width and height should be displayed here dynamically

Virtuoze zinsbegoochelingen

In het Stedelijk Museum in Schiedam zijn op de tentoonstelling Virtuoze Zinsbegoochelingen werken bijeengebracht van vier internationale kunstenaars die elk op indrukwekkende wijze hun debuut maakten in de kunstwereld. Van de Nederlandse Saskia Olde Wolbers waren eerder her en der videowerken te zien; met de Brit David Thorpe konden we in Nederland in 2000 kennismaken in het tijdelijke Van Abbemuseum; van de Oostenrijkse beeldhouwer Elmar Trenkwalder exposeerde Galerie Maurits van Laar al een paar keer werk; en de Duitse, maar in Rotterdam werkende, Anne Wenzel kreeg bekendheid met haar presentatie bij het EKWC in Den Bosch.

Trenkwalder en Wenzel maken grote keramische beelden en installaties. De werken van Olde Wolbers en Thorpe zijn misschien minder indrukwekkend qua afmetingen, maar bepaald niet minder arbeidsintensief. Omdat alle vier de kunstenaars ook in ambachtelijk opzicht ambitieuze projecten realiseren, lijkt het adjectief virtuoos uit de titel zeker op zijn plaats. De zinsbegoocheling uit de titel is echter een gewaarwording die niet door alle kunstwerken in dezelfde mate wordt opgewekt.

De enorme sculpturen van Wenzel zijn erg ingewikkelde beelden en indrukwekkende staaltjes van vakmanschap. Haar dierenfiguren Höllenhunde en Z.t. (edelhert) uit 2007, en haar keramische bokalen Bright Solitude uit 2009, moeten als zodanig herkenbaar blijven, maar tegelijkertijd de indruk wekken half gesmolten of scheefgezakt te zijn. Daarmee wordt echter nog niet zomaar een zinsbegoocheling, een andere werkelijkheid dan de waarneembare, opgeroepen. Het lijkt wel of haar beelden daarvoor juist te concreet zijn, te duidelijk. Voor een deel ligt dat misschien aan de presentatie. Zo ontbraken in Schiedam de grote schilderingen op papier die Wenzel eerder achter haar beelden hing en die sporen van een catastrofe leken te zijn. In Schiedam plaatst zij haar keramische dierbeelden ‘koud’ in de ruimte en haar prijsbokalen en trofeeën staan op enorme stalen tafels. De presentatie is van een hardheid en helderheid die het zicht op een andere dimensie eerder lijkt te verhinderen dan te stimuleren.

Dat gebrek aan betovering kenmerkt helaas ook een beetje de recentste video van Olde Wolbers, Deadline uit 2007, die in Schiedam wordt getoond naast haar oudere video Day-glo (1999). De grote inzet van de kunstenaar is hier onder meer gelegen in een wekenlang verblijf in Gambia, waar Olde Wolbers het verhaal voor haar video vond. Dat verhaal, weliswaar zeer verzorgd weergegeven in de video, voert te veel de boventoon, terwijl het tot in de puntjes geënsceneerde beeld tegenvalt. De video duurt lang en weet de aandacht moeilijk gaande te houden. De ditmaal wat afstandelijke cameravoering helpt hier ook niet erg mee. De sensatie in een andere wereld gezogen te worden, een effect dat haar eerdere video’s zo aantrekkelijk maakt, blijft daarom uit.

Thorpe en Trenkwalder steken met hun bijdragen in dat opzicht beslist positief af. Ze lijken met hun kunst wél een andere werkelijkheid te scheppen. Voor een deel ligt dat aan hun gevarieerdere, bredere manier van werken. Naast sculpturen van indrukwekkende omvang, werken die eveneens grote concentratie en ambachtelijk kunnen vereisen, maken ze ook kleiner werk: tekeningen en aquarellen. Daar zijn voorstudies bij, maar eveneens zelfstandige werken. Aan de hand daarvan is hun gedachtegang beter te volgen, die daardoor ook gevarieerder lijkt: je kan er allerlei nuances en zijpaadjes aan aflezen.

