width and height should be displayed here dynamically

Sarma: het archief als discursieve werkplaats

Op een kleine tien jaar tijd heeft Sarma zich ontwikkeld van een onlineplatform voor het verzamelen en bevorderen van dans- en performancekritiek (www.sarma.be) tot een werkplaats waarin ook onderzoek, creatie en dramaturgie een plek hebben. Lag de focus aanvankelijk op het ontsluiten en omkaderen van auteursanthologieën en thematische tekstcollecties, dan is die vandaag uitgebreid naar de vraag hoe een brede waaier aan discursieve praktijken kan worden georganiseerd én gedocumenteerd. Een samenloop van omstandigheden heeft die verschuiving tot stand gebracht: evoluties in het veld van zowel de dans als de media, de verglijdende interessesfeer van de artistieke leiding, Myriam Van Imschoot en Jeroen Peeters, die vanuit een permanente dialoog Sarma’s werking aanstuurt, alsook praktische, technische en financiële factoren. Een deel van die geschiedenis is tastbaar in een gestaag groeiend onlinearchief dat vandaag zo’n drieduizend teksten en audiodocumenten bevat. Sarma wilde echter altijd meer dan zomaar een grote container zijn: door herpublicatie en artistiek onderzoek worden nieuwe verbanden en resonanties gecreëerd, die van het archief een specifieke omgeving en een discursieve werkplaats maken. Om een licht te werpen op de vorm en betekenis van zo’n ‘levend archief’ schetsen we enkele fases in de werking van Sarma.

 

1.

In de jaren 90 nam een generatie vernieuwers (choreografen als Jérôme Bel, Raimund Hoghe, Xavier Le Roy, Vera Mantero en Meg Stuart) met een uitgesproken discursieve interesse het voortouw in de Europese dans. In hun zog ontwikkelde zich heel wat theorievorming over dans, maar tevens een dynamische dagbladkritiek. Vandaag zijn André Lepecki en Gerald Siegmund vooraanstaande danstheoretici, maar wie kent de talrijke dagbladkritieken die in zekere zin de humus vormden voor hun later theoretisch werk? Sarma ontstond rond 2000 vanuit de vaststelling dat journalistieke kritiek in een aantal gevallen van hoge kwaliteit is, maar dat die teksten slechts een erg korte levensduur gegund zijn en ze bovendien moeilijk toegankelijk zijn. Door de dagbladkritieken (recensies, interviews) van een aantal belangrijke critici in binnen- en buitenland van week tot week onder te brengen in een databank konden perspectieven worden geopend. Lezers zouden niet enkel het internationale dansgebeuren kunnen volgen via een twintigtal bevoorrechte getuigen, maar ook de meerstemmigheid en de poëticale verschillen binnen de danskritiek.

Sarma werd opgezet als een levend archief: de uitbouw van de site moest gelijke tred houden met de actualiteit, als verlengstuk van een schrijversgemeenschap. Door de accumulatie van hun verspreide teksten konden critici als ‘stemmen’ verschijnen, een auteurslogica die Sarma nog versterkte door een beperkte groep van schrijvers uit te zoeken en hen te vragen een poëticaal statement te schrijven ter omkadering van hun kritieken. Er werd een grote verantwoordelijkheid van de critici zelf verwacht: zij kregen rechtstreeks toegang tot de databank om hun teksten meteen na verschijning in te voeren, en daarmee ook een redactionele controle die ze in dagbladen vaak niet hadden.

De idee van meerstemmigheid en een gedeeld gesprek wordt vandaag door de realiteit ingehaald. In de kranten heeft een populistische koers de ruimte voor kunstkritiek steeds verder teruggedrongen, waardoor sommige critici afhaakten, andere media opzochten of van koers wijzigden (en dramaturg of onderzoeker werden). Bovendien heeft de productie en presentatie van dans de afgelopen tien jaar een explosie gekend, waardoor een grote versnippering ontstond: een gedeeld gesprek blijkt vandaag onmogelijk omdat ook critici nog slechts zelden dezelfde voorstellingen zien en bespreken – enkel over grote namen is er nog debat. Maar samengebracht in een databank over een langere periode, kunnen verschillende stemmen toch weer samen gelezen worden – in die zin creëert Sarma als archief alsnog een dialoog tussen teksten en voorstellingen, tussen schrijvers, lezers en kijkers, een dialoog die in het veld zelf geen plaats meer heeft. Als belofte van een discursieve gemeenschap is (dagblad)kritiek vandaag misschien dood, in het archief komt ze alsnog tot leven.

