Transparantie
De restauratie van de Oude Kerk in het centrum van Amsterdam is onlangs eindelijk voltooid. Kerkdiensten worden er nog steeds gehouden, maar ook voor feesten en partijen kan men er tegenwoordig terecht – en voor tentoonstellingen. Het onderhoud van een dergelijk monument is immers niet goedkoop, en bovendien sluit men zo aan bij de traditie van de oude kerk als ‘huiskamer van de stad’, waar vissers hun netten knoopten en kooplieden hun gang gingen. Aangezien toegang tot de huiskamer van de stad tijdens de tentoonstelling Transparantie 10 gulden kost, komt men er dezer dagen overigens weinig vissers tegen. Leidraad van Transparantie – waaraan onder meer Leo Copers, Lili Dujourie en Henk Visch deelnemen – is het adembenemend mooie licht in deze heldere, door de beeldenstorm ‘gezuiverde’ kerk. De samenstellers namen een bestaand beeld als uitgangspunt: Iconografia (1975) van Luciano Fabro uit de collectie van het Gentse SMAK. Opgesteld in het koor wordt de avondmaal-connotatie van dit werk benadrukt: een tafel met een wit kleed waarop glazen schalen gevuld met water staan, waarin wederom amorfe brokken glas liggen. Om het te completeren heeft Fabro er voor deze gelegenheid een regenboogje boven gehangen – was het niet een regenboog die volgens het Oude Testament het verbond van God met het joodse volk verbeeldde? Job Koelewijn laat ondertussen faxberichten uit de hemel nederkomen: op vier punten hing hij faxtoestellen in de gewelven van de Oude Kerk, waaruit op gezette tijden transparante bladen komen met weliswaar geen woorden van God, maar toch van onder anderen Koelewijn zelf, Bredero, Marcel Duchamp en Ian Hamilton Finlay. Ook is iedereen uitgenodigd zelf een bericht door te faxen. Dan Grahams bijdrage is naar verwachting aanzienlijk aardser. Tegenover de ingang, waar men zich afvraagt of men zich in een reële kerk of in een schilderij van Emanuel de Witte bevindt, staat Grahams Triangular Pavilion with Circular Inserts. Het is geen paviljoen dat men kan betreden, maar een kleine driehoekige constructie op een sokkel. Elk van de drie zijdes heeft een ‘circular insert’, waarvan één een gat is waar men zijn hoofd in kan steken. De tweede cirkel bestaat uit een tweezijdige spiegel, en de derde uit spiegelend maar tevens doorzichtig glas. Door deze vlakken wordt de omgeving (en de kijker) gefragmenteerd en meervoudig gereflecteerd; de helderheid van de ruimte wordt aangetast. Terwijl Grahams paviljoens gewoonlijk refereren aan de architectuur van het modernisme en de pervertering ervan in hedendaagse spiegelende business-burchten, lijkt Graham nu (net als Adam Colton met zijn bijdrage, een grote lens van giethars) een toespeling te maken op de voortrekkersrol die Holland in de 17de eeuw op het gebied van de optische wetenschap speelde. De rationele optische verkenning van de wereld heeft bij Graham echter plaats gemaakt voor een spiegelpaleis-effect dat de heldere ruimte van de Oude Kerk in haar tegendeel doet verkeren.
• Transparantie nog tot 22 november in de Oude Kerk, Oudekerksplein, Amsterdam (020/6258284).