width and height should be displayed here dynamically

Lennart Lahuis. With Sighs Too Deep for Words

Lennart Lahuis, When is it that we feel change in the air, 2021, foto Gert Jan van Rooij

‘De wieg schommelt boven de afgrond en het gezond verstand zegt ons dat ons bestaan niet meer is dan een vluchtig kiertje licht tussen twee eeuwigheden van duisternis,’ schreef Vladimir Nabokov in de eerste regel van zijn autobiografie Geheugen, spreek. Maar omdat het ‘gezond verstand’ ook maar beperkt is, gaat kunst toch vaak over dat ene kiertje licht tussen de duisternis, dat wil zeggen het particuliere mensenleven met al zijn verlangens, groepsdenken en angsten. Lennart Lahuis (1986) belicht in zijn werk juist de andere kant, oftewel de ‘eeuwigheden van duisternis’ die ons omringen, en dat doet hij door de werking van tijd centraal te stellen in een experimenterende – hier geen modieuze term – kunstpraktijk.

In With Sighs Too Deep for Words, zijn recentste, derde solotentoonstelling bij Dürst Britt & Mayhew, zet Lahuis de vluchtigheid van de menselijke expressie af tegenover de ontzagwekkende tekens die het heelal kan geven. Drie reeksen van werken worden getoond. Ten eerste zijn er ingelijste bijenwasbeelden: oude kleurenafbeeldingen zijn bekleed met blanco krantenpapier en daarover is bijenwas gestreken. Die was zorgt ervoor dat na verloop van tijd de kleuren en contouren van de poster zichtbaar worden, in dit geval een scheurkalenderblad van de schrikkelmaand februari (February, 2021). Onderaan staan de wazige cijfers 1 tot en met 28, bovenaan de nauwelijks nog herkenbare afbeelding van het spiraalvormige sterrenstelsel Messier 81. Op een ander wasbeeld zijn slechts de kleuren lila, paars en geel te onderscheiden. Je zou kunnen denken aan werk van Etel Adnan dat na eeuwen spoorloos te zijn geweest in de toekomst onder de as vandaan wordt gehaald. De titel suggereert echter dat we een gefotografeerde zonsondergang zien (Sunset, 2021).

Ten tweede is er een installatie van vier open en deels ontmantelde houten kisten. Ze bieden plaats aan een plastic ton of een vuilnisbak, elk verbonden met een compressor die met een vast interval duidelijk hoorbaar – het zijn inderdaad zuchten – waterdamp door het fijnmazige raster bovenaan de ton of bak blaast. Zo ontstaan er in totaal vier Engelstalige woordgroepen van mist, elk minder dan een seconde leesbaar, die samen een zin vormen, tevens de titel van dit kunstwerk: When is it that we feel change in the air. Twee schotten van de kisten zijn tegen de wand geplaatst, beplakt met XPS-schuim (meestal gebruikt als isolatiemateriaal) waarop kleurenafbeeldingen zijn gedrukt, zoals een pompe à vapeur uit Le Grand-Hornu of de patentaanvraag die Lahuis indiende voor zijn mistletters producerende ‘waterdampapparaat’, elk voorzien van een gedicht van de Haagse dichter en schilder Willem Hussem.

Achter in de L-vormige galerieruimte staat tot slot Astromelancholia (2021): een op vier stalen poten rustende astronomische klok, ontwikkeld in samenwerking met Toine Daelmans. Zes verschillende wijzerplaten kunnen op de klok gemonteerd worden, en die platen bestaan ieder uit vier los van elkaar draaiende banen waarop – met Brussel als ijkpunt – de zonnetijd, de sterrenbeelden, de stand van de maan en de komende zonsverduisteringen vallen af te lezen. De handleiding is een minicatalogus in beperkte oplage. Na precies 18,6 jaar, ongeveer de tijd die een mens nodig heeft om wettelijk volwassen te worden, zullen de vier banen weer de oorspronkelijke stand aannemen. De zes wijzerplaten bevatten onder meer een kleurenafbeelding van een ultrasterke beeldsensor van een nog af te bouwen telescoop in Noord-Chili – we kijken dus naar een afbeelding van een apparaat dat ver weg, in een kosmisch ver verleden, beelden zal verzamelen. Een andere plaat toont een zwart-witafbeelding van een romanesco. Deze geelgroene bloemkoolsoort met een geaccidenteerd oppervlak (een schoolvoorbeeld van natuurlijke fractalen) om meer zonlicht te kunnen vangen, werd gebruikt om de sensor te kalibreren.

In 2015 won Lahuis, wellicht ook tot zijn eigen verbazing, de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst met enkele van zijn bijenwasbeelden. Hij is altijd meer bezig geweest met onderzoeken hoe afbeeldingen vergaan dan met zelf nieuwe beelden te scheppen. Tijdens een solo-expositie in het Fries Museum in 2020 liet hij bijvoorbeeld foto’s van Theresa May, gemaakt ten tijde van de Brexitonderhandelingen, eerst verbranden, om ze vervolgens met een speciale restauratietechniek te reconstrueren. Zo ontstond een portret van een in alle opzichten aan verschroeiende krachten blootgestelde staatsvrouw. Je zou het een vorm van ‘politiek engagement’ kunnen noemen – de vergankelijkheid van elke vorm van eenheid werd zichtbaar.

Lahuis presenteert zich als kunstenaar en ook, weliswaar met enige ironische reserve, als uitvinder, gezien de geëtaleerde patentaanvraag. De opdracht bestaat er dan in, vanuit de kunsten beschouwd, niet zozeer een ‘trucje’ te etaleren en de toeschouwer te overbluffen, maar iets te maken waar je naar kunt blijven kijken – een definitie van schoonheid. Van uitvinder is het een korte stap naar uitlegger, bijvoorbeeld als Lahuis in de minicatalogus verklaart waarom hij voor die puntige geelgroene groente gekozen heeft: ‘Het is opmerkelijk dat, in deze context, een romanesco het voor elkaar krijgt ideeën samen te brengen over astronomie, tijd en fotografie.’ Zo’n goedbedoelde zin is storend voor de ontvankelijke toeschouwer, die wel op ideeën wil worden gebracht, maar geen behoefte heeft aan voorkauwen.

Aan de wand is, onopvallend en ‘primitief’, een vierkant plaatje XPS-schuim opgehangen. Daarin is de frase ‘When is it’ gekrast, een echo van de waterdampboodschap, in een schrift dat zelf aan beweging onderhevig lijkt. Het zou een dringende vraag in steenkolenengels kunnen zijn, of zelfs een waarschuwing: wanneer is het zover dat we de mens, een op kosmische schaal recente aardbewoner, die alles wat bijzonder en kwetsbaar is in de natuur kapotmaakt, intomen? Wanneer komt het moment dat we geen woorden meer nodig hebben om uiting te geven aan onze gevoelens van hoop en wanhoop? Wanneer neemt de stoom uit onze oren als vanzelf de vorm van leesbare woorden aan? Geen antwoorden. Lahuis maakt je nieuwsgierig naar de volgende stap die hij zal zetten om naar de oneindigheid te reiken.

 

Lennart Lahuis. With Sighs Too Deep for Words, tot 24 juli, Dürst Britt & Mayhew, Van Limburg Stirumstraat 47, Den Haag.