Parallel met de uitbouw van deze onlineomgeving heeft Sarma ook steeds via offline-activiteiten het debat over de nieuwe discursieve plekken die critici en kunstenaars voor zichzelf ontwikkelden mee aangewakkerd – en tevens gedocumenteerd via audio-opnames, schrijversresidenties en thematische tekstcollecties. Kort na de lancering van de databank vond in februari 2003 het symposium Unfolding the Critical plaats, tijdens het Amperdans festival in Antwerpen. Daarmee trok Sarma de aandacht voor kunstkritiek in enge zin open naar het ‘kritische’ element in verschillende praktijken. Niet enkel door een en ander samen te brengen in het archief kreeg een versnipperd debat terug focus, maar ook door omkadering, interactie en onderzoek te stimuleren. Bovendien creëerde Sarma zo zichtbaarheid en een omgeving voor de in toenemende mate hybride praktijken en trajecten van critici (en later van onderzoekers en kunstenaars), zowel in het archief als in het veld. Hoe kunnen nieuwe discursieve plekken eruitzien wanneer de traditionele verdwijnen?

 

2.

Terwijl vandaag de idee van ‘zelfdocumentatie’ gemeengoed is (MySpace, Facebook, Flickr…), blijkt uit talrijke vragen van praktische, technische en redactionele aard dat een archief geenszins vanzelf tot stand komt. Om lezers hun weg te doen vinden in een grote hoeveelheid tekstmateriaal in meerdere talen, is een zekere uniformisering en een goede indexering cruciaal. De hercontextualisering van krant of tijdschrift naar databank vraagt om een behandeling van elk document: een verwerking van het origineel tot platte tekst (voor oudere teksten vaak via inscannen of overtypen van gepubliceerde versies), die vervolgens wordt opgedeeld in velden (titel, medium, verschijningsdatum, corpus, contextual note…) en aangevuld met zoekvelden (eigennamen, titels van kunstwerken, Engelstalige sleutelwoorden, collectiesigla) waardoor teksten via een zoekfunctie in onderling verband kunnen verschijnen.

Een verfijnd repertorium is voor een digitaal archief noodzakelijk om als een nieuwe context te kunnen functioneren. Belangrijker nog is de actieve redactionele vormgeving van die nieuwe omgeving waarin teksten en auteurs verschijnen. Sarma projecteert niet de horizon van een systematisch en alomvattend archief, maar vertrekt vanuit specifieke projecten. Het verzamelen en ontsluiten van teksten wordt daarom als publicatie gedacht: auteursanthologieën en thematische collecties hebben een identiteit als geheel, een gepaste omkadering en waar mogelijk ook Engelse vertaling.

Sarma versterkte het historische gewicht van het groeiende archief door omvattende anthologieën samen te stellen van auteurs die niet langer als criticus actief waren (Eric de Kuyper, André Lepecki), of die over een lange periode een erg groot kritisch oeuvre hadden opgebouwd (Rudi Laermans, Pieter T’Jonck). Een en ander vroeg om een verfijning van onze methodologie en redactionele controle, met het oog op een verantwoorde ontsluiting: gaande van bibliografisch onderzoek, over de selectie van de teksten in samenspraak met de auteur of een historicus, tot eindredactie. Er werden samenwerkingen met universiteiten opgezet voor onderzoek op het vlak van teksteditie, historiografie en digitale archivering. Via schrijfopdrachten moedigt Sarma ook historisch onderzoek naar die collecties aan, wat leidt tot een bredere inbedding van het archief. Kwetsbare genres als dagbladkritiek en essayistiek krijgen zo niet enkel een duurzamere plek, in het beste geval plaatsen ze ook meer canonieke vormen van dansonderzoek in een nieuw perspectief.

 

3.

Sinds het interdisciplinaire project B-Chronicles (2006), omtrent de impact van de toenemende mobiliteit en transnationalisme op het leven en werken in de dansgemeenschap, is Sarma actief als werkplaats. Die evolutie ligt in het verlengde van de hybride trajecten die we bij zowel critici/theoretici als kunstenaars vaststelden: zij werken vaak vanuit gedeelde vraagstellingen in discursieve praktijken die creatie en onderzoek verbinden. Het ontwikkelen van alternatieve en experimentele vormen van onderzoek en overdracht leidt ook tot een vormelijke diversiteit en nieuwe schrifturen, zoals posterpublicaties in de publieke ruimte, lecture-demonstrations, een spel, een installatie, materialencollecties, interactieve webpublicaties. Hoe die heterogene media, discoursen en praktijken documenteren en archiveren?

