On Kawara 1966
In het Guggenheim Museum te New York liep zopas een overzichtstentoonstelling af van de Japanse kunstenaar On Kawara (1932-2014), die afgelopen jaar overleed. Haast parallel aan die retrospectieve organiseerde het Museum Dhondt-Dhaenens in Deurle een tentoonstelling waarin de productie van één jaar centraal staat: 1966. Het is de eerste solotentoonstelling van On Kawara in een Belgische publieke instelling sinds veertig jaar. Ook de vorige solo – in 1975 in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel – toonde de productie van één jaar, namelijk 1973. In MDD gaat het echter om een scharnierjaar in de genese van On Kawara’s werk: in 1966 vestigde On Kawara zich immers in New York en nam hij de verstrekkende beslissing om te beginnen met een levenslange reeks van monochrome schilderijen, die enkel de datum tonen van de dag waarop zij werden geproduceerd.
De tentoonstelling bestaat in hoofdzaak uit een vijftigtal date paintings – het begin van een magnum opus dat zich zal uitbreiden tot om en bij de drieduizend doeken en bekendheid zal verwerven onder de naam Today Series. De date paintings zijn in een rigide en duidelijk parcours over de twee zijvleugels van het museum verspreid. De chronologische presentatie moet de toeschouwer geleidelijk aan doordringen van het feit dat elke date painting een dag in het leven van On Kawara oproept. Aan het begin van de reeks wordt het werk One Hundred Years Calendar – 20th Century ‘23,928 days’ (1998) gepresenteerd. Op deze kalender van de volledige twintigste eeuw duidde On Kawara alle date paintings aan door de dagen waarop hij ze realiseerde in kleur aan te stippen. Op die manier brengt hij verslag uit van de regelmaat waarmee de Today Series tot stand kwam. Tegelijk kan de bezoeker (ouder dan 15 jaar) zijn eigen geboortedag op dit beklijvend document situeren en zich ervan vergewissen hoeveel dagen van zijn leven tot dusver zijn verstreken. Het werk vormt meteen een geschikte introductie voor de reeks date paintings: ze maken de ‘werktijd’ tastbaar die de schilderijen in On Kawara’s leven in beslag nemen. Meteen komen we ook te weten dat On Kawara in 1966 meer dan 200 date paintings realiseerde – de tentoonstelling omvat dus 20 tot 25 procent van zijn geschilderde jaarproductie.
Naast de hoofdtitel van elke date painting – die gelijkstaat met de dag die erop genoteerd werd – gaf On Kawara elk schilderij een ondertitel, die geraadpleegd kan worden in de begeleidende bezoekersgids. Het gaat om zinnen die afkomstig zijn uit de krant van dezelfde dag – bijvoorbeeld ‘Harold M. Koch, 34, a former Catholic priest in Chicago, appeared on Moscow television tonight and told the millions of Russian people about the Vietnam war.’ – of verwijzen naar alledaagse gebeurtenissen uit het leven van de kunstenaar – zoals ‘Bonnie and Jeff Perkins came to my studio’. De frasen verankeren het werk in de realiteit, maar maken tegelijk voelbaar hoe banale gebeurtenissen zonder al te veel historisch gewicht door de tijd worden opgeslokt. Net als de kleur en het formaat, die voortdurend wisselen, vrijwaren de subtitels de reeks van een al te grote rigiditeit, zonder evenwel de neutraliteit ervan te doorbreken.
Van meet af aan ging On Kawara zijn datumschilderijen ‘annoteren’. In documentatiemappen of Journals registreerde hij onder meer de titels en ondertitels van de schilderijen, en bracht hij de gebruikte kleurstalen samen. Achteraan de inkomhal van de tentoonstelling worden vijfendertig van die jaarmappen gepresenteerd, van 1966 tot 2000. Deze ‘dagboeken’ mogen worden beschouwd als autonome werken en illustreren Kawara’s doorgeschoten fascinatie voor het archiveren van zijn levenstijd. Een aantal van de Journals ligt open om inzicht te bieden in het meticuleuze classificatie- en annotatiesysteem van de kunstenaar. Tot slot biedt een reeks foto’s in de inkomhal inzage in Kawara’s atelier op 13th Street in Manhattan, waar talrijke datumschilderijen van het jaar 1966 – de foto’s dateren wellicht van het einde van dat jaar – tegen de muren zijn uitgestald. Hoewel zijn praktijk verstoken bleef van persoonlijke anekdotiek en levensverhalen, preciseren deze beelden de ontstaanscontext en roepen zij opnieuw het productieritme van de date paintings op.
