width and height should be displayed here dynamically

Metro>Polis

De premetroverbinding tussen het Brusselse Noord- en Zuidstation is arm en rijk tegelijk. Er zitten heel wat stedelijke functies onder de grond; winkels, kiosken, zelfs een museum en een kapel. Toch weet deze ondergrondse zijn grootstedelijke ambities niet waar te maken. De metrolijn wordt vaak gezien als een spiegelbeeld van het bovengrondse Brussel, vol oningeloste beloftes, breuken en littekens. Voor Metro>Polis werd nu aan dertien binnen- en buitenlandse kunstenaars gevraagd te reageren op deze context. De ingrepen situeren zich in de zeven ondergrondse tramhaltes van het Noord- tot het Zuidstation.

De interventies hebben doorgaans betrekking op thema’s die je nu eenmaal met de ondergrondse associeert. Dirk Braeckman is bijvoorbeeld geïnteresseerd in transitzones. Hij herhaalt in het Zuidstation steeds weer het fotografische beeld van de eeuwige bakstenen muur die je hier overal terugvindt. Aglaia Konrad alludeert op de megalomane omgeving van het Noordstation. Haar afdrukken op de ramen van het station leggen het stedelijk landschap van onder meer Seoul, Tokyo en Shanghai over dat van Brussel.

Andere werken handelen over de spanning tussen de ondergrondse en de bovengrondse wereld, en spelen met de idee van een ‘wereld onder de grond’. Zo creëerde Doria Garcia zogenaamde ’tunnel people’, met behulp van acteurs die op geregelde tijdstippen een performance geven in een tram. Job Koelewijn laat uit een niet gebruikte metrogang stemmen weerklinken van mensen die de weg zijn kwijtgeraakt. Het effect op de wachtende menigte blijft niet uit.

Een derde reeks interventies voegt plekken of verhalen aan de metro toe. Het project van Joëlle Tuerlinckx werd om logistieke redenen niet uitgevoerd. Ze had voorgesteld om binnen een bestaande tunnel een virtuele halte te creëren, louter door middel van fel licht afkomstig van arena-spots. Voor het Agentschap van Kobe Matthys vormen de bordjes ‘voorbij de rode lijn bent u in de gecontroleerde zone’ de aanleiding om een eiland af te bakenen, waarbinnen men vrijgesteld is van de gedragsregels in deze metromaatschappij.

Een monitor in het het handelsagentschap van de STIB/MIVB in het Zuidstation toont een ‘choreografie van zakkenrollers’ door Sven Augustijnen. En Peter Zimmermann maakte een speciale editie van de tramdagkaart, die toont waar het in Metro>Polis om draait. De tekst begint met de frase ‘Eigenlijk zou ook alles anders kunnen zijn’ en illustreert zo de infiltratie van de kunst in het metrosysteem.

In het concept van de culturele hoofdsteden bekleedt de interactie met de stad meestal een centrale plaats. Kunst en openbare ruimte hebben echter een problematische verhouding; vaak glijdt men af naar opsmuk of verfraaiing van toeristische routes. De vroegere permanente ingrepen van kunstenaars in Brusselse metrostations hebben dat fenomeen onder de grond geïntroduceerd. Metrostations werden gewoon geïndividualiseerd, herkenbaar gemaakt en verfraaid, onder meer door plafondhoge muurschilderingen. Metro>Polis wil hieraan ontsnappen. In de begeleidende publicatie omschrijft Moritz Küng deze neutrale ondergrondse ruimte als de multiculturele en democratische gemeenplaats par excellence in Brussel; niet alleen vanwege het heterogene publiek, maar vooral omdat niemand de ambitie koestert om deze plek een nieuw stedelijk leven te geven. Het metrostelsel blijft de bovengrondse strijd gespaard. Voor de kunstenaars is deze ambiguïteit een inhoudelijk gegeven. Zij maken openlijk gebruik van de dubbelzinnige situatie, waarbij metrogebruikers en tentoonstellingsbezoekers zich elk met hun eigen agenda door de metro bewegen, de eerste ‘en passant’, de tweede ijverig zoekend met de catalogus in de hand. Zo wordt de metro nog in een ander opzicht tot ‘gemeenplaats’, namelijk als verlengstuk van het museum of de galerie – zonder dat die betekenis al te dwingend wordt. Al bij al is dit initiatief, ondanks de uiteenlopende kwaliteit van de interventies, geslaagd in zijn ambitie: het blootleggen van de mechanismen van een ondergronds ’terrain vague’, dat alleen al door zijn tegenstrijdigheden niet weg te denken is uit het Brusselse stadslandschap.

 

• Metro>Polis. Ondergronds Brussel loopt tot 19 november 2000 in de zeven ondergrondse tramhaltes tussen het Noord- en het Zuidstation. Informatie in het infocenter Bruxelles/Brussel 2000, Schildknaapstraat 50, 1000 Brussel (02/214.20.83)