width and height should be displayed here dynamically

Léonard Pongo. Primordial Earth. Inhabiting the Landscape

Zestig jaar Congolese onafhankelijkheid vormt de aanleiding voor Léonard Pongo’s solotentoonstelling in Bozar. Voor een klassiek historische blik past Pongo echter resoluut. In een gelaagde expositie laat de Belgisch-Congolese fotograaf, geboren in 1988, expliciet politieke thema’s buiten beschouwing, en manifesteert het Congolese landschap zich als protagonist.

Een decennium geleden reisde de kunstenaar naar de Democratische Republiek Congo om de onrust omtrent de presidentsverkiezingen in beeld te brengen. Eenmaal hij was aangekomen, werd Pongo vooral door zijn persoonlijke verhouding tot het land in beslag genomen. Hij liet de stedelijke context voor wat hij was en trok het equatoriale regenwoud van de provincie Kasaï in, waar zijn roots langs vaderskant liggen. In het sinds 2011 lopende fotoproject The Uncanny – onder meer getoond op IncarNations (2019) in Bozar – bracht hij in een serie zwart-witfoto’s gemaakt tijdens nachtelijke omzwervingen zijn vrienden en familie in beeld. Tussen 2017 en 2020 keerde hij terug en raakte geïntrigeerd door kosmologieën van lokale bevolkingsgroepen zoals de Lulua, de Kuba of de Songye. Hun verhalen over het ontstaan van de wereld, waarin wordt verteld over de innige verstrengeling van dier, plant en mens, zijn een bron van inspiratie voor het langlopende project Primordial Earth, dat zich na presentaties op de biënnales van Lubumbashi en Bamako nu ontvouwt in de kleine Raadzaal van Bozar.  

Zonder al te veel uitleg wordt de toeschouwer ondergedompeld in een spel van foto’s in uiteenlopende formaten en op verschillende dragers als textiel, aluminium, fotopapier of plexiglas. We zien rode heuvellandschappen, stofwolken, schichtig wegvliegende vogels en verraderlijk kalme meren. Pongo laat zijn kunstwerken functioneren als de vitale organen van éénzelfde lichaam: het regenwoud. De Raadzaal ademt, zweet en broeit. Op de achterste wand eist de enorme projectie Inhabiting the Landscape de aandacht op. Een onheilspellende, bezwerende soundtrack doet de expositie baden in een haast apocalyptische sfeer – al is het onzeker of je getuige bent van het begin dan wel het einde van de wereld. Het ritme valt slechts te ondergaan, en ook op de beelden is moeilijk vat te krijgen. In een loop van een tiental minuten glijden de voorstellingen zachtjes over elkaar: een nijlpaard steekt even boven het wateroppervlak uit voor hij weer kopje onder duikt, lavastromen vloeien hevig en doven uit, terwijl de bladeren van tropische planten ritselend verschijnen en verdwijnen. 

Het landschap geeft zichzelf nooit zomaar prijs. Drie grotere foto’s aan de linkerwand illustreren dat treffend. Pongo bracht fragmentarische beelden van het regenwoud via UV-prints aan op geborsteld aluminium en creëerde zo een iriserend effect: door de breking en interferentie van licht ontstaat een schitterend kleurenspel – denk bijvoorbeeld aan een zeepbel. Het effect is afhankelijk van de kijkhoek, en kan plots verdwijnen wanneer de toeschouwer van positie verandert. Pongo maakt hier handig gebruik van: zodra de weelderige kleuren van ons netvlies verdwijnen, onthullen de foto’s hun textuur en leest het Congolese landschap als een robuuste doch fragiele huid vol charmante moedervlekjes, maar evengoed bedekt met schrammen en littekens; met kraters of scheuren in de aardkorst. 

Overdonderende schoonheid en brute kracht maken immers nog geen onkwetsbare natuur. Primordial Earth poogt ook een ecologisch bewustzijn te provoceren: hoe gaan we met de natuur om onder de dreiging van klimaatverandering? Hoe willen we het landschap ‘bewonen’? Een enkele keer staan er ook mensen voor de lens van Pongo. Een figuur in regenjas met witte bidon trotseert vulkanische rotsformaties. Twee kinderen banen zich onverschrokken een weg door het struikgewas. Volgens de tradities in de Kasaï-regio, leren ze al vroeg om niet buitenom, maar mét de natuur te leven, in een symbiose die eveneens een oorsprong vindt in spirituele kosmologieën. Ze voeden het idee dat de mens afhankelijk is van de natuur – en niet andersom. Pongo stelde ook een hoofdstuk van Primordial Earth tentoon in de Congolese natuur, in het landschap dat voor ingewijden een herkenbare symbolische lading heeft. Hoewel die extra laag jammer genoeg verloren gaat in het Paleis voor Schone Kunsten, is de opstelling in Brussel juist bedoeld als kritische bevraging van een westers getinte blik, die zich op de natuur richt om haar te beheersen en te controleren.

Het gebrek aan titelkaartjes of een uitputtende uitleg in Primordial Earth kan gelezen worden als een afwijzing van die classificatiedrang. Pongo en curator Sorana Munsya presenteren de expositie juist als een pleidooi voor berusting in de ondoorgrondelijkheid van de natuur. Telkens stuit je op een nieuwe laag en raak je verdwaald als in een labyrint. De Frans-Antilliaanse schrijver en filosoof Édouard Glissant achtte het weinig zinvol om te streven naar transparantie wanneer het gaat over interculturele communicatie. Opaciteit of ondoorzichtigheid, of zelfs de verwarring eigen aan die communicatie kunnen we onmogelijk uitgommen. Dat geldt net zo goed voor de relatie tussen mens en natuur, redeneren Pongo en Munsya. Primordial Earth nodigt ons uit om de controle los te laten; niet langer wij leiden de dans, maar het landschap. Wie daarvoor openstaat, ontdekt een gelaagde, zinnenprikkelende tentoonstelling. Soms vergt dat van de toeschouwer slechts een subtiele positiewissel.

 

•  Léonard Pongo. Primordial Earth. Inhabiting the Landscape, tot 21 maart in Bozar, Ravensteinstraat 23, Brussel.