width and height should be displayed here dynamically

Und weg mit den Minuten. Dieter Roth und die Musik

Sinds 2008 is Hamburger Bahnhof in het bezit van Dieter Roths Gartenskulptur (1968). De Zwitserse kunstenaar Roth (1930-1998) verwierf vooral bekendheid met zijn schimmel- en chocoladeobjecten. Aan de Gartenskulpturwerkte hij decennialang samen met zijn zoon Björn (1961). Er worden diverse vergankelijke materialen in gecombineerd. Vanwege haar formaat is ze opgesteld in de Rieck-Hallen. Momenteel maakt dit sleutelwerk deel uit van het bijzondere project Und weg mit den Minuten. Dieter Roth und die Musik dat door Kunsthaus Zug, de Musik Akademie in Basel en de uitgeverij Edizioni Periferia werd geïnitieerd. Tijdens de voorbereidingen voor de tentoonstelling kwam uit de archieven van de kunstenaar oneindig veel ongetoond materiaal naar boven, waaronder experimentele beeld- en geluidsdocumenten. Dit muzikale oeuvre wordt nu voor het eerst in een tentoonstelling voorgesteld, aan de hand van ruim tweehonderd muzikale objecten: installaties en assemblages, solo- en groepsprojecten, talrijke improvisaties op band en zelf uitgebrachte platen.

De tentoonstelling bestaat uit bars, rekken, langspeelplaten, cassettes, luidsprekers, radio’s, videocamera’s, speelgoed, koelkasten, lege flessen drank, glazen, kapotte muziekinstrumenten – zoals keyboards, violen, trompetten, hoorns – en collages van kranten, foto’s, grafieken en partituren. Het is een vreselijke wirwar met een hoog kakofonisch gehalte en het duurt even voordat je je als toeschouwer je weg weet te vinden. Wanneer je eenmaal gewend bent aan de combinatie van de visuele diversiteit met de permanente stroom nerveus kabaal, begint de fascinerende muzikale wereld van Roth zichzelf prijs te geven. Over het muzikale aspect van zijn oeuvre merkte hij zelf ooit terecht op: ‘In Musik bin ich nie Avantgarde gewesen, ich war immer nur so der… der… erstensmal der Liebhaber der klassischen Musik und dann der Möchtegernzerstörer.’ Op vroege leeftijd leerde Roth piano spelen en niet veel later werd hij trompettist in een jazzband. Al improviserend ondermijnde hij alle kwaliteitsstandaarden. Aangezien zijn muziek amateuristisch klinkt, zijn de meningen verdeeld of Roth überhaupt goed kon spelen. Telkens weer keerde hij terug naar de stijl en de vormen van de klassieke muziek, zoals het kwartet en de sonate, om ze tegelijk op de proef te stellen. Voor de film Ludwig van (1969-1970), die Mauricio Kagel naar aanleiding van Beethovens tweehonderste verjaardag draaide, concipieerde Roth Sequenz Nr. 31 Toilette und Badezimmer des Beethoven-Hauses, een scène waarin je hem blasfemisch honderd Beethovenbustes aan diggelen ziet slaan.

Roths opvoeringen, die muziek, cabaret, performance en happening verbinden, verraden zijn verwantschap met Fluxus. Net als bij zijn Weense kunstenaarsvrienden Christian L. Attersee, Hermann Nitsch, Gerhard Rühm en Oswald Wiener, met wie hij in de vroege jaren zeventig in Berlijn samenwerkte aan de Berliner Dichterworkshop (1973) en de concertreeks Selten gehörte Musik (1974) organiseerde, was vooral het ‘nicht-können’ voor hem belangrijk. Via het oral-historyproject Selten gehörten Gespräche – een reeks gesprekken met vroegere muziekcollega’s van Roth – proberen de makers meer te weten te komen over deze wonderlijke samenwerking. Andere partners in crime van Roth waren zijn kinderen, met wie hij ook dilettantische huismuziek maakte: ‘Manchmal eine kleine halbe Note rauf und dann wieder eine halbe Note runter und eine halbe Note rauf und ein halbe Note rauf und eine halbe note runter und eine halbe Note rauf. Der grösste Minutenkiller, den’s überhaupt gibt.’ Het stelen van andermans tijd – waarop ook de titel van de tentoonstelling alludeert – vormt in zijn gehele muzikale oeuvre een leidmotief. De 36 uur durende Langstreckensonate Lorelei (1978) is op de piano met twee van zijn kinderen ingespeeld. De bijbehorende cassetten en cassetterecorder bevinden zich in drie houten kasten voorzien van graffiti. In 1976 componeerde hij voor de Süddeutsche Rundfunk het stuk Radio Sonate, dat net als de zendtijd 45 minuten duurde. Het langzame vergaan van de tijd wordt tijdens het pianospel door Roth becommentarieerd met ‘und weg und weg und zack’. Tibidabo 24 Stunden Hundegebell (1977/78) bestaat uit 24 tapes met hondengeblaf van honden uit het asiel met daarbij ontelbare foto’s en tekeningen.

Tot de hoogtepunten van de tentoonstelling behoren de ruimtevullende assemblagesculpturen van Roth: gecompliceerde bouwwerken met een collageachtig karakter. Zo kun je op de Olivetti-Yamaha-Grundig Combo (1965-1982) een brief typen die tegelijkertijd wordt omgezet in muziek, die vervolgens door een cassetterecorder wordt opgenomen. Een andere complexe assemblage isBar 2 (die hij met zijn zoon tussen 1983-1997 maakte). Enerzijds betreft het een werkelijke bar met alles erop en eraan, inclusief planken met glazen en flessen. Anderzijds zijn er op onverwachte plekken blaasinstrumenten, keyboards en een microfoon geplaatst en klinkt uit de luidsprekers een ondefinieerbaar geruis. In 1998 kocht Galerie Hauser & Wirth dit woeste conglomeraat van materialen aan, dat twee jaar lang werkelijk dienstdeed als bar.

Tot slot wordt de tentoonstelling gecomplementeerd door het werk van kunstenaars die Roths ‘muzikale traditie’ voortzetten: School of Velocity (1993) van Rodney Graham, met een monumentale piano-installatie; het videowerk Strings (2010) van Annika Kahrs, waarin een strijkkwartet van Ludwig van Beethoven ten gehore wordt gebracht en de muziek, doordat de muzikanten elkaars instrumenten inruilen, steeds valser gaat klinken; of het destructieve muzikale werk van de Berlijnse kunstenaarsgroep Die Tödliche Doris, die in de jaren tachtig furore maakte. Bovendien publiceerde Edizioni Periferia een doorwrochte publicatie die zowel catalogus als naslagwerk voor het interdisciplinaire project is. Kortom, als je een beetje geduld hebt voor de experimentele muziek en voldoende tijd, dan blijft deze tentoonstelling je verrassen.

 

• Und weg mit den Minuten. Dieter Roth und die Musik, tot 16 augustus in Hamburger Bahnhof, Invalidenstraße 50-51, 10557 Berlin (030/39.78.34.11; www.hamburgerbahnhof.de).