikt over de opslagcapaciteit om grote delen van een collectie op te slaan, niet alleen aparte schilderijen en sculpturen of losse werken?

Ja, uiteraard. We hebben opslagruimtes van tweehonderd vierkante meter – privéruimtes dus. Laat me even kijken hoeveel er daarvan nog beschikbaar zijn, want ik weet dat de kleine privéruimtes haast allemaal verhuurd zijn. Maar het hangt er natuurlijk van af – hoeveel schilderijen wilt u ongeveer opslaan?

Dat weet ik op dit ogenblik niet zeker. Ik heb opslagfaciliteiten in Londen en New York, dus wat ik me onder meer afvraag is of ik werken moet verhuizen naar Genève of Singapore. Of is het beter daar enkel nieuwe aankopen te stallen?

Als u werken op twee verschillende locaties stalt, komt dat duurder uit. Stel dat u bijvoorbeeld één enkele privéruimte huurt in Singapore – bijvoorbeeld een privéruimte van honderd vierkante meter voor schilderijen – en u vervolgens een aantal [nieuwe kunstwerken] koopt (als er tenminste in uw privéruimte plaats beschikbaar is), dan kunnen al uw schilderijen daar zonder extra kosten worden opgeslagen. U betaalt alleen voor een privéruimte, bijvoorbeeld van honderd vierkante meter, en daarmee is de kous af.

Oké. Kunt u uitleggen wat de voordelen zijn van Singapore in vergelijking met Genève, en welke eventueel beter is?

Geneva Freeport is iets ouder, maar ligt in Europa. Dus als u veel klanten heeft of als u veel zaken koopt op veilingen in Europa, zullen de kosten voor het transport minder hoog zijn. Koopt u veel in Azië, dan is het om dezelfde reden beter om uw opslagruimte in Singapore te hebben.

Oké. Maar er is geen belastingvoordeel of financieel voordeel –

Nee, nee, het is hetzelfde. Het is precies hetzelfde. Singapore [Freeport] is erg nieuw.

Het lijkt wel een museum.[5]

Zo goed als. Heeft u op internet het filmpje gezien?

Dat heb ik gezien, ja.[6]

Ik was op de opening. We hebben gedineerd middenin dat werk van Ron Arad – echt maf was dat.[7] Maar inderdaad, in Genève en Singapore gelden voor 99% dezelfde wetten. Geen heffingen, geen belastingen. Nul komma nul. Maar Singapore [Freeport] is recenter dan Genève. En het beveiligingslevel is ook wat hoger in Singapore.

Kunt u dat misschien iets verder toelichten? Ik had sowieso nog vragen over de toegankelijkheid. Hoe krijg ik toegang tot het complex? Of regel ik gewoon het transport van de werken met u? Krijg ikzelf daadwerkelijk toegang tot het complex?

Als u een privéruimte wilt huren, dan moet u een contract voor minimaal drie jaar tekenen.

Oké.

Het is als een appartement. En u zult ons moeten vertellen wie er allemaal toegang krijgt tot de schilderijen die in uw magazijn zijn opgeslagen. Verder kan niemand erbij. Belt er iemand zonder toegang tot een bepaald schilderij, ook al zijn ze van hetzelfde bedrijf, kunnen we ze niet helpen. We kunnen ze niet binnenlaten. We kunnen niets voor ze doen.

Oké.

Pas nadat de klant zegt dat iemand de schilderijen mag zien, laten we ze binnen. Maar als we hun namen niet hebben, mogen we niet eens zeggen: ‘Ja, we hebben dit schilderij in het magazijn.’ Zelfs dat mogen we niet zeggen.

Is dat zo bepaald in de Zwitserse bankwetgeving?

Niet echt, nee. Maar het valt onder het beroepsgeheim. Als iemand belt en zegt: ‘Ik heb gehoord dat je, pak ’m beet, een Picasso of [onverstaanbaar] in je magazijn hebt, klopt dat?’, dan mogen we niets zeggen. Niets. We mogen daarop niet antwoorden. We hangen gewoon op: ‘Aju.’ Behalve op verzoek van de Zwitserse overheid of de Zwitserse douane kan niemand te weten komen wat er zich in uw opslagruimte bevindt.

