width and height should be displayed here dynamically

XI Giovanni Lorenzo Bernini, Meister der Plastik

Ernst Benkard

Frankfurt, Iris Verlag, 1926
17,5 x 25 cm, 125 pagina’s, 80 illustraties van Alinari, Anderson, Faraglia, Giraudon, Lombardi, Moscioni, Victoria & Albert Museum
Grafisch ontwerp: Schirmer & Mahlau, Frankfurt; omslagontwerp: dr. Eduard Fucker, Frankfurt; druk tekst: Brend’amour, Simhart & Co., Düsseldorf-Oberkassel

 

Iris Verlag werd in 1925 opgericht door psychoanalyticus Julius Spier (1887-1942), samen met zijn vriend dr. Max Knapp. Spier, die later bekend zou worden vanwege zijn interesse in het handlezen, had een grote liefde voor literatuur. De uitgeverij was een kort leven beschoren – na vijf jaar zag Spier zich genoodzaakt om ze op te doeken.

Het motto ‘Schöne Literatur und Kunst’ indachtig, bracht Iris Verlag in die jaren een aantal reeksen uit, waaronder Meister der Plastik, rijkelijk geïllustreerde studies over Europese beeldhouwers. Om concurrentieel te kunnen zijn op de Duitse boekenmarkt bracht Iris Verlag deze reeks tegen relatief lage prijzen uit. Onder de noemer Meister der Plastik verschenen vier titels, gewijd aan de barokkunstenaars Andreas Schlüter (1925), Gianlorenzo Bernini (1926) en Balthasar Permoser (1927), en aan de laatgotische beeldhouwer Nicola Pisano (1926). Deze boeken werden geschreven en samengesteld door destijds bekende kunsthistorici als Ernst Benkard (Bernini en Schlüter), Ernst Michalski (Permoser) en Georg Swarzenski (Pisano). De vier volumes kennen eenzelfde opbouw, waarbij grote aandacht besteed wordt aan de afbeeldingen. De kaft is opvallend modern. Op de stofwikkel staat een foto – doorgaans een detail – van een sculptuur met daaronder de naam van de bestudeerde beeldhouwer in een krachtig, schreefloos lettertype. Het is een ontwerp van Eduard Fucker, een ingenieur-architect die voornamelijk herinnerd wordt om zijn bijdragen aan het moderne volkshuisvestingprogramma Das Neue Frankfurt.

Voor Giovanni Lorenzo Bernini, Meister der Plastik werden de afbeeldingen door zeven fotografen en instituten aangeleverd. Onder hen de voornaamste namen die zich in de negentiende eeuw toelegden op het fotograferen van kunstwerken, zoals de gebroeders Alinari (Firenze), de firma Anderson (Rome) en Giraudon (Parijs). De publicatie bevat ook een klein aantal bijdragen van lokale, minder bekende fotografen die de werken ter plekke fotografeerden. Van Paolo Lombardi werd bijvoorbeeld een foto van de buste van Alexander VII in de dom van Siena opgenomen.

Het boek bestaat uit twee delen. Conform het gros van de publicaties die in de jaren 1920 circuleerden, zijn afbeeldingen en tekst gescheiden. De eerste vijfenveertig pagina’s bevatten een tekst over Bernini van de Duitse kunsthistoricus Ernst Benkard (1883-1946). Het tweede deel bestaat uit tachtig fotografische afbeeldingen waar via een systeem met nummering naar verwezen wordt in de tekst. Op iedere pagina staat telkens één afbeelding met de titel en locatie van het werk. De datum en fotograaf worden in aparte lijsten vermeld, na de tekstpagina’s. De afbeeldingen werden op ander papier gedrukt: minder zwaar, witter en zonder korrel.

De pagina’s met afbeeldingen vormen een zorgvuldig opgebouwde sequentie met close-ups, overzichtsbeelden en stadsgezichten die de realisaties van Bernini in hun context situeren. Voorafgaand aan de details wordt het kunstwerk in zijn geheel getoond. Zo volgen de detailfoto’s van de Fontana dei Quattro Fiumi te Rome op een fotografisch beeld van de Piazza Navona. De sculptuur van de Extase van de Heilige Theresia in de Santa Maria della Vittoria, eveneens in Rome, wordt aan de hand van vier afbeeldingen geëvoceerd. De eerste foto toont de kapel en de nis waarin de sculptuur zich bevindt, de volgende afbeeldingen tonen het beeld van dichtbij, om te eindigen met twee close-ups.

Bernini’s sculpturen worden vanuit verschillende hoeken gefotografeerd. Bij Apollo en Daphne worden in twee close-ups het gelaat van beide figuren naast elkaar geplaatst – een juxtapositie die de interactie benadrukt. De achtergrond werd zwart gemaakt, een courante praktijk om fotografische reproducties van sculptuur picturaal interessanter te maken; alle aandacht gaat naar het oppervlak van het witte marmer. Andere sculpturen werden naast elkaar geplaatst op basis van formele gelijkenissen. De ruiterstandbeelden van keizer Constantijn en Lodewijk XIV kunnen op die manier vergeleken worden. Ook de bustes van Francesco I d’Este en Lodewijk XIV staan naast elkaar.

De keuze van afbeeldingen geeft een goed beeld van het oeuvre van Bernini; de beeldselectie heeft oog voor gelijkenissen en voor context. Door gebruik te maken van contrast in belichting en het uitlichten van emotieve details krijgen de afbeeldingen een zekere dramatiek, die aansluit bij de argumenten van Benkard én bij de dynamiek waar Bernini naar streefde.

 

Alexandra Nagel, ‘Uitgever Julius Spier en Iris-Verlag’, De Boekenwereld, nr. 4, 2012, pp. 237-251.