In 2007 zette Myriam Van Imschoot in samenwerking met de huidige Sarma-coördinator Kristien Vanden Brande en enkele makers/onderzoekers het onderzoeksproject Crash Landing Revisited (and More) op, rond improvisatie, samenwerking en wijzigende productieomstandigheden in dans in de jaren 90. Het project verenigt ook een aantal kwesties die uitdagingen inhouden voor Sarma’s archiefwerking: informele discoursen en orale overlevering, de kruisbestuiving van maken en onderzoeken, archivering als artistiek onderzoek én als creatie. Archivering is niet langer eenrichtingsverkeer: het archief bevat niet enkel documenten, maar is ook materiaal waar kunstenaars en onderzoekers mee aan de slag kunnen gaan, waarbij de vorm van document en archief gedurig herdacht wordt.

Dit alles vormt de directe aanleiding voor Oral site, een nieuw digitaal archief voor orale overlevering dat Sarma momenteel ontwikkelt in samenwerking met de Brusselse werkplaats voor kunst en media Constant. Oral site zal in het najaar van 2011 actief zijn, gekoppeld aan een vernieuwde, geïntegreerde databank en zoekfunctie. Technologie voor de indexering van audiodocumenten is geen gemeengoed, net zoals aandacht voor de specificiteit van audiodocumenten in een digitaal archief niet vanzelfsprekend is. Computers en de huidige internetcultuur bieden immers een hele stroom aan tekst, beelden, informatie en formats aan. Zij vormen de achtergrond waartegen elk nieuw (audio)document verschijnt. Bovendien leggen nieuwe media ook aan archieven verwachtingen op inzake gebruiksvriendelijkheid, interactiviteit en participatie. Oral site vertrekt vanuit artistieke creaties en publicaties om een specifieke omgeving op te bouwen waarin audiodocumenten kunnen resoneren en nieuwe betekenisconstellaties vormen.

Tegelijkertijd wil Sarma die nieuwe ideeën, creaties en praktijken ook weer in een fysieke omgeving inbedden. De structurele samenwerking met de danswerkplaats WorkSpace Brussels biedt de komende jaren een concrete context om dramaturgie en artistiek onderzoek een plek te geven binnen de Brusselse dansgemeenschap. Sarma’s jarenlange ervaring met informele discoursen en hybride praktijken biedt hier aanknopingspunten om dramaturgie niet zozeer als ‘dienstverlening’ op te vatten, maar als een laboratoriumfunctie binnen artistieke creatie- en onderzoeksprocessen. De laatste jaren beginnen ook steeds meer dansmakers hun eigen werkmethode en de bijhorende spreekwijze te documenteren, onderzoek naar de heterogene ‘talen van het maken’ dat Sarma wil begeleiden met een reeks salons over nieuwe artistieke praktijken en discoursen. De vraag voor het archief is er weerom een dubbele: hoe kan men überhaupt die impliciete, informele en belichaamde vormen van discours en kennis een meer zichtbare en duurzame plek geven? En: hoe kunnen die archieven van de toekomst een actieve, wederzijdse verhouding aangaan met creatieprocessen, onderzoek en onderwijs? Om als archief tot leven te komen, kan Sarma niets anders zijn dan een discursieve werkplaats, waarin virtuele en fysieke omgevingen gedurig nieuwe verbindingen aangaan.

 

Sarma activiteiten

1. Publicaties, documentatie en evenementen

Lancering website www.sarma.be, november 2002. Na een drietal jaren voorbereiding zijn de website en databank van Sarma klaar voor ingebruikname. Lancering tijdens B-Visible in de Gentse Vooruit.

Tracing B-Visible – Vooruit Gent, 5-7 november 2002. Tijdens het 72-uren-evenement B-Visible, opgezet door Kattrin Deufert, Jeroen Peeters en Thomas Plischke, documenteerde Sarma alle lezingen en discussies. Schrijver in residentie Martin Hargreaves maakte notities en schreef een essay.

