Agnieszka Kurant. Risk Landscape
Eind vorig jaar was in Kunsthal Gent iets onmogelijks te zien: een stuk zwarte rots, niet groter dan een klein brood, zweefde een centimeter boven een witte sokkel. Air Rights (2021), een werk van de Poolse kunstenaar Agnieszka Kurant (1978), tart de zwaartekracht dankzij elektromagneten: zolang er stroom is, tilt een elektrisch krachtenveld de sculptuur op, die gemaakt is uit vederlicht schuim met een dun laagje verpulverde steen. Het is fascinerend genoeg om er, toch voor een tijdje, naar te blijven kijken, maar de titel van het object laat het daar niet bij. ‘Luchtrechten’ kan je namelijk kopen, in New York of in andere grote steden, zodat het is toegestaan om te bouwen boven op het dak van je buur: een wolkenkrabber kan met een overkraging worden uitgebreid, tientallen verdiepingen hoog, die boven het dak zweeft van het lagere, belendende gebouw. ‘Air Rights,’ zo stond het in de zaaltekst van de Gentse tentoonstelling Errorism, ‘kaart financiële speculaties aan binnen industrieën die zich in de toekomst kunnen ontwikkelen, zoals recentelijk voorgestelde projecten om asteroïden en kometen te delven.’
Het is de methode van Kurant, die ze met veel postconceptuele kunstenaars deelt, en die niet zonder risico’s is. Een object heeft een aura omdat het vormelijk intrigerend is, maar ook omdat het met gevoel voor perfectie en met behulp van niet-artistieke expertise is gecreëerd. Het wordt vervolgens door middel van de titel en de zaaltekst met een maatschappelijk fenomeen verbonden. Dat de link tussen het bedrieglijke voorwerp en de eraan toegeschreven betekenis arbitrair kan overkomen, is deel van het opzet. Ook buiten de wereld van de kunst is de manier waarop iets waarde of invulling krijgt nooit helemaal rationeel te verklaren of vast te leggen. De band tussen woorden en dingen is op ficties gebaseerd, zeker wanneer er geld bij komt kijken. Diedrich Diederichsen vatte het samen in een tekst uit 2014, bij Kurants tentoonstelling Exformation in Stroom Den Haag: ‘Kunst en geld zijn systemen die fysieke aanwezigheid en materialiteit als criteria voor werkelijkheid niet alleen in hoge mate overschaduwen, maar die ook onophoudelijk bereid zijn om werkelijkheden van een andere orde in te lijven.’
In een tentoonstelling van Kurant in MUDAM in Luxemburg duikt Air Rights weer op. Risk Landscape vindt plaats in het Henry J. and Erna D. Leir Pavilion, een ingeplugde annex bij het voor de rest symmetrische, door staal en gefacetteerd glas omhulde museumgebouw van I.M. Pei uit 2006. Op de wanden van de gang naar het paviljoen heeft Kurant veertien keer het woord ‘toekomst’ aangebracht, telkens in een andere taal, zoals Maori of Aymara, om aan te geven dat er ook niet-westerse concepties bestaan van wat zich, in de tijd, voor ons bevindt. Op de gelijkvloerse verdieping van het paviljoen volgen objecten op (of boven) sokkels, zoals Air Rights, maar ook zoals de serie A.A.I. (System’s Negative) uit 2016: zinken afgietsels van het interieur van termietenheuvels. Sentimentite (2022) is een nieuw mineraal dat Kurant maakte van objecten die ooit als ‘munteenheid’ werden gehanteerd, zoals schelpen en beenderen, maar ook boeken en lithiumbatterijen. Met dit mineraal maakte ze honderd sculpturen, waarvan er in MUDAM één te zien is. Ze kregen vorm op basis van online conversaties over ‘sleutelmomenten in onze recente geschiedenis zoals de Arabische Lente, de ramp in Fukushima, Black Lives Matter, de dood van David Bowie, de pandemie en de Russische invasie van Oekraïne’ – zo licht de zaaltekst toe, zonder uit te leggen hoe deze vormgeving tot stand kwam. Een ander object, Chemical Garden (2021), lijkt op een klein aquarium dat jarenlang niet is schoongemaakt en waarin alle vissen gestorven zijn: wieren, planten, maar ook allerlei anorganische materialen creëren een even troebel als kleurrijk geheel. Aan de muur van het paviljoen hangen ‘schilderijen’, zoals Nonorganic Life 1 (2023), vervaardigd met zoutkristallen, op een oppervlak van geanodiseerd aluminium waarop macrofoto’s van Chemical Garden werden afgedrukt. Daarnaast hangt Evolutions (2014), een rechthoekig stuk lenticulair drukwerk (dat verandert naargelang de hoek van waaruit het bekeken wordt), gebaseerd op beelden uit de archieven van wiskundige Nils Barricelli, die de ‘eerste vormen van artificieel leven’ ontwikkeld zou hebben.
In de kelder van het paviljoen is onder meer het vroege werk Future Anterior te zien, dat in 2007 gemaakt werd en dat acht voorpagina’s toont van The New York Times uit september 2020, met toekomstig nieuws bedacht door een professionele waarzegger, zoals een revolutie tegen de Chinese overheid en het verdwijnen van de Europese Unie. De pagina’s zijn bedrukt met thermochromische pigmenten, die lichter of donkerder worden afhankelijk van de temperatuur. Risk Management (2020) is een wereldkaart waarop onverklaarbare collectieve fenomenen staan aangegeven, zoals de tienduizend Japanse kinderen die in 1997 ziek werden na het bekijken van een episode van Pokémon. Het recente Lottocracy (2024) is een lottomachine – een bingomolen – met gekleurde ballen die elk een statistische waarschijnlijkheid aangeven, zoals de kans dat je door de bliksem wordt getroffen of de kans (veel groter) dat je als kunstenaar geen geld verdient. Het toestel zou, opnieuw volgens de zaaltekst, verwijzen naar de loterij zoals die, door onder anderen David Van Reybrouck, als alternatief voor de representatieve democratie is voorgesteld. Tijdens mijn bezoek was de machine helaas ‘out of order’.
De beschrijving van Risk Landscape is nog niet eens volledig, en toch is al duidelijk wat er schort aan tentoonstellingen van Kurant. Afzonderlijk kunnen de objecten die ze maakt op een min of meer geconcentreerde manier iets aan de orde stellen, en zowel betekenis suggereren als afhouden. Alles bij elkaar wordt het te veel. De modieuze invloeden, zowel artistiek, technisch, sociaal als (pseudo)wetenschappelijk, stapelen zich op, en de constructie zakt in elkaar onder het gewicht van willekeur. Natuurlijk is het zo dat objecten van buitenaf, letterlijk maar vooral figuurlijk, op vele manieren ‘beïnvloed’ worden. Dat gegeven alleen is te breed om er een tentoonstelling op te baseren. De ‘impact van collectieve intelligentie’, die al de werken samen zouden onderzoeken, wordt eerder ontkend dan bewezen – om te denken en te begrijpen, om kennis te vergaren, moet je dingen en ook mensen weglaten, en niet tot in het oneindige toevoegen. Een reeds lang aangekondigde grote publicatie gewijd aan het werk van Kurant verschijnt volgend jaar bij Sternberg Press en is eveneens getiteld Collective Intelligence. Misschien laat haar oeuvre zich beter overschouwen in een boek dan in een tentoonstelling.
• Agnieszka Kurant. Risk Landscape, tot 5 januari, MUDAM, Park Drai Eechelen 3, Luxemburg.