Moet ik de kunstwerken registreren bij de Zwitserse overheid?

Nee, helemaal niet. Helemaal niet.

Maar de Zwitserse regering kan vragen wat er in de opslagruimte zit?

Als ze vermoeden dat het om een gestolen werk gaat, zal de douane het werk inderdaad wel controleren. Als de overheid om welke reden dan ook meer wil weten, ja, dan kunnen ze onze inventaris en ons computersysteem controleren en dan misschien ook de werken zien.

Goed, maar u brengt ze dus zelf niet echt op de hoogte?

Nee, nee. De vrijhaven is een soort douanezone. Dus alles wat de vrijhaven binnenkomt moet op z’n minst een waarde hebben. Je moet de waarde van de schilderijen kennen, en de verzender, en de ontvanger. Maar u kunt een offshorebedrijf gebruiken om uw naam en andere gegevens te beschermen, dat is geen probleem. Of we hebben ook een fiduciaire dienst die nuttig kan zijn voor u. In dit geval stuurt ons bedrijf het schilderij of de collectie naar de vrijhaven in kwestie: dan verschijnen er aan Zwitserse kant geen namen.  

U had het over offshore-transportfirma’s – die kunnen dan mijn naam en de titel van het werk afschermen?

Inderdaad. Dat is allemaal vertrouwelijke informatie.

Maar is dat 100% legaal?[8]

Dat is 100% legaal, inderdaad.

En kunt u me zelf enkele namen geven van offshore-transportfirma’s die daarbij van nut zouden kunnen zijn?

We hebben onze eigen fiduciaire.     

U beschikt over een eigen fiduciaire?

Zeker, zeker. Veel klanten gebruiken offshorebedrijven om hun naam te beschermen omdat ze niet willen dat mensen weten dat ze een schilderij hebben of omdat ze niet willen dat hun naam verschijnt – voor de vertrouwelijkheid. Maar u kunt met een firma die gevestigd is in Hong Kong een item verschepen dat zich fysiek in Genève bevindt. U kunt van Genève naar Parijs verschepen met een transporteur die op papier in Hong Kong gevestigd is. Dat is normaal.

Dat is normaal, zegt u?

Ja. Maar als u gebruik wenst te maken van onze fiduciaire, moet u zich wel persoonlijk en fysiek in Genève presenteren om er een dossier te openen. Dat moet zo volgens de antiwitwaswet.

Tegen witwaspraktijken en fiscale fraude.

Precies. Dus we openen een dossier, en dan wordt alles gecheckt, en dan is het allemaal – hoe zou ik het zeggen – dan is het zo gepiept [lacht]. Dat is geen enkel probleem.   

Twee jaar geleden is er een wet gestemd, een akkoord tussen Zwitserland en de Verenigde Staten over het uitwisselen van informatie, dus ik kan me voorstellen dat die van toepassing is.[9] Wat is het voordeel voor mij om met uw fiduciaire te werken?

Alleen als u niet wilt dat uw naam verschijnt als de wettige eigenaar van het werk.         

Dat is dus vanwege de vertrouwelijkheid?

Precies. Of als u bij Christie’s of Sotheby’s koopt, dan verschijnt de naam van de fiduciaire als de koper.

Ik snap het.

Niemand weet dan wie erachter zit. 80% doet dat.[10]

80% van uw klanten?

Jazeker.

Aha. En heeft u binnen uw faciliteiten al met kunstdiefstal te maken gehad, of met andere problemen?

Hoe bedoelt u?

Ik weet niet of het bij u was of in een andere vrijhaven, maar een paar jaar geleden heb ik iets gelezen over gestolen antiquiteiten uit Egypte die via Zwitserland werden versluisd.[11]

Dus dat waren, hoe zou ik dat noemen, archeologische voorwerpen. De douane houdt de herkomst van archeologische voorwerpen nauwlettend in het oog. Dus als u dit soort goederen in uw collectie hebt, dat ligt erg gevoelig, dan moet u over alle documenten beschikken, bijvoorbeeld waar u het gekocht heeft en waar het vandaan komt. De Zwitserse douane kan u vragen om die documenten voor te leggen.     

