width and height should be displayed here dynamically

Laurie Cluitmans

In mijn rol als curator van hedendaagse kunsttentoonstellingen is er altijd sprake van samenwerking. Immers: zonder kunstenaars en hun werk is er geen tentoonstelling. Soms betekent het dat ik als curator de mediërende tussenpersoon ben, zorg dragend voor kunst en kunstenaar en communicerend met het publiek, soms juist cocreërend. Voor elk project ontwikkelt zich organisch het samenwerkingsverband dat nodig is. Samenwerken is voor mij de natuurlijkste wijze van werken, hoewel individualiteit en competitie vaak beter begrepen worden.

Voor de tentoonstellingen De botanische revolutie. Over de noodzaak van kunst en tuinieren (Centraal Museum) en Is it possible to be a revolutionary and like flowers? (Nest) heb ik de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar hoe kunstenaars onze veranderende relatie met de natuur verbeelden. Dat onderzoek stuurt mijn blik en zeker ook mijn antwoord op de vraag ‘Is Alleingang een voorwaarde, een gevaar, of een wensdroom?’ Het brengt me bij denkers en biologen zoals Donna Haraway, Lynn Margulis, Merlin Sheldrake en Suzanne Simard. Vanuit hun denken zou ik de vraag alleen maar kunnen beantwoorden met: Alleingang is een fictie, of op z’n minst een misconceptie.

Simard, die het zogenaamde Wood Wide Web ‘ontdekte’, beschrijft hoe Darwin benadrukte dat soorten hun genen doorgeven aan de volgende generatie via competitie en dominantie. Het idee van het recht van de sterksten is het dominante perspectief gaan vormen, ook al stelde Darwin toen al dat planten en dieren ook op heel andere manieren met elkaar om konden gaan én samenwerkten. Simard verwijst naar Lynn Margulis’ theorie over endosymbiosis, waarin wordt getoond dat evolutie een proces is waarin samenwerking en het samenkomen van verschillende organismes – symbionten – leidde tot de ontwikkeling van complexere organismes, zoals de mens.

Sheldrake merkt op dat ‘individu’ is afgeleid van het Latijnse woord voor ‘ondeelbaar’ (individuus). Het idee van het zelf als autonoom, onafhankelijk subject met een vrije wil domineerde lange tijd het perspectief van biologisch onderzoek. Zo werd er bijvoorbeeld gedacht dat een individueel immuunsysteem alles wat niet ‘eigen’ is, afwijst. Recenter onderzoek bewijst dat het immuunsysteem juist mede wordt gevormd door microbiomen. Het menselijke individu wordt gezien als een zogenaamde holobiont: een verzameling van soorten, vaak een assemblage van een host en een veelvoud van andere soorten erop en eromheen die verschillende vormen van samenwerking aangaan. Korstmossen (lichens) zijn een fascinerend voorbeeld van de holobiont en vormen een interessante metafoor voor het nadenken over wat een individu en geheel is of kan zijn. Ze bestaan uit een combinatie van algen en schimmels of bacteriën, en recent onderzoek laat zien dat er zelfs nog derde en vierde partnersoorten onderdeel zijn van het geheel. Ze gaan verschillende symbiotische relaties aan en functioneren als een geheel.

Die vormen van symbiose in de holobiont, het Wood Wide Web en korstmossen zijn divers, complex, niet eenduidig, en vragen om een ander perspectief waarin het niet een of-ofsituatie is, maar een constant vormen van relaties tussen entiteiten. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat dit allemaal harmonieuze, vreedzame samenwerkingen zijn waar iedereen beter van wordt. Symbiotische relaties kunnen immers ook parasitair zijn.

Het antwoord van Donna Haraway in Staying with the Trouble uit 2016 is sympoiesis: ‘een eenvoudig woord; het betekent ‘maken-met’. Niets maakt zichzelf; niets is echt autopoëtisch of zelforganiserend. […] Sympoiesis is een woord dat eigen is aan complexe, dynamische, responsieve, gesitueerde, historische systemen. Het is een woord voor werelden-met, in gezelschap. Sympoiesis omvat autopoëse en ontvouwt en breidt deze generatief uit.’ Een artistieke samenwerking, zoals die tussen curator en kunstenaar, zou kunnen worden beschouwd als een vorm van sympoiesis. Vanuit dit perspectief is samenwerking niet een kwestie van keuze, maar een gegeven.

 

Laurie Cluitmans (1984) werkt als conservator hedendaagse kunst voor het Centraal Museum in Utrecht, waar ze onlangs de transhistorische groepstentoonstelling De botanische revolutie. Over de noodzaak van kunst en tuinieren cureerde, die loopt tot 1 mei.