Unfolding the Critical – Amperdans Antwerpen (wp Zimmer, Monty), 28 febr.-1 maart 2003. Colloquium over het kritische, met lezingen van filosoof Thierry de Duve, dramaturg Erwin Jans en danscriticus Pieter T’Jonck, alsook gesprekken waarin critici, programmatoren en kunstenaars elkaars praktijk bevraagden: Natasha Hassiotis en Alexander Baervoets, Tang Fu Kuen en Arco Renz, Hooman Sharifi en Marit Strømmen, Helmut Ploebst en Barbara Van Lindt.

Tekstcollectie over kritiek – maart 2003. Aansluitend bij Unfolding the critical werden teksten over kritiek en het kritische verzameld, een collectie die later werd aangevuld en intussen een hondertal teksten in vijf talen bevat.

Springdance tekstcollectie – Springdance Utrecht, april 2003. Tekstcollectie rond kunstenaars die op het festival stonden. Dat leverde onder meer een uitgebreide collectie rond de Duitse theatermaker Raimund Hoghe op in vier talen.

Verzameld weerwerk Eric de Kuyper – KunstenFestivaldesArts Brussel, mei 2003. Anthologie van Eric de Kuypers kritische teksten over dans, musical en lichamelijkheid die hij in de jaren 60 en 70 in Vlaamse kranten en tijdschriften publiceerde en ook nadien nog in vakbladen. Presentatie in de Brusselse Kaaitheaterstudio’s met een uitgebreid live-interview van De Kuyper door Jeroen Peeters en Myriam Van Imschoot.

Le sacre du printemps – Kaaitheater Brussel, jan. 2004. Naar aanleiding van een colloquium over Le sacre du printemps publiceerde Sarma een tekstcollectie hierrond, waaronder de beroemde tekst van Jacques Rivière uit 1913. Myriam Van Imschoot en Rudi Laermans gaven een lezing.

Connexive#1: Vera Mantero – Vooruit Gent, jan. 2004. In het kader van een uitgebreid evenement rond de Portugese choreografe Vera Mantero (gecureerd door Myriam Van Imschoot en Barbara Raes), redigeerde Sarma een collectie teksten van en over Mantero en presenteerde deel 1 van de André Lepecki-anthologie. Jeroen Peeters observeerde als schrijver in residentie het hele project en publiceerde uitgebreide notities en interviews op Sarma.

The André Lepecki Anthology: essays – jan. 2004. Tekstcollectie met de verzamelde essays van de Portugees-Amerikaanse danstheoreticus, geschreven voor bladen als Ballet-Tanz, Dance Theatre Journal en Etcetera.

Klapstuk #11 Bis – STUK Leuven, 25 okt. 2004. Debat met choreograaf Jerôme Bel en een reeks gasten waarin werd teruggeblikt op het festival dat een jaar eerder plaatsvond. Sarma stelde een tekstcollectie samen uit polemieken die in het zog van Klapstuk werden gevoerd en documenteerde de gesprekken.

Tekstcollectie ‘What is contemporary dance?’ – okt. 2004. Tekstcollectie die diverse polemieken uit Vlaanderen, Nederland en Frankrijk rond ‘hedendaagse dans’ en ‘conceptuele dans’ samenbrengt.

Sarma at Amperdans – Amperdans Antwerpen (wp Zimmer, Monty), okt. 2004. Als writer in residence schreef performancetheoretica en theatermaker Bojana Cvejić een essay over het festival dat later werd opgenomen in Etcetera. Tevens werd het colloquium Constructing contemporary dance (organisatie Aisthesis) op Sarma gearchiveerd.

Streaming-projects: Sarma’s Oral History Bank – najaar 2004. Naast geschreven teksten, documenteert Sarma ook andere vormen van discours, zoals debatten en interviews. Naast transcriptie wordt sinds oktober 2004 gewerkt aan de uitbouw van een Oral History Bank met audiodocumenten.

Other matters – deSingel Antwerpen, 23 maart 2005. Namiddag met lezingen en gesprekken omtrent de samenwerking en het creatieproces van FORGERIES, LOVE AND OTHER MATTERS van Benoît Lachambre, Meg Stuart en Hahn Rowe. Naast de kunstenaars namen hier ook Michael Floyd, Jorge Leon, Jeroen Peeters en Myriam Van Imschoot aan deel.

Springdance conversations – Springdance Festival Utrecht, april 2005. Audiodocumentatie van lezingen en gesprekken met theoretici en kunstenaars te gast op het festival.

