Wolfgang Tillmans. Rien ne nous y préparait – Tout nous y préparait

Als een driedimensionale papiermatrix, zo omschreef Mark Wigley de expo’s van Wolfgang Tillmans (1968). De Duitse kunstenaar-fotograaf toont zowel verticaal als horizontaal beelden, hoog en laag, groot en klein. Een tentoonstelling van hem is een steeds weer unieke architectuur, met beelden in nieuwe constellaties, die de bezoeker omringen en beïnvloeden. Om kleine foto’s te zien moet je dichterbij komen; om de monumentale werken – vlak ernaast of erboven – te overschouwen, moet je achteruitdeinzen. Bezoekers buigen zich over vitrinetafels, soms ingevuld met reeksen, soms met beeldgroepen. Tillmans stelt foto’s tentoon zodat er installaties ontstaan, maar nooit eerder dreef hij die aanpak zo op de spits als afgelopen zomer in Parijs.
Rien ne nous y préparait… is de laatste tentoonstelling vooraleer het Centre Pompidou vijf jaar sluit voor renovatie. De schaal is uitzonderlijk, maar de precisie waarmee alles is uitgevoerd blijft tot aan het eind schitterend. Tillmans bezet de volledige tweede verdieping, waar al sinds de opening in 1977 de Bibliothèque publique d’information gevestigd is. Eerst en vooral wordt een verbluffend overzicht geboden van zijn praktijk van de afgelopen veertig jaar: foto’s, videoperformances, posters, publicaties, objecten en installaties. Tillmans vult moeiteloos de volledige zesduizend vierkante meter van de bibliotheek, variërend in ritme en intensiteit. Foto’s van raves hangen naast sensuele naakten, zomerse zichten van Berlijnse parken vol jongeren, beelden uit het nachtleven. Ook abstracte werken zijn aanwezig, uit de reeksen Lighter (2005-2008), Paper Drop (2001-) en Freischwimmer (2001-2004). Er staan tafels met enorme bloemenfoto’s naast vitrines met opengespreide kunstenaarsboeken, zoals Concorde (1997). Zelfportretten van de jaren tachtig tot nu wisselen af met portretten van arbeiders, maar ook van Kate Moss (1996), Frank Ocean (2015) en Rem Koolhaas (2000). Verspreid komen de typische stillevens terug, met een halfopen venster (Renovierung, 2003), een groep paprika’s op krantenpapier (Peppers, 1994), een tros spruitjes en aardappelen op een vensterbank (San Francisco Still Life, 2023), of een tafel met plastic flesjes vol snijbloemen (Flowerhead, 2001). Het monumentale zeezicht The State We’re In, A (2015) hangt naast een kleiner portret van Oscar Niemeyer (2010) en een foto van een reeks cijfers getiteld New Years Note (2023).
Er ontstaan binnen deze massa voortdurend kruisverwijzingen en motieven. De bekende portretten van modeontwerper Lutz Huelle (Lutz & Alex sitting in the trees, 1992; Alex & Lutz, back, 1992) hangen als foto’s aan de wand, maar figureren ook in of op uitgestalde publicaties. Een grote foto beeldt een postkaart af van een Picasso, terwijl kunstboeken opduiken uit de verzameling van Tillmans, met onder anderen Pontormo en Zurbarán. Een fascinatie met astronomie uit zich in memorabilia uit de kindertijd en in vele foto’s van hemellichamen. Papier is een ander motief, afgebeeld op foto’s van officiële en administratieve documenten, maar evenzeer als protagonist in de reeks Paper Drop. Het materiaal komt uiteraard ook terug in de ontelbare catalogi, kunstenaarsboeken en tijdschriften waaraan Tillmans een bijdrage leverde. Politiek engagement komt aan bod in de serie posters die hij ontwierp om op te roepen tot deelname aan de Europese verkiezingen in 2019, en in de vitrines uit het Truth Study Center, met foto’s, pamfletten en krantenartikelen. Opvallend zijn de rekken gewijd aan Between Bridges in Berlijn, de non-profitplek waar andere kunstenaars ruimte krijgen.
Inhoudelijk lijkt Rien ne nous y préparait… niet sterk te verschillen van eerdere overzichten, zoals in 2017 in Tate Modern of in 2022 in het MoMA. Opvallende toevoegingen in Parijs zijn de laserinstallatie Ceiling Scan (die de aandacht vestigt op het plafond van het gebouw, maar die ook uit de clubcultuur lijkt te stammen) en de videos BPI Portraits, gemaakt van bezoekers aan de bibliotheek net voor die de deuren sloot, en getoond aan de voormalige consultatietafels voor multimedia. Andere computers geven bezoekers toegang tot videowerken van de afgelopen veertig jaar. Time Flows All Over uit 2024 is een montage van filmfragmenten, begeleid door muziek die Tillmans zelf maakte. In de tekst toont hij zich geëngageerd en poëtisch: ‘We need humility. I need to begin to observe how I observe the world.’
