width and height should be displayed here dynamically

What is to be Done Between Tragedy and Farce? Chto Delat? in Smart Project Space

Het rondreizende Russische collectief Chto Delat? (vertaald in het Nederlands ‘wat te doen?’) huisde tot half maart in het Amsterdamse cultuurinstituut Smart Project Space. Sinds 2003 houdt dit collectief een postcommunistische veldtocht langs diverse kunstinstellingen. Het wordt gevormd door linkse kunstenaars, critici, filosofen en schrijvers uit Sint-Petersburg die in wisselende samenstelling opereren. De groepsleden ballen de linkervuist waarbij ze historische iconografieën en polemische terminologieën uit de voormalige Sovjet-Unie inzetten. Ondanks het veelvuldige gebruik van anachronismen kan de tentoonstelling niet zomaar worden afgespiegeld als een nostalgisch verlangen naar het oude communisme. De boodschap van Chto Delat? is zonder meer overtuigend en urgent.

Voor het verspreiden van kapitalisme-kritische overtuigingen maken de mensen van Chto Delat? gebruik van vooraanstaande kunstpodia, dat wil zeggen, ze profiteren er van de voorhanden zijnde faciliteiten en voegen er een gebruikswaarde aan toe. Tijdens hun expositie in het ICA in Londen was middels een audiotour een strijdgesprek te beluisteren tussen voor- en tegenstanders van deze activistische tentoonstelling. In het Van Abbemuseum selecteerden ze enkele sociaal-realistische schilderijen uit de collectie en brachten ze arbeidersverenigingen van de 20ste eeuw tot leven. Ook componeerden ze een strijdlied voor de zaalwachters van dit museum.

Dezelfde socialistische propaganda was de basis van een twee maanden durend programma van installaties, performances, lezingen, films, publicaties en workshops in Smart Project Space met als titel What is to be Done Between Tragedy and Farce?. Op didactische wijze werden de machtsverschuivingen van het postcommunistische Rusland in de zes tentoonstellingszalen van het Amsterdamse cultuurinstituut inzichtelijk gemaakt voor de bezoekers. De beschilderde muren van de eerste drie zalen, voorzien van educatieve illustraties en spotprenten in combinatie met sociologische statistieken, riepen de sfeer op van ouderwetse leermethodes. De moraal was pregnant aanwezig. Op monitoren waren activistische documentaires te bekijken waarbij de film Builders (2005) als eerste in het oog sprong. In deze film benadrukken de activistische makers dat gemeenschappelijke arbeid aan de basis ligt van hun strijd voor een betere toekomst en ze vergelijken zich met trotse bouwvakkers op een sociaal-realistisch schilderij van Victor Popkov uit 1961. De overige documentaires richten zich op de humanitaire omstandigheden in het huidige Rusland. Ze belichten een activistisch forum tijdens de G8-top van 2005 in Sint-Petersburg, condities van de huidige productiearbeid in een fabriek in Novgorod en een existentialistisch locatietheater tegen het decor van de beroemde socialistische muurschildering Arbeiders van de wereld verenig je in Sint-Petersburg. Gaandeweg wordt de bezoeker steeds verder ingevoerd in de tegenstrijdige wereld van het ‘verkapitaliseerde’ Rusland van vandaag.

What is to be Done Between Tragedy and Farce? lijkt een contaminatie van pre- en postcommunistische retoriek. De titel herinnert zowel aan het beroemde pamflet What is to be Done van Lenin uit 1902 als aan First as Tragedy, then as Farce, het boek van de Sloveense filosoof Slavoj Žižek uit 2009. Maar Dmitry Vilensky, de drijvende kracht achter het collectief, wil de naam niet direct aan een van deze boegbeelden uit de marxistische traditie verbinden. Hij wijst erop dat in het Westen de uitdrukking Chto Delat’ over het algemeen eenzijdig met de politieke retoriek van Lenin geassocieerd wordt, terwijl ze in Rusland vooral doet denken aan de gelijknamige 19de-eeuwse novelle van de Russische socialist Nikolai Chernyshevsky. Vooral deze laatstgenoemde referentie telt voor het collectief, omdat dit tot de verbeelding sprekende boek volgens de groepsleden te gebruiken is als handleiding voor hun strijd.

De tweede helft van What is to be Done Between Tragedy and Farce? stond vooral in verband met het dialectische theatermodel van Bertolt Brecht, volgens de toelichting in de laatst verschenen kunstenaarskrant van Chto Delat?. Het dialectische spel van Brecht is een dramaturgische methode waarin het spektakeleffect van de tragedie in het toneelspel zelf wordt bekritiseerd. Verhelderend was in dit opzicht de zaal met drie brechtiaanse toneelstukken die als filmvertoningen werden afgespeeld: Perestroika Songspiel: Victory over the Coup (2008), Partisan Songspiel: A Belgrade Story (2009) en The Tower: A Songspiel (2010). De thema’s van alle drie deze films zijn als in een sociaal geëngageerde tragedie uitgewerkt, waarin de realiteit van een voortdurende klassenstrijd – perestrojka in Rusland, Servië na de Balkanoorlog en de nieuwbouw van een Gazprom-toren in Petersburg – aan het licht wordt gebracht. De oorspronkelijke beloftes van het neoliberalisme leiden tot Russische (en ook Servische) drama’s. Een treurspel, een schijnvertoning, vindt zowel plaats in het spel als in de werkelijkheid.

Ook Nederland kwam aan bod. In samenwerking met Smart Project Space en het Van Abbemuseum werkte Chto Delat? tijdens zijn residentie in Amsterdam aan de nieuwe film Museum Songspiel, met een Nederlandse problematiek als onderwerp. Chto Delat? hield zich bezig met het rechts populisme dat in Nederland de xenofobie aanwakkert en hedendaagse kunst als linkse hobby wegzet. In de film ontvouwt zich een futuristisch verhaal over een groep migranten die gedwongen zijn te remigreren, maar toevlucht vinden in het laatste bastion van gastvrijheid: een Nederlands museum. Een aanzet hiervoor is de verfilming van het hierboven genoemde strijdlied voor de zaalwachters uit Eindhoven.

De kunstenaars uit dit collectief tonen zich zeer bewust van het gevaar dat politiek engagement binnen de institutionele kunstwereld kan worden gereduceerd tot een esthetiek van het activisme. Steeds weten ze het heft weer in eigen hand te nemen. Enerzijds gebruiken ze de kunstinstellingen min of meer als utiliteitsgebouw voor hun activistische kunstproducties en anderzijds als een platform voor hun sociale kritiek. Wellicht wegens hun populariteit bij curatoren en museumdirecteuren worden ze steeds weer gedwongen om virtuoos om te gaan met de verstrengeling van politieke en artistieke ambities. Het succes schuilt in het feit dat ze deze ambities wonderwel met elkaar doen sporen.

 

• De tentoonstelling Chto Delat? What is to be done Between Tragedy and Farce? liep tot 13 maart in Smart Project Space, Arie Biemondstraat 111, 1054 PD Amsterdam, (020/616.99.94; www.smartprojectspace.net).

• De première van Museum Songspiel vindt plaats op 16 maart om 20u bij Smart Project Space, met een welkomstwoord van Thomas Peutz (Smart Project Space), een introductie door Dmitry Vilensky en een gesprek tussen laatstgenoemde en Charles Esche (Van Abbemuseum).