Lectures/Demonstrations – deSingel Antwerpen, 9 november 2005. Discursieve namiddag rond het werk van Kattrin Deufert en Thomas Plischke, met een lecture-demonstration en een posterinstallatie.

Unfolding the critical #2 – Tanzkongress Deutschland, Haus der Kulturen der Welt, Berlijn, 23 april 2006. Colloquium over het kritische in het kader van het eerste Duitse Tanzkongress, met lezingen door Irit Rogoff en Dorothea von Hantelmann, en een reeks gesprekken met de critici Constanze Klementz, Eva-Elisabeth Fischer en Gabriele Wittmann, choreograaf Martin Nachbar en curator Johannes Odenthal. Sarma’s tekstcollectie over het kritische werd voor de gelegenheid uitgebreid.

The André Lepecki Anthology: the Portuguese years – najaar 2006. In samenwerking met het Portugese Institute for the Arts en redacteur Monica Guerrero realiseerde Sarma een tweetalige anthologie (Portugees-Engels) van Lepecki’s vroege danskritieken in het Portugese weekblad Blitz (1989-1993).

Anthologie Dans op Expo 1958, sept. 2008. Tekstcollectie omtrent de dansvoorstellingen op de Wereldtentoonstelling in 1958, met teksten van critici Marcel Lobet en Georges Sion. Historicus Staf Vos schreef een omkaderend essay. Eric de Kuyper creëerde een videolezing en schreef een essay voor Etcetera.

Anthologie Rudi Laermans, dec. 2008. Tekstcollectie met de verzamelde opstellen van socioloog en essayist Rudi Laermans over podiumkunsten (1991-2008), aangevuld met opstellen over lichamelijkeid en cultuurbeleid.

Anthologie Pieter T’Jonck, febr. 2009. Verzamelde dagbladkritieken van dans- en theatercriticus Pieter T’Jonck, geschreven voor Veto (1983-85), De Standaard (1985-2000), De Tijd (2001-06) en De Morgen (sinds 2006) en diverse tijdschriften. Voor deze collectie van 1500 teksten ontwikkelde Sarma een nieuwe databank.

The sound of movement, lecture demonstration door Rudi Laermans – Vooruit Gent, 1 april 2009. Naar aanleiding van zijn Sarma-anthologie, ensceneerde Rudi Laermans een lezing over dans en muziek, met videofragmenten en een live-improvisatie van gitarist Burkhard Stangl.

And all the men and women merely layers, They have their exits and their entrances, lecture demonstration door Pieter T’Jonck – Kaaistudio’s Brussel, 16 april 2009. In een geënsceneerde lezing lichtte Pieter T’Jonck zijn ideeën over theater en dans toe. Met artistieke interventie van de choreografen Janneke Raaphorst, Bojana Mladenovic, Noberto Llopis Degarra en Zhana Ivanov.

The ongoing moment. Reflections on Image and Society, lezing van Marianne Van Kerkhoven, op het KunstenFestivaldesArts in Brussel, mei 2009. Op vraag van Sarma formuleerde de essayist en dramaturg Van Kerkhoven haar visie op de relatie tussen podiumkunsten en de wereld vandaag.

The world as instrument, lezing door David Zerbib – Beursschouwburg Brussel, 17 april 2010. In het kader van Voicelab sprak de Parijse filosoof David Zerbib over de ‘muzikale’ relatie van het menselijke lichaam tot de wereld.

Salon #1: A Choreographer’s Handbook – Kaaistudio’s Brussel, 25 jan. 2011. Salon naar aanleiding van Jonathan Burrows’ A Choreographer’s Handbook, met onderzoeker Scott deLahunta en choreograaf Noé Soulier als gastsprekers. Eerste salon in een nieuwe reeks rond nieuwe artistieke praktijken en discoursen.