Zelf heb ik geen antiquiteiten in mijn collectie.

Het ligt momenteel allemaal erg gevoelig door wat er in Noord-Afrika is gebeurd.[12] Er zijn veel, heel veel voorwerpen verdwenen uit de musea daar. De douanediensten houden dat overal nauwlettend in de gaten.

Dat helpt me echt vooruit. Ik waardeer het zeer dat u de tijd heeft genomen om een en ander te bespreken. Misschien kan ik u de komende weken nog eens bellen. Ik probeer nog altijd mijn agenda op orde te krijgen en te kijken wanneer ik naar Genève kan gaan. Maar hopelijk lukt dat snel. Binnenkort beginnen de zomerkunstfestivals, dus ik kom sowieso die richting uit.

Komt goed, geen zorgen, houd me gewoon op de hoogte. Maak u vooral geen zorgen. Als u belt, dan regelen we iets en bespreken een en ander onder vier ogen.[13] Bijvoorbeeld als u de verschillende mogelijkheden wilt zien, of een offshorebedrijf wilt gebruiken, of de fiduciaire, of niet. Geen zorgen.

Geweldig, bedankt xxxxxxxxxxxx, ik stel het echt op prijs.

 

Noten

1. Dit onderzoek werd uitgevoerd in het kader van Collecting Architecture Territories, een initiatief van Columbia University GSAPP.

2. In de architectuurgeschiedenis en -kritiek is de vrijhaven (of de vrijhandelszone) vandaag de dag allang geen onbekend topos meer. Keller Easterling schreef dat deze gebieden bestaan als manieren om ‘de politieke ongemakken verbonden aan locatie te vermijden’ (Keller Easterling, Enduring Innocence: Global Architecture and Its Political Masquerades, Cambridge, MIT Press, 2005). Het zijn ruimtes die zijn losgescheurd van de rechtsbevoegdheid van de locatie die ze heeft voortgebracht. Vrijhavens en hun uiteenlopende ruimtelijke variëteiten bestaan niet langer als mazen in de wet of als juridische uitzonderingen, maar vormen het fundament van de geglobaliseerde wereld van financiën en productie. De vrijhavens van Genève en Singapore liggen in en vlakbij grote, internationale luchthavens. Ze zijn hubs in een netwerk. Deze twee sites werden gecreëerd om een ‘efficiëntere’ handelsomgeving te faciliteren. Vrijhavens zijn gedefinieerd door hun ligging dicht bij internationale logistieke knooppunten, en het wettelijke kader voor hun bestaan is gecreëerd om allerhande overdrachten zo gesmeerd mogelijk te laten verlopen. Aangezien de kunstmarkt een weerspiegeling is van de geglobaliseerde financiële wereld en van de goederendistributie in termen van logistiek en kapitaalsuitwisseling, is het niet meer dan normaal dat vrijhavens voor deze doeleinden speciaal gebouwde faciliteiten ter beschikking stellen. De kunstmarkt is in de eerste plaats een markt, en net als andere wereldwijd verspreide markten heeft het behoefte aan specifieke, professionele logistieke ruimten.