Van hen beiden lijkt vooral Thorpe steeds verrassende wendingen aan zijn koers te geven. De minutieuze collages waarbij hij, met stroken papier en uitgeknipte silhouetten, modernistische en utopische architectuur samenstelde in een romantisch landschap, heeft hij thans verlaten. Het machinaal vervaardigde papier heeft hij bij zijn plakwerken ingeruild voor allerlei organisch materiaal: ruw geschept papier, maar verder vooral schors, takjes, bladeren, bloemkopjes, stengels en draadjes. Zijn onderwerpskeuze is daarbij overigens niet veranderd. Het zijn nog steeds vreemde, wat sciencefictionachtige gebouwen die hij in verlaten landschappen neerzet. Zijn aandacht voor de natuur lijkt toegenomen. In zijn aquarellen schildert hij heel gedetailleerd blaadjes en takjes. Met fijne stengels, ranken en draadjes trekt hij open, ijle constructies op. Thorpe lijkt gestaag en zorgvuldig een eigen universum op te bouwen.

Het meest recente werk van Trenkwalder in Schiedam is zijn grote, getekende drieluik in keramische lijst gevat. Deze monochroom beige lijst omvat een enigszins symmetrisch opgebouwde en ogenschijnlijk doorlopende tekening met uitbundige plantaardige en antropomorfe ornamenten. In het kader zijn gelijkaardige beeldtekens te herkennen: gedraaide stengels, krullende en ontrollende bladeren en waaiers van veren. Ze omgeven het eerder expliciet seksuele beeld van een voluptueuze ‘bilpartij’, getekend als een blozende perzik met kroontje.

Trenkwalders drie grote sculpturen in keramiek (meer dan twee meter hoog) zijn al wat ouder. Het zijn beelden die bij wijze van titel een neutraal volgnummer meekregen, achter de aanduiding WVZ (Werkverzeichnis), net als zijn tekeningen trouwens. De sculpturen zijn van glanzend aardewerk, symmetrisch samengesteld rond één of twee assen, en meestal uitgevoerd in twee contrasterende kleuren. Die strenge architectuur geeft ritme aan de geledingen en beteugelt tegelijkertijd de barokke overdaad aan motieven. Doordat de ornamenten net als in zijn drieluik halffiguratief zijn, lijk je er vlezige vingers en bladeren in te herkennen, en in plooien vallende draperieën. Omdat hij die motieven eveneens laat versmelten met fallussen en vulva’s, doen zijn sculpturen niet alleen in de repetitieve opbouw, maar ook in de keuze van de beeldtaal sterk denken aan hindoeïstisch beeldhouwwerk.

Van Trenkwalder zijn in Schiedam verder verschillende potloodtekeningen te zien. Soms zijn dat genoteerde invallen en ideeën voor sculpturen, maar er zitten ook diverse onafhankelijke tekeningen bij. Door de opstapelingen van ornamentele vormen en seksuele figuren roepen die tekeningen ook wel associaties op met het broeierige werk van Günther Brus en Arnulf Rainer. Het is vooral in dit opzicht dat zijn werk verschilt van dat van Thorpe. Ook Trenkwalder appelleert aan een andere dan de direct waarneembare wereld, maar in zijn geval lijkt hij meer te bouwen aan een genotvol, zinnenprikkelend heelal.

 

Virtuoze zinsbegoochelingen tot 27 september in Stedelijk Museum Schiedam, Hoogstraat 112-114, 3111 HL Schiedam (010/246.36.66; www.stedelijkmuseumschiedam.nl). Zie ook Diana A. Wind, Virtuoze zinsbegoochelingen, in Bulletin Stedelijk Museum Schiedam, april-juni 2009, pp. 30-43. ISSN 1386-1468.