width and height should be displayed here dynamically

Lidwien van de Ven

In haar tentoonstelling in het MUHKA combineert Lidwien van de Ven recent fotomateriaal met filmprojecties. Door middel van vertraagde, in loop gemonteerde filmbeelden en monumentaal fotowerk snijdt ze doorheen thema’s als politiek, religie, misdaad, gemeenschap en individu. De essentie van haar werk lijkt te bestaan in de creatie van ‘tussenruimten’: ze creëert spanning tussen beelden en schept leegten waarin processen van zingeving en herinnering kunnen ontstaan. Op die manier nodigt ze de toeschouwer uit om te reflecteren over bovenvermelde thema’s.

Van de Ven maakt deze uitnodiging op diverse manieren expliciet. Zo keert in de tentoonstelling verschillende keren dezelfde foto terug, telkens opgenomen in een nieuwe serie of een ander ‘betekenisgeheel’, en hangt naast sommige foto’s een wit of een zwart vlak. De portretten tonen vrijwel uitsluitend mensen met gesloten ogen.

Haar reeksen, die ze in de verschillende tentoonstellingszalen tegen elkaar uitspeelt, komen niet zozeer tot stand door associatie, maar door differentiatie. Van de Ven schijnt niet te zoeken naar beelden die bij mekaar aansluiten en een coherent betekenisgeheel vormen. Beelden worden gecombineerd omwille van het interval dat daarbij tot stand komt. In dit interval kan, door het potentiële verschil tussen de beelden, betekenis ontstaan. Enkele voorbeelden van beeldcombinaties die zo gelezen kunnen worden: foto’s van de bouwwerf aan de Berlijnse Reichstag naast een kinderportret; het beeld van een slapende man naast dat van door schijnwerpers belichte wagens van nieuwsploegen, verzameld rond het NAVO-hoofdkwartier. Of de filminstallatie Untitled (The Belgium Affair), die bestaat uit vijf naast elkaar geprojecteerde filmloops. Van de Ven maakt in haar series ook voortdurend gebruik van formele contrasten om inhoudelijke tegenstellingen, wrijvingen en botsingen tussen intimiteit en vervreemding, feit en fictie, zichtbaarheid en onzichtbaarheid op te roepen.

De interessantste plek in de tentoonstelling is misschien wel de meest centraal gelegen zaal. Het lijkt alsof Van de Ven hier de tussenruimtes en intervallen uit haar beeldenreeksen in een driedimensionale ruimte heeft gematerialiseerd. Ze exposeert hier uitsluitend afbeeldingen van slapende of dode figuren. De zaal schept ruimte voor reflectie, en maakt ons als het ware klaar om de tussenruimten in de werken van de andere zalen te lezen. Toch is ook in deze stille, beschouwelijke ruimte plaats voor contrasten, hoe subtiel ook. Zo combineert Van de Ven verschillende druktechnieken; terwijl de ene foto op het ‘harde’ barietpapier is afgedrukt, zijn de overige werken op doek overgedragen, wat een uitermate verstilde indruk geeft.

Voor Lidwien van de Ven is de stilte even belangrijk als het gesproken woord, de hand die uitwist even belangrijk als de hand die schrijft. De twee rechtvaardigen elkaar. Al in de titel van de tentoonstelling wordt gesneden en worden ruimten ingelast tussen de zinsdelen, waarin mogelijke betekenissen zich kunnen nestelen.

 

• Seul/la main qui efface/peut écrire van Lidwien van de Ven loopt nog tot 29 april in het MUHKA, Leuvenstraat 32, 2000 Antwerpen (03/238.59.60).