Manifesta 2
Geen thematische tentoonstelling, wel een pluralistisch overzicht van what is going on bij ‘de huidige kunstenaarsgeneratie’. Dat pretendeert Manifesta 2 blijkens de catalogusinleiding te bieden. Blijkt voorts dat de actuele Europese kunstenaarsgeneratie doorgaans tussen 23 tot ietsje over de 40 jaar oud is. Betekent dit dat oudere kunstenaars steeds van deelname aan Manifesta’s uitgesloten zijn? Maken zij een ‘oudere soort generatiekunst’, niet te rijmen met ‘de volgende generatie’? En zijn sommige bekende generatiegenoten niet geselecteerd omdat ze reeds bekend zijn? Me dunkt lijdt Manifesta als tentoonstelling aan een gewetensprobleem; men zwalpt tussen ‘jongeren’ – veertigers? – een internationaal podium geven en thema’s uitwerken. Resultaat is een potpourri waar de bezoeker onvermijdelijk slechts erkent wat hij kent. Opvallend is voorts de haast traditionele, zaalsgewijze nevenplaatsing van eenieders project. Samenwerkingsverbanden zijn er niet. Ieder heeft zijn ding gedaan en daarmee lijkt de kous af. De vraag rijst of meer engagement en regie hadden moeten uitgaan vanwege de curatoren Robert Fleck, Maria Lind en Barbara Vanderlinden, dan wel of een dergelijke manifestatie onvermijdelijk tot tal van onduidelijkheden leidt. Manifesta 1 en 2 lijden onder het aantal curatoren. De tentoonstellingen gaan over alles en niets. De verklaring als zouden we in troebele tijden leven zonder mogelijkheid tot overzicht, is bespottelijk goedkoop en gemakkelijk.
Niettemin heeft Manifesta 2 vooruitgang geboekt ten opzichte van de vorige editie. De catalogus bijvoorbeeld heeft wat om het lijf. Net als de gehele tentoonstellingsbewegwijzering is ook hier het vormgevingsconcept kraakhelder en kunnen kunstenaars met een minimale vermelding aan bibliografische verwijzingen naar keuze de pagina’s benutten. Bovendien besluit de publicatie per land met een poging tot situatieschets van het artistieke landschap, inclusief adressenlijst. Dit ambitieus luik vooronderstelt een gespecialiseerd publiek dat nood heeft aan deze specifieke informatie. De kleine tentoonstellingsgids daarentegen mist in de omschrijving van de werken accurate informatie. Een infolab in het Casino Luxembourg tenslotte biedt meer documentatie, hoewel onaangenaam gesitueerd in vensterloze ruimten. Enkel droogstoppels kunnen hier gedijen, dit terwijl enkele voetstappen verder de geweldige veranda van Jean Prouvé uitzicht biedt op een schilderachtig panorama.
In het Musée national d’histoire et d’art presenteert de Turkse cineast Kutlug Ataman een zevenurige film, een unplugged interview met de overjarige operadiva Semiha Berksoy. Deze dame geeft een performance ten beste waarbij ze van het ene moment van zelfingenomenheid sprint naar een volgende schimpscheut. Het resultaat is op zijn zachtst gezegd verbazingwekkend. In zekere zin leunt Elke Krystufeks bijdrage I am your mirror daar prima bij aan. Krystufek toont ons chronologisch haar privéleven aan de hand van foto’s van vakantietripjes, uitjes, tentoonstellingen enzovoort. Iedereen die ze wat beter leert kennen, passeert – met of zonder kleren – de revue. De foto’s zijn per omlijsting strak gemonteerd en eventueel opgefleurd met een ansichtkaart van het soort ‘groeten uit…’. Een gênant dagboek gaande van de nog wat truttige puber tot de gepatenteerde exhibitioniste. Men krijgt het in omgekeerde volgorde gepresenteerd en een video toont haar bezoek aan Luxemburg en de curatoren.
