width and height should be displayed here dynamically

Morality. Act VI: Remember Humanity en Act VII: Of Facts and Fables.

 Tot einde september zijn het zesde en zevende deel van de reeks Morality te zien in Witte de With te Rotterdam. Met deze serie tentoonstellingen, debatten en workshops wil Witte de With de ‘kritische aspecten van de fragmentatie van het dagelijks leven’ onderzoeken. Waar de middeleeuwse moraliteit, een toneelspel uitgevoerd in de volkstaal, een morele les leerde, wordt in dit groots opgezette stuk de onduidelijkheid van de te leren les getoond. De bepaling van en omgang met moraliteit is in onze tijd immers onzeker, veelal zelfs tweeslachtig geworden. Dat veel hedendaagse kunst morele vraagstukken thematiseert – bijvoorbeeld via kwesties als het ontheemd zijn van de eigen persoon, de eigen groep, of juist dat van de andere persoon, de andere groep – lijkt een goede aanleiding om een serie tentoonstellingen aan de relatie tussen beide te wijden. Aan de hand van uiteenlopende ‘ingangen’ proberen de tentoonstellingsmakers de reikwijdte en problematiek van het thema toegankelijk te maken. Act VI: Remember Humanity stelt restanten van weggedeemsterde mensbeelden centraal en verzamelt een aantal kunstwerken die ons het belang van menselijkheid voorhouden. Act VII: Of Facts and Fables brengt ficties samen die zich aan gene zijde van de moraliteit bevinden. De werken uit dit ‘bedrijf’ maken juist door de realiteit op enigerlei wijze te verlaten zichtbaar waar het domein van de moraliteit begint.

Miroslaw Balka’s I knew it had 4 in it, wellicht het beste werk uit Remember Humanity, vertrekt van een fragment uit de film Shoah van Claude Lanzmann. Een geïnterviewde tracht zich tevergeefs het aantal mensen te herinneren dat werd omgebracht in de Poolse concentratiekampen. De man weet enkel nog dat het ’iets met een 4’ was. Balka zet dit gegeven om in een korte, als loop getoonde film. Hij zoomt in en uit op het zwarte sjabloon van een ‘4’, liggend op wit papier met een grove korrel. Het getal is het ene moment onherkenbaar, even later duidelijk zichtbaar. Naar voren gekanteld verwijst het op subtiele wijze naar een kruis. De verwijzing naar volkenmoord en het hiermee samengaande verlies van persoonlijke identiteit, het feit dat mensen herleid worden tot een getal en dat, nog wat later, ook dit in de vergetelheid raakt, roepen in eerste instantie de door Primo Levi gestelde vraag ’Is dit een mens?’ in herinnering. Waar Levi het leven in een concentratiekamp beschrijft en aan de hand daarvan zijn vraag stelt, legt Balka’s video de nadruk echter niet alleen op de ontmenselijking van de Holocaust of onze omgang daarmee. Hij beperkt er zich toe het cijfer ‘4’ te laten verschijnen en verdwijnen, en levert daarmee een genuanceerd commentaar op de abstractie die een getal in algemene zin is. Zodra de concrete werkelijkheid in een getal vervat wordt, krijgt zij iets ongrijpbaars. I knew it had 4 in it overstijgt zodoende het vertrekpunt van de kunstenaar – terwijl in de tentoonstelling alle nadruk op de verwijzing naar de Holocaust komt te liggen.

Milena Bonilla’s Stonedeaf bestaat uit een frottage (de afdruk die ontstaat door met houtskool over een op een oneven oppervlak liggend stuk papier te wrijven) en een HD-film van de steen die op het voormalige graf van Marx en zijn familie ligt – de stoffelijke overschotten zijn verplaatst naar een nabijgelegen monument. De langzame film toont details van de verweerde steen. We zien hoe mieren en andere insecten door barsten en door de letters van soms herkenbare, soms onherkenbare woorden lopen. Middels de fysieke afwezigheid van Marx in het graf verwijst het werk naar zijn afwezigheid in talloze na zijn dood ontstane linkse ideologieën – onder andere die van de FARC uit Bonilla’s geboorteland Colombia. Het goede aan Stonedeaf is dat er geen clichématig moreel imperatief geformuleerd wordt: de afwezigheid van Marx wordt zichtbaar gemaakt, maar niet becommentarieerd. Tegelijk is het werk, hoewel fraai gemaakt, niet meer dan een artistieke verbeelding van een gedachte. Die past mooi binnen het thema van de tentoonstelling, hetgeen blijkbaar voldoende reden was om het werk op te nemen.

Deze beide voorbeelden geven aan dat de tentoonstelling er bijna uitsluitend op gericht is de vele verschillende facetten van (het gebrek aan) menselijkheid te illustreren. De onderlinge samenhang tussen de kunstwerken of de manier waarop het afzonderlijke kunstwerk zijn particuliere thema behandelt, krijgt hierbij weinig aandacht. Het te algemene concept leidt ertoe dat een aantal goede werken eenzijdig benaderd en in sterk gereduceerde vorm binnen de thematische context van de tentoonstelling gewrongen wordt. Anderzijds dienen gebrekkige of zelfs slechte werken als te gemakkelijke illustratie van het thema.

Een duidelijk voorbeeld van dit laatste zijn de drie Interpretations van Lilli Reynaud-Dewar, opgenomen in de vergelijkbaar opgezette tentoonstelling Of Facts and Fables. Op grote stukken karton (ongeveer 3 bij 2,5 meter) zijn met kleurpotlood teksten van Sun Ra geschreven. Sun Ra (1914-1993) was een Amerikaanse musicus met bij tijd en wijle messiaanse pretenties. In teksten als There are two Ethiopias en The Bible wasn’t written for Negroes worden ideeën over de oorsprong van het Ethiopische volk, buitenaards leven en de ‘witte’ focus van het evangelie voorgesteld. Het is duidelijk dat deze teksten deel uitmaken van de zwarte emancipatiebeweging in Amerika. In plaats van het meer rationele humanisme van bijvoorbeeld Martin Luther King wordt hier een tegendraads geïnterpreteerde, los van de realiteit staande wereld beschreven. Feit en fabel, een historische emancipatiestrijd en een fantasievolle blik op geschiedenis en toekomst komen hier samen. Zodoende zijn deze teksten een goede illustratie van het thema van de tentoonstelling. Of ze daadwerkelijk de ‘rationele en wetenschappelijke toon van onze eigen politieke discoursen’ ter discussie kunnen stellen, betwijfel ik, maar dat terzijde. Een belangrijkere vraag is of Reynaud-Dewars verbeelding van deze teksten als kunstwerk wat te bieden heeft. De teksten zijn curieus en onbekend genoeg om er even bij stil te staan. Het formaat en het materiaal voegen echter niets meer toe dan het handschrift van de kunstenaar. Wat stoort is de gedachte dat het grootschalig, kunstzinnig weergeven van een tekst voldoende wordt geacht om een kunstwerk gewicht te verlenen.

De in Remember Humanity en Of Facts and Fables getoonde kunstwerken kunnen stuk voor stuk in verbinding worden gebracht met de thema’s van de tentoonstellingen. Een constante is echter dat de kwesties al te illustratief benaderd worden. En geïllustreerde moraliteit doet zowel de moraliteit als de kunst tekort.

 

Morality Act VI: Remember Humanity en Act VII: Of Facts and Fables tot 26 september in Witte de With, Witte de Withstraat 50, Rotterdam (010/411.01.44; www.wdw.nl).