 

2. Artistiek onderzoek en dramaturgie

B-Chronicles, een sociokritisch en artistiek onderzoek, 2006/2007. In 2006 zette Sarma een sociokritisch en artistiek onderzoek op in samenwerking met Damaged Goods en met projectsteun van de Vlaamse Gemeenschap (Internationale projecten). B-Chronicles onderzocht de impact van de toenemende mobiliteit en transnationalisme op het leven en werken in de dansgemeenschap. Een werkgroep die naast de Sarmaploeg choreografe Eleanor Bauer, filosoof Dieter Lesage, sociologe Delphine Hesters en filmmaker Jorge Leon omvatte, leidde tot intensieve dialoog en uitwisseling, en de ontwikkeling van verschillende onderzoekspistes. Die zijn gedocumenteerd op de projectwebsite www.b-chronicles.be. Het project heeft een erg rijke output opgeleverd, waaronder verscheidene teksten, lezingen, performances, videowerk, een sociologisch onderzoek en een spel. B-Chronicles werd ook in verschillende contexten gepresenteerd:

Interviewproject rond de Brusselse dansgemeenschap – najaar 2006. In samenwerking met sociologe Delphine Hesters, nam choreografe Eleanor Bauer een reeks interviews af met artiesten, critici, producenten en dramaturgen uit de Brusselse dansgemeenschap, gedocumenteerd op www.b-kronieken.be. Bauer verzorgde ook een reeks Self-interviews, een lezing en een essay over de Brusselse dansgemeenschap. Hesters schreef het sociologische essay The facts and fixions of B-Longing en ontwikkelde samen met Dimitry Masyn het interactieve ‘gemeenschapsspel’ Project.

Portret van de kunstenaar als resident Etcetera, dec. 2006. Filosoof Dieter Lesage stelde op uitnodiging van Sarma een tekstcluster samen voor het podiumkunstentijdschrift Etcetera, met bijdragen van Lesage zelf, filosoof Boris Buden en beeldend kunstenaar Hito Steyerl, theatermaker Jan Ritsema, choreograaf Martin Nachbar, schrijfster Tanja Dückers, beeldend kunstenaar Jill Magid en beeldend kunstenaar en DJ Ina Wudtke. Een Duitse vertaling verscheen in het programmaboek Alien Resident van de Volksbühne am Rosa-Luxemburg-Platz in Berlijn, een Engelse vertaling op www.b-kronieken.be.

Welcome to the cosmoproletariat Janus, dec. 2006. Sarma nodigde de Egyptisch-Brusselse schrijver Nasr Hafez uit voor een bijdrage over de Brusselse dansgemeenschap, een politieke parabel die verscheen in het tijdschrift Janus.

Dance Community Picture – Caïro en Berlijn, dec. 2006. In samenwerking met de fotografen Karim Ezzat en David Bergé realiseerde Myriam Van Imschoot groepsfoto’s die spelen met de zelfrepresentatie van lokale artistieke gemeenschappen. Nadien werden nog Dance Community Pictures gerealiseerd in New York (23 sept. 2007) en Mexico City (22 juni 2009).

Alien Resident – Volksbühne am Rosa-Luxemburg-Platz Berlijn, 17 dec. 2006. Discursief evenement in het kader van het festival Intimate Strangers rond choreografe Meg Stuart, met bijdragen van filosoof Dieter Lesage, theoreticus en kunstenaar Mårten Spångberg, choreografe Eleanor Bauer en filmmaker Jorge Leon.

Between two chairs – videofilm van Jorge Leon, 2006. Gecreëerd in opdracht van Sarma, maakt deze film treffend duidelijk hoe artistieke zichtbaarheid voor internationale kunstenaars in een fragiele verhouding staat tot hun sociale en politieke rechten.

B-Chronicles – Kaaitheaterstudio’s Brussel, 13 jan. 2007. Brusselse presentatie van het onderzoeksproject, met een lezing door choreografe Eleanor Bauer, het videowerk Between two chairs van Jorge Leon en het spel Project van Delphine Hesters en Dimitry Masyn.

Project – gemeenschapsspel van Delphine Hesters en Dimitry Masyn, 2007. Gecreëerd in opdracht van Sarma, kaart dit interactieve gemeenschapsspel op kritische wijze het functioneren van de dansgemeenschap aan.