3. De belasting over de toegevoegde waarde (btw) is van toepassing op goederen die door een productieketen gaan. In iedere fase waarin een grondstof of goed een verandering ondergaat, wordt de btw alleen geheven over de extra gecreëerde waarde. Dat is anders dan bij een omzetbelasting: die wordt geheven over de gehele kosten van een goed telkens wanneer het uit de productieketen komt. Bij het belasten van een kunstwerk geldt de btw alleen voor de winst uit verkoop, op basis van hetzij een aankoop, hetzij de marktwaarde van het kunstwerk. Het andere belastingvoordeel dat vaak wordt genoemd met betrekking tot vrijhavens is de afwezigheid van invoerheffingen. Invoerheffingen zijn een belasting die wordt toegepast op een goed wanneer het wordt geïmporteerd in een land of rechtsgebied. De versoepeling van de btw en allerhande heffingen is fundamenteel voor het bestaan van vrijhavens en stelt die havens in staat op te treden als trechters voor de invoer en uitvoer van goederen. Dit wettelijke kader verankert de status van bepaalde geografische locaties als logistieke hubs en handelscentra. Het is onduidelijk of een meerwaardebelasting op de verkoop van kunst binnen de vrijhaven omzeild kan worden. De huidige Amerikaanse wetgeving stelt dat er een aangifteplicht is van de meerwaarde uit de verkoop van kunst in het buitenland, waarover dan 15% belasting wordt geheven. Er bestaan evenwel velerlei manieren om meerwaardebelasting te vermijden, onder meer via fiduciaire diensten in het buitenland.

4. Algemeen gesteld wordt een douane-entrepot gebruikt als een verzekerde ruimte voor tijdelijke opslag en productie. Goederen die een dergelijk entrepot binnenkomen, worden niet onmiddellijk belast. Wanneer goederen het echter verlaten of op de markt worden gebracht, moeten er wel belastingen en heffingen worden betaald. (19 USC § 1555 – BONDED WAREHOUSES. http://www.law.cornell.edu/uscode/text/19/1555)

5. Singapore Freeport, ontworpen door het architectenbureau Atelier D’Architecture 3MB3 uit Genève, heeft inderdaad veel weg van een museum. Hoewel alle musea opereren binnen verschillende registers, neemt de vrijhaven een unieke positie in waar kunst, kunstproductie en -distributie binnen de netwerken van de geglobaliseerde financiële wereld convergeren. Als het feit dat kunstproductie als handelswaar wordt beschouwd binnen een getotaliseerd kapitaalsysteem niet langer avant-gardistisch of ‘schokkend’ is, dan opent dat nieuwe wegen om de huidige kunstproductie en marktpraktijken te begrijpen (Antonio Negri, Art & Multitude, Cambridge, Polity Press, 2011). De ruimtelijke manifestatie van deze netwerken, als museale typologieën én als territoriale bepalingen, maakt mettertijd het hedendaagse proces van artistieke productie en distributie (letterlijk en figuurlijk) zichtbaar. Kunst kan niet langer worden beschouwd als handelswaar of zelfs als financieel instrument, maar verandert in een systeem van informatie en logistiek dat naadloos wordt geprojecteerd op het netwerk van het geglobaliseerde kapitaal. Architecturaal ligt de vrijhaven van Singapore aan het eind van het traject dat Hal Foster omschrijft als een beweging naar ‘minimalistische musea’. Volgens Foster betekenen de industriële hallen die en masse als hedendaagse kunstmusea worden ingericht een hernieuwde toe-eigening van de minimalistische esthetiek van de industriële productie. Als artistieke stroming heeft het minimalisme technieken van de industriële productie overgenomen, zodat het niet meer dan gepast is dat met de achteruitgang van de industrie deze faciliteiten werden aangepast als witte kubussen voor de musea voor hedendaagse kunst (Hal Foster, ‘Minimalist Museums’, in: The Art-Architecture Complex, New York, Verso, 2011). Maar samen met de vrijhaven zijn de galerie en de museumruimte volledig analoog aan de architectuur van de hedendaagse financiële productie. De esthetiek van het late kapitalisme wordt gekenmerkt door efficiënt gebruik van materiaal en middelen; de vrijhaven wordt gerealiseerd als een industriële loods, her en der gedecoreerd met de nieuwste boetiekkitsch.

6. De officiële video van Singapore Freeport is niet langer online beschikbaar. Een bijna identiek filmpje is te vinden via https://www.youtube.com/watch?v=PsXCnzOw4Q4.

7. De sculptuur van Ron Arad in Singapore Freeport is dezelfde als die waarrond in 2009 zijn tentoonstelling Ron Arad: No Discipline in het MoMa in New York werd ingericht.

