Essays
-
Wat willen beelden nu werkelijk?
W.J.T. Mitchell -
De beeldruimte van het stilleven (van Cotan tot Coorte)
Bart Verschaffel -
De ban, en hoe ze soms doorbroken wordt
Bart Meuleman -
Nomaden tussen de geometrie
Leegte en architectuur in het werk van Michelangelo Antonioni
Steven Jacobs -
De sculptuur als project
Dirk Lauwaert -
In het spoor van Mc Phisto
Over de paralogica van het zuivere citaat
Sybrandt van Keulen -
Ce qu’on appelle le vagabondage
of de terugkeer van Hippolyte Taine
Marc Holthof -
Onder Gieren
Een gesprek met Isabelle Graw en Stefan Germer van Texte zur Kunst
Koen Brams
Besprekingen
-
Een dichter, twee racisten en hun schilders
Marc Holthof -
Ben Schot
Sven Lütticken -
David Lamelas
Sven Lütticken -
It always jumps back and finds it way
Sven Lütticken -
Van Abbemuseum
Sven Lütticken -
Kurt Schwitters in Nederland
Sven Lütticken -
Casino Luxembourg
Etienne Wynants -
Jasper Johns
Sven Lütticken -
Whitney Biennial
Etienne Wynants -
Fazal Sheikh, Gilles Peress
Erik Eelbode
-
Alvaro Siza
Steven Jacobs -
Vier uit London
Steven Jacobs
-
For Women Only
Karmen Samson -
Mode en Moederschap
Apolline Malevez
-
Duchamp, a biography
Sven Lütticken -
Roni Horn, You are the weather
Erik Eelbode -
Metropolis M
Etienne Wynants
67
mei-juni 1997
Iconografie
What Do Pictures Really Want? Zouden beelden het liefst massa’s geld willen kosten, bewonderd willen worden, hun schoonheid geprezen willen zien, veel liefhebbers wensen die hen aanbidden en vereren?
Er zijn een aantal beelden die hierin perfect slagen. Ze moeten niet eens benoemd worden, want iedereen kent ze, die beelden die honderdduizenden mensen in beweging brengen. Het succes van deze beelden leidt echter de aandacht af van het trieste lot dat de meeste van hun soortgenoten te beurt valt: beelden die geen cent waard zijn, beelden waaraan achteloos voorbij wordt gegaan, beelden die niemand echt serieus lijkt te nemen. In dit nummer willen we niet het leed van alle beelden op deze wereld op ons nemen. Dat zou te veel gevraagd zijn. Trouwens, er zijn nogal wat beelden die gewoonweg onhandelbaar zijn! Figuurlijk, omdat ze nauwelijks op eigen benen staan, omdat ze bijeengejat zijn. Over dit soort beelden, die wel van Mc Phisto afkomstig lijken, handelt de tekst van Sybrandt van Keulen. Vele beelden zijn ook letterlijk onhandelbaar, omdat ze tweedimensionaal zijn. Deze probleemstelling ligt ten grondslag aan de reflecties van Dirk Lauwaert over het project van de ‘handelbare’ beeldhouwkunst.
Hoe moeten we met – succesvolle, marginale, onzuivere of onhandelbare – beelden omgaan? Een aanzet van een methode vinden we in de bijdrage van de Amerikaanse theoreticus W.J.T. Mitchell die bijvoorbeeld een wervingsposter van het Amerikaanse leger betrekt op de affiche van de film The Jazz Singer en een beeld van Jezus Christus. “Ik kon mijn onderzoek moeilijker hebben gemaakt door abstracte doeken te bekijken (beelden die geen beelden willen zijn), of genres zoals de landschapschilderkunst,” merkt Mitchell aan het einde van zijn polemische tekst op. In dit nummer publiceren we een aantal van die onderzoeken die meer inspanningen hebben gevergd, al verschilt de methode misschien niet zo veel van die van Mitchell: Bart Verschaffel over het 17de-eeuwse stilleven, Bart Meuleman over Lost Highway van David Lynch en Steven Jacobs over abstracte en architecturale motieven in het cinematografische oeuvre van Michelangelo Antonioni.
Verder ook in dit nummer: een bespreking van de tentoonstelling Paris-Bruxelles, Bruxelles-Paris, en het in het vorige nummer aangekondigde interview met Isabelle Graw en Stefan Germer van Texte zur Kunst.