width and height should be displayed here dynamically

Paul McCarthy. De tentoonstellingen in het S.M.A.K.

Sinds enige tijd is veelheid troef in het S.M.A.K. in Gent. Het valt soms niet meer bij te houden hoeveel tentoonstellingen er tegelijk lopen. In kunstmiddens luidt de grap dat het museum grotere enveloppes moet aanschaffen om er alle uitnodigingskaarten in te krijgen. In het museum heet het dat deze “genereuze veelheid aan tentoonstellingen” fungeert als “niet-dogmatisch antwoord” op “de groter wordende complexiteit van hedendaagse beeldende kunst”. Het S.M.A.K. heeft maar liefst acht verschillende tentoonstellingsformats bedacht om in te spelen op de kunstactualiteit: EXPO (grote tentoonstellingen), FOCUS (vertrekkend van een werk uit de collectie), CITY-scan (gekoppeld aan interventies in de stad), BAR-code (in het museum-café), FILM (video-installaties), Kunst Nu (jonge kunstenaars), Extra Muros (buitenshuis) en Extra (kleinere tentoonstellingen en projecten). De permanente verzameling komt in het museumbeleid duidelijk op de tweede plaats. De tijdelijke tentoonstellingen staan centraal en dienen als uitgangspunt voor de presentatie van ensembles uit de collectie. De focus op tijdelijke tentoonstellingen gaat zelfs zover dat de collectie soms helemaal moet wijken. De reden hiervoor is, zo lezen we althans in de persmap, dat het museum kampt met een “nijpend plaatsgebrek”. Na amper tien jaar toeven in het nieuwe gebouw met 5000m² beschikbare tentoonstellingsruimte droomt men al opnieuw van uitbreiding.

Momenteel is het tentoonstellingsprogramma van het S.M.A.K. echter opmerkelijk eenvoudig. Er staan ‘slechts’ drie tentoonstellingen op het programma. Naast een werk van T.M.C. Volckaert in de reeks Kunst NU en een FILM-presentatie van Daria Martin, loopt er één grote EXPO: de retrospectieve Head Shop / Shop Head. Works 1966-2006 van de Amerikaanse kunstenaar Paul McCarthy. Deze tentoonstelling, die voordien te zien was in het Moderna Museet in Stockholm en het ARoS te Aarhus, neemt ongeveer het hele museum in beslag. De installaties, films, sculpturen en tekeningen uit het schunnige en burleske universum dat McCarthy in de voorbije vier decennia heeft opgebouwd, vullen de grote zalen op het gelijkvloers en de verdieping en de vestibule. De opstelling van de show had wel wat voeten in de aarde. Tijdens de aanloop naar de tentoonstelling eiste de kunstenaar immers de beschikking over het volledige museum. Een geplande tentoonstelling over het pittoreske werd daarom naar latere datum verschoven. De officiële uitleg is dat de kunstenaar enkele werken speciaal voor het S.M.A.K. wilde maken, wat men niet wilde missen. Bovendien kwam men tijdens de voorbereiding tot de vaststelling dat de zalen van het S.M.A.K. niet groot genoeg waren voor enkele van McCarthy’s installaties, zoals het gigantische Caribbean Pirates (2001-2005). Van het ensemble met drie boten dat in 2005 achtereenvolgens in het Haus der Kunst in München en nadien in een off-site locatie van de Whitechapel Gallery in London te zien was, bleken er slechts twee in het S.M.A.K. binnen te kunnen. Caribbean Pirates omvat ook een abstract beweegbaar stalen geraamte van een boot (Underwater World), wat een spannend contrast oplevert met het bruine playmobilachtige piratenschip The Frigate en de kleine readymade-schuit Houseboat. The Frigate werd uiteindelijk geparkeerd in de ruimte waar je normaliter de balie en de museumshop vindt. Zij zijn naar de lage inkomhal verwezen. Vervolgens werden de muren tussen de vestibule en de middenzalen op het gelijkvloers en op de verdieping opengebroken om de sculpturen en de bijhorende videoprojecties ruimtelijke armslag te geven. McCarthy zette de slijpschijf trouwens in meerdere wanden van het museum. Hij creëerde doorzichten, maakte nieuwe deuropeningen, of brak ze simpelweg volledig af. Zo verwijderde hij in de linkervleugel op het gelijkvloers drie muren om het decor van de historische performance en film Bossy Burger (1991) een plaats te geven. De opstelling en bijhorende bouwwerken waren trouwens zo ingrijpend dat het museum zich tijdens de voorbereiding van Head Shop / Shop Head genoodzaakt zag om voor enkele weken de deuren te sluiten. Als tijdelijke oplossing werd een kleine collectiepresentatie ingericht om de hoek in het Hoger Instituut voor Schone Kunsten (HISK).

Voor veel bezoekers aan het Gentse museum betekent de tentoonstelling ongetwijfeld een eerste en meteen uitgebreide kennismaking met het werk van McCarthy. En dat is in zekere zin een verdienste. Dat belet evenwel niet dat men zich kan afvragen wat de verregaande inspanningen op zowel financieel, logistiek als infrastructureel vlak uiteindelijk opleveren, en vooral waarom ze nu plotsklaps gebeuren. In de afgelopen jaren organiseerde het S.M.A.K. een hele rits middelgrote tot grote tentoonstellingen van kunstenaars van diverse afkomst, bekendheid en status, vaak zelfs een paar tegelijkertijd. Geen van die tentoonstellingen was met veel aandacht gemaakt, of getuigde van het gepaste engagement, met doorgaans bedroevende resultaten tot gevolg. Het is zowel stuitend als pijnlijk dat het museum enkel voor een internationale ster en voor een tentoonstelling die nota bene letterlijk de eigen schaal van het instituut overstijgt, het noodzakelijk vindt om alle registers open te trekken. Het is even onbegrijpelijk dat er geen overleg noch samenwerking plaatsvond met het Middelheimmuseum in Antwerpen, waar de voorbije zomer de tentoonstelling Air Born / Air Borne / Air Pressure met de grootschalige opblaassculpturen van McCarthy liep. Het bewijst nog maar eens hoe de wanhopige honger naar internationale uitstraling en erkenning van onze kunstinstellingen slechts een verdoken vorm van provincialisme is. De tentoonstelling Head Shop / Shop Head. Works 1966-2006 maakt duidelijk dat het S.M.A.K. helemaal geen tekort aan ruimte heeft, maar vooral een gebrek aan visie én maat.

 

Paul McCarthy, Head Shop / Shop Head. Works 1966-2006 loopt tot 7 februari in het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst (S.M.A.K.), Citadelpark, Gent (09/221.07.13; www.smak.be).