8. Offshore-bankieren is niet alleen legaal, sommige critici betogen dat die praktijk door de huidige Amerikaanse belastingwetgeving zelfs wordt aangemoedigd. Die wetgeving is oneindig complex, en dat is ook de bedoeling. De complexiteit van het belastingstelsel is het resultaat van gelobby door het bedrijfsleven en belangengroepen. Jeffrey Sachs beweert dat de sterke opkomst van belastingparadijzen een van de vijf grootste problemen is waarmee de VS wordt geconfronteerd, mede als gevolg van het huidige weerbarstige politieke klimaat in Washington, waarbij hij opmerkt dat de Amerikaanse belastingdienst ‘vaak als een gewillige dienstmaagd deze praktijken mogelijk maakt’ (Jeffrey Sachs, The Price of Civilization: Reawakening American Virtue and Prosperity, New York, Random House, 2011).

9. Door wetgeving, aangenomen in de nasleep van de financiële crisis van 2008, wordt het voor Amerikaanse burgers steeds moeilijker om een Zwitserse bankrekening te openen. De Foreign Account Tax Compliance Act verplicht buitenlandse banken om informatie te verstrekken over hun Amerikaanse klanten, met een mogelijke schending van het Zwitserse bankgeheim tot gevolg. Volgens Slate aanvaardt slechts een kleine minderheid van de banken nieuwe aanvragen van Amerikaanse burgers. Het is onduidelijk hoe de aangeboden fiduciaire diensten in lijn te brengen zijn met die wetgeving. (Katy Waldman, ‘How Hard Is It To Open a Swiss Bank Account?’, Slate, 27 jan. 2012, https://slate.com/business/2012/01/mitt-romneys-swiss-bank-account-how-do-you-open-a-bank-account-in-switzerland.html)

10. Ironisch genoeg ligt dit cijfer in lijn met een rapport van het Government Accountability Office uit 2008 waarin staat dat drieëntachtig van de honderd grootste Amerikaanse bedrijven dochterondernemingen hebben die actief zijn in landen die als belastingparadijs bekendstaan. (United States Government Accountability Office. ‘International Taxation: Large U.S. Corporations and Federal Contractors with Subsidiaries in Jurisdictions Listed as Tax Havens or Financial Privacy Jurisdictions.’ GAO-09-157. dec. 2008.)

11. In augustus 2003 werden door de Zwitserse autoriteiten in de vrijhaven van Genève ongeveer tweehonderd Egyptische antiquiteiten in beslag genomen en naar Caïro teruggebracht. De goederen waren gesmokkeld via Genève door een groot smokkelsyndicaat dat gebruikmaakte van de Zwitserse geheimhoudingswetten en de lakse regelgeving inzake de invoer van goederen in de vrijhaven. (‘From Geneva Freeport to Egypt: A Review’, Looting Matters, 23 jan. 2009. https://lootingmatters.blogspot.com/2009/01/from-geneva-freeport-to-egypt-review.html)

12. Allicht is dit een verwijzing naar plunderingen in landen na de revoluties in Noord-Afrika. Alleen al in Egypte bevestigde de Minister van Erfgoed Zahi Hawass de plundering van ten minste achttien voorwerpen uit het Egyptische Museum op het Tahrirplein. (Yolande Knell, ‘Egyptian Museum: Cairo’s looted treasure.’ BBC News 13 feb. 2011. http://www.bbc.co.uk/news/world-middle-east-12442863)

13. In juli 2012 had de auteur een persoonlijke ontmoeting met medewerkers van Natural Le Coultre in hun kantoor in Genève. Die afspraak bracht geen verdere details aan het licht over de ingewikkelde financiering en de logistieke activiteiten van NLC. Wel werd duidelijk dat het offshore aankopen, verzenden en opslaan van kunst een vorm van handeldrijven is die bij voorkeur face to face, met een minimum aan papierwerk plaatsvindt. 

Vertaling uit het Engels: Iannis Goerlandt

Oorspronkelijk verschenen in Thresholds, nr. 43, 2015, pp188-225.