Crash Landing Revisited (and more), dec. 2007 – 2009. Dit onderzoeksproject werd in 2007 opgestart door Myriam Van Imschoot met de steun van het Kaaitheater, Workspace Brussels, Damaged Goods, Jan Van Eyck Academie en Sarma, en in nauwe samenwerking met Kristien Van den Brande. De legendarische improvisatiereeks Crash Landing, die onder leiding van Meg Stuart, Christine De Smedt en David Hernandez doorging in 5 steden tussen 1996 en 1999 was het ankerpunt voor onderzoek rond samenwerking, uitnodigingspolitiek, catastrofe-esthetica, orale overlevering, improvisatie en authenticiteit. Er werd gezocht naar een alternatieve manier van historisch onderzoek, gebaseerd op curatorschap en interviewmethodes die de sprekers in kwestie met een historiografische vraagstelling en praktijk infecteren. Twee interviewpublicaties zijn de uitloper hiervan: in het boek Are We Here Yet? (2010) en op Oral Site, een platform voor orale publicaties dat Sarma i.s.m. Constant en met de steun van Rits ontwikkelt in 2011. Het onderzoek leverde diverse resultaten op en werd in uiteenlopende contexten gepresenteerd, waaronder:

Salon over onderzoek – Kaaitheater Brussel, 11 maart 2008. Salon over verschillende onderzoeksmilieus en de kwalitatieve effecten van de onderzoekstrend, met als centrale gasten dramaturge Elke Van Campenhout, wijsgerig pedagoog Jan Masschelein en theateronderzoeker Geert Opsomer.

Expanded Publication #1: Fax Film (2008). Film van Myriam Van Imschoot en Pablo Castilla die via de namen van de deelnemers aan Crash Landing vragen opwerpt over de politiek, het aura en de eindigheid van de naam.

Expanded Publication #2: Diary Lecture (2008). Marathonlezing van Myriam Van Imschoot omtrent historisch onderzoek, gepresenteerd in de Archi-Mobile, een tijdelijke ruimte die de functies van archief, sound chamber, petit-cinéma, tentoonstelling, bibliotheek, ontmoeting en onderzoek herbergt.

Expanded Publication #4: Pick up Voices (2008). Performance van Christine De Smedt en Myriam Van Imschoot op basis van interviews met artiesten die deel uitmaakten van de eerste Crash Landing in Stuc in 1996. Première op het Intimate Strangers-festival in het Kaaitheater in december 2008.

Salon over ‘Emergency’ – Working Title Festival Brussel, 15 april 2009. In het kader van het onderzoek naar catastrofe-esthetica in de jaren 90 spraken Rudi Laermans en Lieven De Cauter over hun samenwerking rond ‘the state of nature and the state of emergency’. De lezing vond plaats in een Archi-Mobile waar verder ook interviews doorgingen en videowerk te zien was.

Expanded Publication #7: Voice Day – Jan Van Eyck Academie Maastricht, 5 juli 2009. Slotevenement van de residentieperiode in de Jan van Eyck Academie in Maastricht, met theoretische bijdragen, artist talks, een tentoonstelling, concerten, performances en discussies. Deelnemers: Mladen Dolar, Katarina Zdjelar, Myriam Van Imschoot & Christine De Smedt, Jack Fisher, Karin Kihlberg & Rueben Henry, Annette Stahmer, Nicolas Matranga, Jo Huybrechts, Imogen Stidworthy, Florian Schneider, Michael Schmid en Tape That.

Expanded Publication #8: Black Box – Playground Festival, STUK Leuven, nov. 2009. Geluidsinstallatie van Myriam Van Imschoot i.s.m. Kristien Van den Brande en Ayméric de Tapol, met een collectie zelfgemaakte vinylsingletjes die interviewmateriaal rond Crash Landing, spoken word-composities, oorspronkelijk archiefmateriaal en soundscapes bevatten.

Voice Works – Les Ballets c de la b, Gent, 25-29 mei 2009. Onderzoeksweek rond de stem op initiatief van Myriam Van Imschoot en choreografe Christine De Smedt. Insteken waren een workshop van Florence Augendre rond de relatie tussen beweging, gehoor en spraak, interventies van thereminspeler Andrei Smirnov, en leessessies rond Mladen Dolars A voice and nothing more.

Open dramaturgy: Voicelab – 12-17 april 2010, Brussel. Interdisciplinair lab rond de stem, opgezet door Myriam Van Imschoot en de Franse choreograaf Alex Roccoli, met als deelnemers Lilia Mestre, Mette Edvardsen, Vincent Dunoyer, Christine De Smedt, Fred Altstadt en Henrique Weber. Interventies door regisseur Ivo Dimchev, zangeres Eurudike De Beul en filosoof David Zerbib. Opener van de reeks rond ‘open dramaturgie’ die zoekt naar alternatieve vormen van dramaturgie en documentatie, in een geest van openheid (open source, publieke momenten) zonder het exploratieve karakter te ondermijnen.