Wat verder zorgt Eran Schaerf voor een ander hoogtepunt. Scenario data (War and Peace in the dictionary) is een tweedelig werk. In het eerste deel hangen een tiental stoffen, rechthoekige volumes tussen plafond en vloer. In acht talen kan men er via luidsprekers een vreemdsoortig verhaal volgen over een man met persartikelen in een treincoupé. In de volgende ruimte vertoont een videoscherm de drie Manifesta-curatoren, zij aan zij met gastheer Enrico Lunghi, in een cinemazaal. Zij zijn het die deze vertalingen van een Engelstalig origineel ten beste geven. Als publiek kan men dit origineel enkel middels deze uiteenlopende vertalingen horen. De volledige strekking van het verhaal ontgaat je; slechts fragmenten en haperingen vallen je ten deel. Ondanks acht Europese vertalingen blijft Schaerfs tekst even onbereikbaar. In samenwerking met Eva Meyer toont Schaerf voorts de video Documentary Credit, een documentaire gefilmd in Palestina. Huisvestingspolitiek, vluchtelingensituaties, tewerkstelling, handel, medisch onderzoek en meer beelden uit het alledaagse leven passeren de revue. Het is duidelijk afstandelijk geobserveerd – vanuit de wagen lijkt wel – en toch spreekt er soms een zekere betrokkenheid uit, zonder in partijdige sympathie om te slaan. Schaerf en Meyer weten hier een intrigerende spanning op te houden. Een bijdrage van Pierre Huyghe daarentegen ontzenuwt de film Sleep van Andy Warhol. Huyghe verdeelde een ruimte in tweeën met tussenin een groot doorkijkraam. In de ene helft kan je Warhols film bekijken, in de andere verhaalt ‘acteur’ John Giorno hoe Warhol ertoe kwam deze film te maken. Volgens Giorno is de ontstaansgeschiedenis heel prozaïsch en is de mythevorming achteraf sterk overdreven.
Het aanbod in beide andere hoofdlocaties, het Casino Luxembourg en het C.P.C.A., ontgoochelt enorm. Naar mijn mening interessante kunstenaars komen eigenlijk niet echt uit de verf. De bijdrage van Dora Garcia profiteert van deze onvoorziene situatie van algemene ontreddering en onsamenhangendheid die eigenlijk overal heerst. In het C.P.C.A., een of andere voormalige werkplaats, betrok ze drie afzijdig gelegen bureelruimten. In de middenruimte speelt een platendraaier een door een DJ gesampelde L.P. af. De geluidsboxen bevinden zich in een aangrenzende ruimte, waar men deze plaat het best kan beluisteren. Daar staart men namelijk niet naar de platenspeler. De soundtrack comprimeert muziektracks, tekstflarden en toevallig omgevingsgeluid tijdens de opname tot één continu veld, nu eens elkaar voor de voeten lopend dan weer lekker uitdeinend. De zichtbare bron, de platenspeler met de L.P., draait onverstoorbaar verder. In de derde ruimte tenslotte botst dezelfde geluidsbron tegen een ander visueel en auditief document; een videomonitor toont de DJ terwijl hij hoorbaar een ander deel mixt. Het werk van Garcia propt samen en rafelt uiteen. Tenslotte bezorgt Tobias Rehberger de nietsvermoedende toerist en de kunstbezoeker een intelligent speelveld. Op het terras voor het Casino Luxembourg heeft hij in een constructivistisch ingedeeld vlakkenveld een plantsoen aangelegd, opgevuld met rode bietjes, kolen, lavendel, bieslook, gras en bloemen. Er staat tevens een verhoogd platformpje tussen. Vanuit het Casino Luxembourg levert dit een schilderij op, tot leven gewekt door de toevallige passanten. Tevens is het een platform dat je blik op het achterliggende park in het adembenemende ravijn even onderbreekt.
• Manifesta 2 loopt nog tot 11 oktober voornamelijk in de Casino Luxembourg, Rue Notre Dame 41, Luxembourg (091/71.00.09), Het Musée national d’histoire et d’art, Marché-aux-Poissons, het C.P.C.A., Rue du Puits 12 en nog wat andere locaties.