Kurt Schwitters in Nederland
In de afzichtelijke ruimtes van de Stadsgalerij Heerlen is een fraaie presentatie te zien van werk van Kurt Schwitters dat op enigerlei wijze betrekking heeft op Nederland. Via affiches en ander documentatiemateriaal komt de door Van Doesburg en Schwitters in 1923 georganiseerde Hollandse dada-veldtocht aan bod; enkele grote schilderijen en reliëfs uit de navolgende jaren tonen hoe Schwitters toenadering zocht tot het geometrische idioom van De Stijl en het constructivisme. Hoezeer Schwitters ook geloofde in de verwezenlijking van een universele moderne Stijl: het is duidelijk dat zijn talent niet in die richting lag. Een houten reliëf als Cicero uit 1926 is van een aandoenlijke knulligheid. Beter tot hun recht komen Schwitters’ vaardigheden in de prachtige Merzcollages die op de tentoonstelling te zien zijn: hier wordt, tussen de dadaïstische vernietiging van oude waarden en het smetteloze utopisme van De Stijl, een fragiele, wankele orde van afval geschapen. In de jaren ’20, toen hij regelmatig in Nederland kwam, verwerkte Schwitters vaak Nederlandse tramkaartjes, verpakkingsmaterialen en ander drukwerk in deze collages. In 1947 brengt hij in zijn Engelse ballingsoord Ambleside, berooid en ziek, in twee collages nog eenmaal een hommage aan De Stijl, volgens het briefpapier dat hij verwerkte “Le seul organe d’une nouvelle conscience plastique et poétique”. Tot 8 juni in de Stadsgalerij Heerlen, Raadhuisplein 19, 6411 HK Heerlen. (045/560.44.49).