Naast een celebratie van zijn werk is de expo ook te lezen als een ode aan het gebouw van Renzo Piano en Richard Rogers, ontworpen in 1971. Tillmans maakte een portret van Piano, staand voor zijn kantoor in de Rue des Archives, met op de achtergrond het Centre Pompidou. Op het einde van de tentoonstelling is Beaubourg het onderwerp van nieuwe fotowerken: de kleurlagen zijn digitaal verschoven ten opzichte van elkaar, met een screenprintachtig resultaat. Tussen de vitrinetafels bevinden zich spiegelende oppervlakken, die het bontgekleurde technische plafond tonen, met blauwe ventilatiebuizen, groene waterleidingen, gele elektriciteitsleidingen en de kenmerkende witte gerberliggers.
Tillmans kreeg de bibliotheekverdieping aangeboden omdat enkel dit plateau niet is ingevuld met kamers of wanden. Het belichaamt de geest van het ontwerp, waarin het de bedoeling was om kunstwerken en tussenwanden aan de plafonds op te hangen zodat de vloeren uitgestrekt bleven. Tillmans brengt niet enkel een ode aan het gebouw, maar maakt zich de ruimte en het interieur eigen. De visuele contingenties die bij een bibliotheek horen laat hij bestaan, zoals een kopieerplek, looplijnen, signalisatie, daglicht en stadszichten. In samenwerking met architect Jasmin Oezcebi werd een scenografie ontwikkeld op het reeds aanwezige grijze tapijt, met enkele bestaande wanden en een selectie meubilair. Een aantal metalen bibliotheekrekken bleef staan, met ‘echte’ boeken die eerder uit de collectie werden geëlimineerd en vervangen werden door digitale kopieën. Aan andere rekken hangen plexiglazen dozen met werken uit de reeks Lighter: chromatische experimenten uit de donkere kamer, die plooien meekregen en zich op die manier tussen fotografie, schilderkunst en sculptuur ophouden. In andere kasten staan objecten, sculpturen uit de jaren tachtig, of vloeiend vervormde portretten. Door de andere rekken te verwijderen werd de ruimte opengemaakt, maar werd ook het verleden van de bibliotheek blootgelegd: onder de kasten lag een oud purperen tapijt dat nooit vervangen werd. Het recentere grijze tapijt bepaalt het interieur, samen met gele looppaden en afgetekende groene, functionele zones, maar dus ook met de ‘wondes’ van de afwezige rekken en het purperen tapijt. Doordat de signalisatie eveneens behouden bleef, hangen werken in een gang langs de oostgevel probleemloos naast felrode brandblusapparaten, groene nooddeuren en leidingen, evacuatieplannen en gele kabelgoten. Al snel valt op dat de foto’s fijnzinnig werden opgehangen, waardoor samen met de visuele ruis subtiele correspondenties of zelfs seksuele innuendo’s ontstaan.
De bibliotheek wordt als het ware archeologisch gedissecteerd en tentoongesteld. Het fotowerk biedt, zoals gebruikelijk bij expo’s van Tillmans, een antropologische blik op de afgelopen decennia. Het vult de ruimte met impressies en figuren, met geschiedenis en politiek, en vooral met papier, en slechts in beperkte mate met schermen. De open visie die samenhangt met Tillmans’ blik op de wereld wordt versterkt door de relativerende en tegelijkertijd moraliserende titel – niets had ons kunnen voorbereiden, en toch hadden we alles kunnen (of moeten) zien aankomen. Hij lijkt daarmee voorzichtiger, en minder optimistisch, dan in 2022, toen een expo in het MoMA de titel To Look Without Fear droeg, of dan in 2020, toen in Wiels de expo Today Is The First Day liep.
En toch: telkens wanneer Tillmans spitsvondig of didactisch wordt en de expo een intellectuele constructie lijkt, duikt er één foto op die simpelweg ontwapent, verwondert of ontroert. Het is een precaire wisselwerking die getuigt van meesterschap: Rien ne nous y préparait… is één installatie gevuld met werk, activisme en historische documenten. Toch vervalt de expo nooit in een groot statement: er blijven zich voortdurend verbluffend scherpe en mooie beelden aanbieden.
• Wolfgang Tillmans. Rien ne nous y préparait – Tout nous y préparait, 13 juni tot 22 september, Centre Pompidou, Bibliothèque publique d’information, Place Georges-Pompidou, Parijs.




