The Image of Europe – AMO
In de stedelijke woestijn van de Brusselse Eurowijk, op het rond punt voor het Berlaymontgebouw, staat nog tot eind november een circustent. Het veelkleurig gestreepte tentzeil oogt absurd vrolijk tussen de administratiegebouwen. De stijlclash is nog opmerkelijker aangezien de tent een initiatief is van de Europese instituties zelf. Na de desastreuze opkomst voor de laatste Europese verkiezingen, leek een zekere vorm van Eurobranding geen overbodige luxe. Nederland, huidig voorzitter van de EU, en de Europese Commissie zelf, nodigden AMO uit om een presentatie te maken die voldoende streetwise was. Het agentschap rond Rem Koolhaas en Reinier de Graaf kwam op de proppen met een circustent volbehangen met beelden uit de Europese geschiedenis. Het resultaat is een overweldigend enthousiaste presentatie van de Europese Unie. En parallel aan die Eurobranding etaleert het circus en passant ook de politieke positie en commercieel-artistieke methodes van AMO zelf.
Eenmaal voorbij het streepjeszeil, begint een driedubbele rondgang naar het centrum van de tent. De buitenste cirkel toont oude Europa-affiches en kleine foto’s. De tweede en derde rondgang bestaan uit twee immense fotocollages die respectievelijk de geschiedenis van de EU en van het continent Europa tonen. In het centrum van deze driedubbele omgang staat een verzameling absurde Europarafernalia: een cirkelvormige vergadertafel met 25 stoelen, een pseudo-satirisch beeld van Jean Monnet, een vijf meter dik boek dat alle Euro-Journals sinds 1958 bundelt, het gastenboek en een automaat die het Passport to Europe verdeelt. Boven dit alles hangt een immense plastic bal waarop onafgebroken livebeelden van Al Jazeera, Euronews en CCTV (de Chinese staatstelevisie) geprojecteerd worden. De drie nieuwszenders vullen de tent met een eindeloos geschreeuw. De EU-presentatie gebeurt als in een echt circus: lawaaierig, populair, onoverzichtelijk, maar bovenal overrompelend. Precies hetzelfde kan gezegd worden over het beeld van Europa dat AMO ophangt. Samenleving, bedrijven, mediafiguren van de verschillende landen zijn voorgesteld met grafieken en drukke collages. Voor België betekent dit onder andere Interbrew, tuinkabouters en de kindermoordenaar Marc Dutroux. De voorstelling van Europa als continent begint bij de Big Bang, en loopt over Da Vinci en Hitler tot bij een recente Diorreclame. De geschiedenis van de Unie zelf overloopt de belangrijkste personen, uitbreidingen, bijeenkomsten, economische ontwikkelingen.
Het immens diverse beeldenarsenaal van AMO creëert een beeld van Europa dat zichzelf tegenspreekt: de stortvloed van herkenbare iconen uit de Europese geschiedenis suggereert zoiets als een gemeenschappelijk Europees verleden of een Europese identiteit, maar tegelijk wordt geen enkele van de personages, gebeurtenissen of objecten naar voor geschoven als het definitieve symbool van Europa. De Unie wordt er voorgesteld als een steeds verder groeiend heelal met honderden grote en kleine iconen, maar zonder brandpunt. Een grote verzameling ‘steeds meer’. Het gekozen medium (“circus!”) en het basisidee (“Europe = more!”) maken van de tentoonstelling een ontwapenende, extreem toegankelijke kennismaking met Europa. Voor het eerst wordt de Unie niet langer opgevoerd als een verzameling landbouwproducten of instituten, maar als een echt fenomeen: een quasi-bovenmenselijk maar toch populair verschijnsel, constant balancerend tussen (r)evolutie en ondergang. Voor AMO is The Image of Europe de maatschappelijke versie van dat andere, allereerste Eurofenomeen: het Songfestival.
Opdracht volbracht dus voor de Commissie en het Hollandse voorzitterschap. Maar ondanks de populariteit die het nieuwe kostuum de EU oplevert, schuift deze de verantwoordelijkheid voor de inhoud van de tentoonstelling expliciet van zich af. In hun ijver om de EU te vulgariseren is AMO immers ook zover gegaan een ontwikkelingsperspectief van de Unie te schetsen. Daarin worden de ontdekte eigenschappen (culturele veelheid, anti-imperialisme, voortdurende dynamiek) geprojecteerd in een EU die zichzelf quasi ongemerkt internationaal exporteert, van de Sahel tot Mongolië. Europa als een wereldwijd maatschappelijk fenomeen, een state of mind. Precies dit ontwikkelingsscript maakt duidelijk dat AMO’s Euroanalyse heel nauw samenhangt met het perspectief dat ze zo’n drie jaar geleden schetsten voor het Italiaanse modehuis Prada. Ook toen schreven ze hun klant een ‘constante (r)evolutie’, een ‘wereldwijde’ verspreiding en een ‘voortrekkersrol’ toe. Ook toen timmerden ze voor hun klant een nieuw imago in elkaar, gebaseerd op populaire iconografie en ‘geleende’ concepten. Deze analogie, ook terug te vinden in andere AMO-studies, doet niets af van de geweldige presentatie die op dit moment in Brussel te zien is. Maar niet toevallig gaat het over eigenschappen die in de eerste plaats toepasbaar zijn op Koolhaas’ architectuur- en studiebureau zelf. Het maakt duidelijk hoe de zogenoemde ‘denktank’ AMO opereert als een soort internationale ghostwriter: telkens het succesverhaal schrijvend van een ander fenomeen, maar heimelijk verder werkend aan een autobiografie. Alle (r)evoluties ten spijt lijkt er maar weinig veranderd sinds Koolhaas zichzelf in Delirious New York naar de sterren schreef als ghostwriter van Manhattan. En dat boek dateert ook alweer van 1978.
• The Image of Europe staat nog tot 28 november 2004 opgesteld tegenover het Berlaymontgebouw, op het Schumanplein in Brussel.