On Kawara neemt in zijn date paintings de conventies van onze tijdsindeling over; maar anders dan een achteloze blik op onze doordeweekse agenda, functioneert de beschouwing van zijn doeken als een memento mori, als heugenis aan onze eigen sterfelijkheid. Elk van zijn doeken herinnert aan het verlopen van onze levenstijd en plaatst ons leven in het teken van de dood. In wezen hebben alle datumschilderijen van On Kawara die betekenis, en in die zin heeft de keuze voor het jaar 1966 iets arbitrairs. 1966 vormt inderdaad een keerpunt in zijn werk, maar dat feit heeft geen weerslag op de betekenis van het geheel: het jaar 1966 vormt net als het jaar 1973 een dwarsdoorsnede van Kawara’s levenstijd. Elk ander uittreksel uit de Today Series confronteert de bezoeker op een soortgelijke manier met het verglijden van de tijd alsook met de stugge waarheid van ons tijdelijke bestaan. Toch zijn er ook kleine verschillen die de monotonie doorbreken en die het jaar 1966 onderscheiden van de andere jaarproducties. Zo zien we de aarzelingen in Kawara’s prille zoektocht naar een geschikte productiemethode voor zijn date paintings. De allereerste schilderijen op de tentoonstelling zijn geschilderd in een helder blauw en hebben een klein en klassiek liggend formaat. Het derde schilderij is langwerpiger, wat te maken heeft met het feit dat de kunstenaar besliste om de datum – ‘January 25. 1966′ – voluit te schrijven, iets waar hij ten laatste op 31 januari op terugkomt en wat hij daarna nooit meer heeft gedaan. De formaten in de eerste zaal – met datumschilderijen van 10 januari tot 16 april 1966 – zijn aan de kleine kant en werden onder meer geschilderd in blauw, oranjerood en donkerrood. In de tweede zaal – met schilderijen van 20 april tot 22 december 1966 – doen grotere formaten hun intrede en opteert de kunstenaar steeds vaker voor donkere en grijzige kleurschakeringen. Hoe strak On Kawara’s aanpak ook is, door deze luttele verschillen heerst er in beide zalen een andere ‘sfeer’. Daarnaast geven de date paintings quasi ’toevallig’ ook een beeld van de plaats die de kunstenaar binnen de toenmalige kunstscene bekleedde. On Kawara noteert de datum op zijn schilderijen steevast in de taal van de plek waar ze gemaakt zijn. Uit zijn jaarproductie van 1966 kunnen we dan ook concluderen dat hij de Angelsaksische wereld niet verliet – alle date paintings zijn in het Engels gesteld. Allicht verbleef hij het grootste deel van de tijd in New York. Daarentegen is aan de latere jaarproducties af te lezen dat On Kawara steeds meer begon te reizen: de sedentaire On Kawara van 1966 werd een internationaal bekende kunstenaar.
Hoe perifeer deze betekenissen ook zijn, het is betekenisvol dat ze opdoemen bij het kijken naar deze reeks. Tegelijk kleurt de keuze voor 1966 ook de wezenlijke reflectie over tijd en sterfelijkheid in On Kawara’s werk. Elk ‘begin’ roept een ‘einde’ op. In die zin herinnert deze tentoonstelling nog net iets sterker dan een andere expositie van On Kawara aan het reële einde van de kunstenaar, en daarmee ook aan de fundamentele inzet van zijn werk.
• On Kawara 1966, tot 14 juni in Museum Dhondt-Dhaenens, Museumlaan 14, 9831 Deurle (09/282.51.23; www.museumdd.be).