width and height should be displayed here dynamically

Stan Douglas: Interregnum

WIELS presenteert recent film- en fotowerk van de Canadese kunstenaar Stan Douglas (°1960). De expo is verspreid over de tweede, derde en vierde verdieping. Het gedeelte op de derde etage opent met The Secret Agent, een filmadaptatie van de gelijknamige roman uit 1907 van Joseph Conrad. Het boek werd al tweemaal verfilmd, in 1936 door Alfred Hitchock onder de titel Sabotage en in 1996 nog door Christopher Hampton. De versie van Stan Douglas verplaatst het verhaal, dat zich oorspronkelijk in het anarchistisch milieu van Londen op het einde van de 19e eeuw afspeelt, naar de periode van de Anjerrevolutie in Portugal tijdens de jaren zeventig. De film wordt geprojecteerd op zes schermen, die in twee rijen van drie tegenover elkaar hangen. Ze maken het ruimtelijk traject dat de personages afleggen zichtbaar: telkens wanneer een personage zich naar een andere plaats begeeft, verschuift de projectie naar een ander scherm, ernaast of ertegenover. Door het accentueren van die ruimtelijke breuken wordt de narratieve coherentie van de film aangetast: we krijgen geen helder lineair verhaal aangeboden, maar fragmenten, brokstukken die zich nooit tot een geloofwaardig geheel laten aaneensmeden. Ook op de personages en hun motivaties krijgen we geen greep. Het vertelperspectief verspringt van het ene naar het volgende personage, waarbij we telkens terechtkomen in een andere hyperindividuele gedachtewereld. Ondanks de plot waarin sprake is van geheime agenten, verborgen agenda’s, dreigementen en aanslagen, hangt er over de personages een waas van onverschilligheid, hoe ondernemend ze ook zijn. Alsof ze niet echt in staat zijn te handelen, of liever, een handeling te stellen die écht lijkt (met als enige uitzondering wellicht het vrouwelijke personage dat haar man Verloc vermoordt). Ze zijn louter marionetten van hun overtuiging en zitten ze volledig verstrikt in hun onwankelbare zekerheden.

Het eerder cerebrale The Secret Agent steekt schril af tegen Luanda-Kinshasa, de tweede (en zes uur durende) film, die op de vierde verdieping wordt getoond. De film speelt zich af in een exacte replica van de legendarische Columbia 30th Street Studio in New York (de studio waar alle albums van Miles Davis voor Columbia Records werden geproduceerd) en toont het opnameproces van een (fictief) album. In de studio zijn verschillende muzikanten uit de meest diverse uithoeken van de wereld bijeengebracht: een Senegalese drummer, een Indiase tablaspeler, een Afro-Amerikaanse drummer en basgitarist, verder nog twee gitaristen, een pianist en trombonist. Op de achtergrond ten slotte zijn nog enkele prutsende geluidstechnici en aandachtig luisterende toeschouwers aanwezig. De muzikanten staan naast elkaar, elk in hun eigen ruimte, enkel akoestisch met elkaar verbonden via een hoofdtelefoon. De film is gestructureerd rond elf improvisaties. Elke improvisatie vat aan op dezelfde manier: een muzikant introduceert een motief of een ritme dat opgenomen wordt door de anderen; zij variëren erop, gaan ermee aan de slag, voegen er iets aan toe, leggen andere klemtonen enzovoort. In dit uiterst opwindende samenspel krijgt de fysieke afstand tussen de spelers een andere betekenis: hun isolement staat nu garant voor een sterk opgevoerde concentratie die de intieme, muzikale dialoog met hun medespelers versterkt. Terwijl de fictie in The Secret Agent slechts uit dode brokstukken bestaat, worden we hier getuige van de manier waarop ter plekke een uitbundig verhaal wordt geschreven. De afstand tussen de fictie (de opname van een gefingeerd album in wat ondanks alles een decor blijft) en de acteurs/muzikanten valt weg; de ‘reconstructie’ wordt hier juist een vehikel dat ons dichter dan ooit tot de essentie van het musiceren brengt. De opwindende directheid van deze documentaire fictie is een verademing in de tentoonstelling.

Naast deze twee films presenteert de expo nog drie fotografische reeksen: op de derde verdieping Disco Angola uit 2012, en op de tweede verdieping Crowds and Riots uit 2008 en Midcentury Studio uit 2010-2011. Tevens hangen op de tweede verdieping nog twee recente foto’s uit 2014: Hogan’s Alley en The Second Hotel Vancouver. Het zijn digitaal gereconstrueerde nachtopnames van beruchte buurten uit het Vancouver van de jaren veertig. De digitale toverkracht wordt echter niet alleen gebruikt om die ondertussen verdwenen plekken te reconstrueren, maar ook om ze op te laden met een filmisch, narratief karakter. Door te spelen met standpunt, belichting en visuele codes die verwijzen naar de film noir, worden deze plekken omgewerkt tot een decor dat verwijst naar tal van historische gebeurtenissen (die niet getoond, maar enkel gesuggereerd worden). Een gelijkaardige formele strategie gebruikt Douglas in Crowds & Riots, een serie van zorgvuldig geënsceneerde reconstructies van massabijeenkomsten uit het (recente) verleden van Vancouver. Drie van de vier opnames tonen rellen tijdens cruciale momenten in de geschiedenis van de stad: een sociaal conflict tussen dokwerkers en hun bazen, een mogelijke beknotting van het recht op vrije meningsuiting, een strijd voor de legalisering van marihuana. Het vierde beeld toont een massa op de tribunes van een paardenrenbaan, verwachtingsvol uitkijkend naar de race. Door kleine en grote gebeurtenissen uit de sociale geschiedenis van de stad voor het voetlicht te brengen, lijken deze beelden een lacune op te vullen in het bestaande beeldarchief: van de meeste van deze rellen bestaan immers geen beelden of in elk geval geen beeld dat op een gecondenseerde en vertellende manier het historisch gebeuren samenvat. Maar juist hier wringt het: omdat het overduidelijk om ensceneringen gaat, kunnen ze nooit de snedige directheid krijgen van de fotografische getuigenis. Uiteindelijk blijft de kijker bij al dit visuele geweld even onaangedaan als de duiven die in Ballantyne Pier, 18 June 1935 onbewogen de arrestatie van enkele dokwerkers gadeslaan.

 

Stan Douglas: Interregnum, tot 10 januari 2016 in WIELS – Centrum voor Hedendaagse Kunst, Van Volxemlaan 354, 1190 Brussel (02/340.00.53; wiels.org).