width and height should be displayed here dynamically

Stedelijk Museum Bureau Amsterdam – Ruti Sela

Het grotendeels onverlichte Stedelijk Museum Bureau Amsterdam (SMBA) vormt een passende omgeving voor de vaak nachtelijke taferelen in de video’s van Ruti Sela (1974). Er zijn zes werken van de Israëlische kunstenaar te zien. Het retrospectief is daarmee kleiner van opzet dan zijn voorganger, vorig jaar te zien in Museums of Bat Yam (MoBY) in Tel Aviv, maar ook intiemer. Gezien de aard van Sela’s werk is dat geen slechte zaak. De videowerken tonen door haar geïnitieerde gesprekken en situaties waarin mensen (meestal onbekenden) zich al dan niet opzettelijk blootgeven. Ze gebruikt de camera daarbij niet alleen als opnameapparaat, maar ook als een instrument waarmee ze onderlinge verhoudingen manipuleert.

In de eerste ruimte zijn twee korte video’s te zien waarin Sela met een groep kunstacademiestudenten musea bezoekt. In People Will Comply (2010) gaan ze naar Holon, Israël, voor een tentoonstelling over autoriteit en gehoorzaamheid. Een nabootsing van het beruchte stroomstootexperiment van Stanley Milgram zorgt voor enige hilariteit, maar tijdens de rookpauze is de sfeer heel anders. Sommige studenten beginnen voorzichtig te praten over hun oorlogservaringen of die van andere. Enkelen lopen weg omdat het onderwerp voor hen onbespreekbaar is.

De psychologische druk die uitgaat van het Arabisch-Israëlisch conflict is ook in andere werken voelbaar. Beyond Guilt #1 (2003), een van Sela’s eerste video’s, speelt zich af in de toiletten van smoezelige bars in Tel Aviv. We zien haar en medekunstenaar Maayan Amir steeds in het gezelschap van enkele jonge mannen en vrouwen die zich door hen hebben laten meevoeren. De meesten hebben onlangs hun dienstplicht afgerond en zoeken een verzetje. Aangemoedigd door Sela beginnen ze halfnaakt te zoenen of vertellen ze sterke verhalen; iedereen probeert zijn eigen show neer te zetten. Tussen de bedrijven door vinden er ook meer persoonlijke uitwisselingen plaats. Sela’s oog valt op de ketting van een jongen die net uit dienst is en daagt hem uit tot een ruil: zijn ketting voor een pijpbeurt. Hij aarzelt even, probeert haar dan te overtroeven door een schunnigere wederdienst te vragen. Tot het genoegen van zijn aanwezige vrienden blijft ze echter haar inzet verhogen, totdat hij moeten toegeven dat hij te gehecht is aan de ketting voor een dergelijke ruil. ‘Jullie meisjes lijken te denken dat jongens hoeren zijn’, verwijt hij Sela, alsof al die tijd niet haar, maar zijn eerbaarheid op het spel stond.

Dat Sela de camera gebruikt om situaties te sturen wil niet zeggen dat zij altijd degene is die hem hanteert. In Beyond Guilt #3 (2005) worden zij en Amir gefilmd door een prostituee met wie ze op een hotelkamertje hebben afgesproken – een machtsomkering à la Renzo Martens. Ze stellen de vrouw vragen over haar werk en leven, die ze zonder terughoudendheid beantwoordt. Zes abortussen heeft ze gehad. ‘Een abortus stelt weinig voor’, zegt ze, ‘het is in vijf minuten gedaan. Een wortelkanaalbehandeling is erger’. Maar ook: ‘Ik wou dat ik een man was.’ Wellicht wordt ze in haar openhartigheid gesterkt door het idee dat haar interviewers in beeld zijn en zij onherkenbaar blijft, maar daarover laat ze zich niet uit.

In Credit Point (2012) heeft Sela de camera aan een van haar studenten gegeven. Hij filmt haar terwijl zij weer andere studenten confronteert met haar autoriteit als docent aan de kunstacademie. Haar boodschap is duidelijk: als docent bepaal ik of je studiepunten krijgt, dus ik kan je vertellen wat te doen. Die macht gebruikt ze echter niet, behalve dan als een dreigement dat te ongeloofwaardig is om werkelijk reactie uit te lokken. De interessantere momenten in dit werk draaien om fysieke nabijheid in de aanwezigheid van de camera, zoals wanneer Sela een mannelijke student vraagt op haar te gaan zitten terwijl ze zichzelf via een spiegel filmen. De jongen twijfelt, maar besluit dan dat het ‘gewoon een mooi plaatje oplevert’ en kruipt bovenop haar. Blijkbaar volstaat de camera als legitimatie.

El Yuma (2014) is vrijer van opzet. De titel verwijst naar een Cubaans koosnaampje voor (seks)toeristen uit het rijke Westen. In de eerste scène is het twee uur ’s nachts. Sela zit op een terrasje in het Cubaanse Varadero en maakt kennis met David en Culifredo, een jong homostel uit Oekraïne. Ze zijn geïntrigeerd door de kunstenaar en haar camera, flirten ermee, en vinden het goed dat ze met hen optrekt. David, met zijn onberispelijke overhemd en stralende gebit, is het vanzelfsprekende middelpunt van de nachtelijke omzwervingen die volgen. Verschillende plaatselijke gays haken bij hen aan en er ontstaat een halfserieus spel waarin de jongens allemaal beweren onbetaalbaar te zijn voor de ander. Uiteindelijk blijft David slapen bij een danser. De volgende dag wil Sela weten of hij hem geld heeft gegeven. ‘Ja’, bekent hij na veel aandringen. ‘Ik denk dat hij het nodig had.’

Sela is op haar best wanneer ze zulke ongemakkelijke of onverwachte verhoudingen aan het licht brengt. Helaas vormen deze momenten uitzonderingen in veelal lange reeksen van fragmentarische indrukken en anekdotes. De tentoonstelling als geheel laat echter nog iets anders zien, namelijk een wereld die bijna anachronistisch is in zijn directheid en technische eenvoud. Hier zijn ontmoetingen spontaan en persoonlijk, zonder interfaces en zonder de vertekening van sociale media. In lijn hiermee werkt Sela niet met een high-endcamera of een smartphone, maar met een doorsnee videorecorder die geen twijfel laat over zijn aanwezigheid. De resulterende beelden en de montage, vooral die van de recentere werken, zijn gespeend van esthetische pretenties. Je kijkt simpelweg mee met degene die filmt, slechts omgeven door het donker van de tentoonstellingsruimte. Hierdoor zit je als kijker zeer dicht op de gefilmde personen en situaties. De video’s van Sela nodigen daardoor uit tot een empathische manier van kijken die, in een tijd waarin het zo gebruikelijk is om doorlopend persoonlijke beelden, ideeën en statistieken te sharen en te consumeren, minder vertrouwd voelt dan je zou verwachten.

 

Ruti Sela, tot 29 maart in Stedelijk Museum Bureau Amsterdam, Rozenstraat 59, 1016 NN Amsterdam (020/422.04.71; www.smba.nl).